Janna nooit, dat zij begreep, waarvoor de be
zoeker kwam. Zij wist veel en toch weer niets.
Van Swol was de schuilnaam van mijn op
drachtgever. Op één van de vele fruittochten
naar Houten introduceerde hij mij bij Janna.
"Kijk Janna", zei hij, "deze heer zal veel bij mij
komen; je hebt hem nu gezien, dus weet je het.
Alles is safe." Janna begreep het inderdaad en
wat heb ik haar leeren waarderen als een
trouwe toegewijde dienares van de goede zaak.
Laten ze mij nooit meer vertellen, dat alle
vrouwen alles aan elkaar overkletsen. Janna
was het toonbeeld van vriendelijkheid, maar
zoo gesloten als een bus. Ze leek de onschuld
zelve, vroeg nooit iets, luisterde alleen scherp
en deed er haar voordeel mee. Op deze plaats
een eresaluut voor Janna!
Deze nu zoo keurige modelschool was een
broeinest van illegale actie. Ieder lokaal, muur,
geheim kastje verborg alles, waar de mof nu
eenmaal een hekel aan had: munitie, wapens,
kaarten, radio's, teekeningen en tenslotte het
belangrijkste: een zendapparaat.
Kwam ik met mijn paperassen op het bureau
van de school, dan was het hoofd altijd zeer
verdiept in schooladministratie en had alle
aandacht voor de overgangskansen van de aan
hem toevertrouwde leerlingen. Zijn volkomen
onschuldig uitziend bureau puilde altijd uit van
stapels papieren en kaarten. Zoals gezegd: vol
komen onschuldig. Immers: hij had een hobby
voor kaarten in alle variaties. Volkomen ge
motiveerd voor een schoolhoofd. Zijn kast was
nog erger. Daar zou zelfs de fanatiekste
gestapo-agent zenuwziek van worden. Een
uitdragerij was er nog heilig bij.
Was echter het terrein veilig, dan kwamen al
gauw uit deze lawine van papier zijn waarde
volle gegevens tevoorschijn. Al spoedig be
hoorde ik tot zijn meest ingewijde mede
werkers en met het grootste genoegen denk ik
nog steeds terug aan deze schoolbezoeken.
Daar kreeg ik de radiogrammen zo heet van
den zender af te lezen of hij vertelde mij de
laatste avonturen van zijn medewerkers. Daar
heb ik ze ontmoet: Herman, Snel, Co, Dick,
enz., allemaal vertegenwoordiges van de
"Firma". Rustig brachten ze verslag uit aan den
Baas als waren ze voor 5 cent drop gaan halen.
Kerels uit één stuk, soldaten in burger, maar
iedere seconde actief aan het onzichtbare front.
Hoe zorgde niet Dick voor alle mogelijke en
onmogelijke telefoonverbindingen.
En dan was daar Ko. Onschuldiger voorkomen
kan men zich niet denken. De eerste ontmoe
ting was bij den Baas thuis. Ik was daar juist
voor het afgeven van gegevens en we zaten in
de voorkamer van zijn huis in de Frederik
Hendrikstraat, het huis waar iedere gast altijd
welkom was en waar men steeds getroffen
werd door een sfeer van groote hartelijkheid.
Dag in dag uit tot laat in den avond was het
daar een komen en gaan van allerlei menschen,
die zeer "zakelijke" gesprekken met den heer
des huizes hielden, doch dat het niet allemaal
gesprekken over schoolzaken waren, daar was
het heele gezin wel van overtuigd. Men vroeg
niet, doch wist voldoende en toch weer te
weinig. Alleen Miep, de onschuldig uitziende
dochter was met alles op de hoogte en kende
de meeste relaties. Ko werd aan mij voorge
steld als één van de onderwijzers van meneer.
Het leek zeer aannemelijk, doch wat was deze
groote man verlegen tegenover iedere onbe
kende. Hij lachte maar eens vriendelijk en
sloeg dan bleu zijn oogen neer. Ach ja, hij was
tenslotte alleen maar lieve onschuldige kinde
ren uit zijn klas gewend en voelde zich alleen
maar thuis met a, b, c. Ja, ja, maar dan met het
a, b, c van de spoorwegspionage, want zoo was
het; in samenwerking met Rob was Ko de man
van deze belangrijke tak der illegaliteit. Een
man met groot raffinement in deze zaken, met
een durf en energie, die alleen maar bewonde
ring afdwingt. Hij kon eenige honderden men-
schen tot zijn medewerkers rekenen en zat als
een spin in een reusachtig web van geheim
zinnige berichten en gebeurtenissen. Door hem
werden de Duitschers dikwijls tot wanhoop
gebracht en de schade, die hij hun heeft toe
gebracht, is zeer groot.
Weer draai ik mijn kaleidoscoop een slag om
en ik zie Herman Snel. Van Swol en Snel
waren vader en zoon. Wie was eigenlijk de spil
van de beweging? Snel's terrein lag tot in het
voorjaar van 1944 meer in Den Haag, maar hij
werkte toch zeer nauw met zijn Vader samen.
Beiden waren ze met hetzelfde sop overgoten:
pienter, snel reageren en combineeren en te-
8
vens voorzichtig. Aan de ontmoeting met hem
ging eerst een voorspel vooraf. Dat begon op
den Topografischen Dienst.
