met ook de in de column achterin net afge beelde MD-er Benda, dateerde 'Drie eeuwen Normaal Amsterdams Peil' op 1986 en komt ook niét in het mooie boek voor. Terzijde: dat een rayonchef als baakhouder op de postzegel kwam weet hij altijd aan de vreemde werk tijden van de fotograaf. Het slot van de bewuste paragraaf in het boek over de NAP-invoering luidt terecht: 'In Amsterdam hoefde het AP niet te worden bij gesteld, vandaar dat hier geldt dat het stads- peil gelijk is aan het AP en het NAP, met andere woorden, bij hoogtemetingen vanaf 1684 is sprake van eenzelfde uitgangspunt.' Voor veel DHC-ers is nog vermeldenswaard dat de RWS-uitgave 'Drie Eeuwen Amster dams Peil' uit 1987 van Adolf Waalewijn tot de geraadpleegde bronnen behoort. Het boek 'Van Amsterdams Peil naar Europees referen- tievlak' uit 2018 van de huidige DHC-er Petra van Dam trouwens ook. (Haar dank ik voor de tip om dit boek ter bespreking op te vragen!) Graaf- en modderwerk ontsluit 65 jaar stads archeologie in Amsterdam, uitgevoerd in het kader van bouwprojecten, infrastructurele ingrepen en ruimtelijke ontwikkelingen. Het onderzoek van Ranjith Jayasena zet een nieuwe standaard voor de kennis van de omgang met de ondergrond van de stad. In 2019 promo veerde de auteur op deze dissertatie aan de Universiteit van Amsterdam. Als altijd is het boek door de (Utrechtse) stich ting Matrijs weer perfect uitgegeven. Adri den Boer Hermann Terhalle, Zur Geschichte der westfalisch-niederlandischen Grenze. Beitrage des Heimatvereins Vreden zur Landes- und Volkskunde, Band 75, Vreden 2008, 415 p. /.ur Gti*chlchie der westfii Ifcch-nh-d erlïnriisclicn Grenze In DHC 2020-3 kwam van Alois Nienhaus van de Interessengemeinschaft Geometerpfad al een prachtige reactie op mijn oproep naar kadastrale informatie over de periode 1949 1963 in het Nederlands-Duitse grensgebied, van de annexatie tot de terugverkoop dus. Het prima boek bestrijkt een gebied van meer dan 100 km over vele eeuwen. Het accent ligt bij deze impressie op 'Die westfalisch-nieder- landische Grenze nach 1945'. Ook dit boek was in 2020 reeds genoemd en afgebeeld. Dank! Intussen ontving ik het zelf en ik ben nog meer onder de indruk! De kaart voorop met de gren- 28 zen bij Zwillbrock is al van (daar) landmeter Johann Heinrich Claessen uit 1768. Van de Nederlandse landmeter Nikolaas Geelkercken staan prachtige kleurenkaarten van 1631 en 1656 afgebeeld. In het voorwoord las ik over deze grenzen het fenomeen van de 'Doppel- überlieferung' van beide kanten. De mij nog onbekende streek boeit zeker en er is een Grenslandmuseum in Dinxperloo. Een museum in Winterswijk gaf in 1991 een be perkter boek uit: 'De grens in de Achterhoek. Staatsgrens-Douanegrens'. 'Nach der Beset- zung Deutschlands durch die allierten Siegenmachte richtete die britische Militar- verwaltung entlang der niederlandischen Grenze ab Mai 1945 eine Sperrzone, die als Niemandsland oder offiziell als Grenz- sicherungszone bezeichnet, ein.' De private gevolgen voor een 1-2 km brede strook waren enorm. Het 'Niemandsland' mocht vanaf 1 augustus 1945 alleen met een Ausweis worden betreden. Belgische militaren bewaakten dat. Ook Duitsers die aan de Nederlandse kant van de grens woonden, moesten hun huizen ruimen. In Suderwick was de klok van een protestantse kerk op een boerderij gestation- neerd en deze luidde 's avonds om kwart voor acht dat het 'Niemandsland' moest worden verlaten. 'Traktatlandereien' waren historalia van 1816 die problemen gaven voor boeren families met sindsdien land aan beide kanten van de oude grens. Toen kwamen de Nederlandse gebiedsaanspraken als vergoeding voor oorlogsschade. Kaarten geven annexatievragen weer. Eind april 1949 werd het 'Niemandsland' op geheven en daarbij werd bijvoor beeld in Suderwick een nieuwe grenssteen geplaatst, waarvan het boek een foto kon opnemen. Een Oberkreisdirektor dacht nog de zijns inziens 'unberechtigden Landraub' te kunnen keren. Op een volgende foto uit 1963 be groeten wederzijdse douanes elkaar met een hand en komt er een (ook gefotografeerde) 'Neu- vermarkung' van de grens. Daarna komen Schengen en het vervallen van grenscontroles. Het is ook voor DHC-ers goed om minstens te weten dat dit standaardwerk er is. Wat is er trouwens veel veranderd! Ruilverkavelingen als Rekken en Gendringen gaven al geen pro blemen meer. Latere grenscorrecties vonden bij reguleringen van beken in alle rust plaats. Oude grensstenen kwamen soms in musea terecht, het boek memoreert zo zelfs het Belastingmuseum Rotterdam! Als in studies de leus 'Lewer dröge Brot eten in Dütschland as Stuten met dicke Boter in Holland' werd geciteerd vond iedereen dat intussen een leuk grapje over die grenscorrecties van 1949.. 'Kastasterunterlagen' die in 1950 naar Neder land gingen werden in 1963 teruggegeven. De ambtelijke term was intussen net zoals in de Poolse oostgebieden op stukken en kaarten gewoon 'unter fremder Verwaltung' geweest. Aan de open grens herinnert sinds 1995 bij Holterhoek/Zwillbrock het kunstwerk de 'Open Schakel' en ook dat leerde het boek. Op internet (www.tubantia.nl) staan diverse prachtfoto's van Frans Nikkels met dat kunst werk, waarvan we er graag eentje met bron vermelding en dank lenen. Bovenal zeg ik dus dank voor dit prachtboek! Adri den Boer 29 Tftturitc 2021-1 De Hollandse Cirkel 2021-1 De Hollandse Cirkel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2021 | | pagina 16