Door den drang der omstandigheden voelden
wij ons bij dezen Dienst spoedig verplicht en
geroepen om in het belang van ons land alles
te doen, om zooveel mogelijk belangrijke za
ken uit de handen van de Duitschers te houden,
of, indien dit niet mocht gelukken, copieën te
maken, die naderhand van groote waarde kon
den zijn. Immers, het zou heel goed mogelijk
zijn, dat zij bij een terugtocht alles zouden
meenemen, of, indien hun daartoe geen tijd
bleef, alles zouden vernietigen. We zaten onder
de kaplaars, maar het zou hun niet glad zitten.
Reeds waren door ons factotum, onzen archi
varis, vele belangrijke boeken en kostbare
atlassen naar veiliger schuilplaatsen overge
bracht. Vele van deze boekwerken werden op
het kaartsysteem vermeld ten name van stu
denten, waarvan hij wist, dat zij naar Duitsch-
land waren gedeporteerd, zoo dat bij eventuele
navraag door de Duitschers elk spoor zoek
was. Kisten met krijgsbuit, bestaande uit in
strumenten werden onklaar gemaakt door voor
de verzending naar Berlijn de objectieven er af
te halen en een hoeveelheid loog deed de rest.
Berlijn zal niet erg enthousiast geweest zijn
over het verwaarloosde instrumentarium van
den Topografischen Dienst. Maar ja, daar
waren we ook "Dumme Hollander" voor. Toen
begonnen we van onze werkstukken met uit
komsten en hoogtelijnen van de waterpassing
van ons land foto-copieën te maken en in een
onschuldig uitziend rolletje bracht ik deze ge
gevens naar den Cultuur-Technischen Dienst,
alwaar langzamerhand een waardevol bezit aan
materiaal werd weggeborgen door welwillende
medewerking van den Directeur van dezen
Dienst. Met groote erkenteljkheid en sympa
thie denk ik terug aan den heer Breeman,
Techn. Hoofdopzichter van dezen dienst, met
wien ik dezen veiligstelling van ons materiaal
mocht uitvoeren en door wiens toewijding en
zorg wij al deze stukken hebben mogen behou
den. Mijn bezoeken op zijn kleine gezellige
kamer boven in het gebouw aan de Tolsteeg
singel zullen lang in mijn herinnering blijven
voortleven. Hoe leefde hij altijd met onze
moeilijkheden mee en hoe stelde hij er een eer
in deze zaken voor ons te behartigen. En toen
we hier eenmaal mee bezig waren en we de
smaak te pakken hadden, dorsten we den
grooten stap te wagen.
Het was omstreeks juni 1944. Een telefoontje
riep mij bij het Hoofd van de Reproductie-
dienst en deze bracht mij op de hoogte van zijn
plannen, n.l. het veiligstellen van de Duitsche
drukvormen van de kaarten van ons land. De
Duitschers hadden n.l. onze herzieningen ge
durende de oorlogsjaren verwerkt in z.g.
Truppenkarten. Dit waren legerkaarten op
schaal 1:50.000. Langs foto-chemischen weg
hadden zij op een z.g. astralonprocédé een
kaartbeeld vastgelegd, dat na doorlichting op
zink direct gebruikt kon worden voor de repro
ductie. Deze astralons werden onder hun toe
zicht gemaakt en geen snipper mochten wij in
ons bezit houden. Wij kregen echter geen kans
deze verwerkte gegevens voor onze eigen kaart
te gebruiken, dus waren bedoelde drukvormen
voor ons van het grootste belang, gezien de
recente terreinopnamen. In het grootste geheim
werd op de afdeeling "directe copie" copieën
van deze astralons gemaakt en in portefeuille
bewaard. Het werd nu hoog tijd deze over te
brengen naar een veiliger plaats. De vraag
luidde heel simpel: "Bent u bereid dit te doen
met alle daaraan verbonden risico's?" Dit toch
beteekende het ontvreemden van Duitsch
kaartenmateriaal, waarop onherroepelijk de
kogel stond. Lang dacht ik echter niet na, daar
deze onderneeming mij zeer leek. Mooiere
gelegenheid zou zich niet gemakkelijk meer
voordoen. Direct werd de Wnd.-Directeur in
het complot genomen en na de risico's bespro
ken te hebben werd onder plechtige geheim
houding besloten tot uitvoering hiervan over te
gaan. Mijn afdeeling had een groote brandvrije
kluis en deze lag op de parterre. Eerst bracht ik
de groote portefeuille in deze kluis, dit was de
eerste etappe. Nu de volgende en wel het ge
bouw uit de stad door. Dit was lastiger, gezien
den grooten omvang der portefeuille. Voorts
moesten we het goede moment uitkiezen om
het gebouw te verlaten. Ook dit werd in scène
gezet. De Hauptmann was de minst gevaarlijke
factor in dit spelletje. Het gebouw te verlaten
zonder door één der Duitschers te worden ge
zien was zeer moeilijk, daar zij de kamers aan
den voorkant van het gebouw bewoonden.
9
2021-1 De Hollandse Cirkel
2021-1 De Hollandse Cirkel