DAGUERREOTYPES
gehad. Als zuigpomp was die in staat om in
een afgesloten cilindrische ruimte voor de
slingerbeweging, de luchtdruk binnen vijf
minuten tot 2 cm kwik terug te brengen; een
doeltreffende maatregel om de invloed van
omringende lucht op de slingerbeweging te
beperken.
In mei 1895 kon het bestelde Defforges-
instrument te Leiden in gebruik worden
genomen en, met behulp van een uurwerk,
geleend van het Franse Depot de la Guerre,
door Van de Sande Bakhuyzen zelf, zijn broer
dr. E.F van de Sande Bakhuyzen en observator
J.H. Wilterdink met succes worden beproefd.
Al in december van datzelfde jaar zou de
78-jarige maker, Barthélémy-Urbain Bianchi,
overlijden en het door hem aan de rijks
commissie geleverde Defforges-reversie-
slingertoestel is dus mogelijk, zo niet waar
schijnlijk, het laatste exemplaar van zijn hand.
In 1898 waren er wereldwijd al op circa 400
plaatsen slingermetingen gedaan en met het
oog op de consistentie riep Helmert op tot
vergelijkende ijking van de diverse in gebruik
zijnde instrumenten.42 Misschien was het wel
in verband daarmee dat "Mr. Gore" (stellig de
Amerikaanse hoogleraar J.H. Gore) dat jaar
het hem bekende Leiden bezocht om daar, met
een slingertoestel van de Coast Geodetic
Survey, de zwaartekracht te meten.43 Volgens
de latere commissievoorzitter prof.dr. J.J.A.
DE TO DTE 3 LES DIMENSIONS.
tiuntmtration du procédé.
Plaques. produce li imiques, passepar
tout tri loirs los ulijcls nécessaires puur
opércr. ülicz tii A.YB Ut, ingénieur-opticien,
rire de la Püi unie.3a Toulouse. 31 ai son
A Paris, (3336-*)
Muller was dat een Repsold-reversietoestel en
had de heer M. Haid (hoogleraar te Karlsruhe)
in 1900 te Leiden zijn opwachting gemaakt
met een door de Oostenrijkse majoor R. von
Sterneck uitgevonden slingerapparaat44; ver
moedelijk vervaardigd door Carl Bamberg.45
Zonder klok en hulpapparatuur,
geen metingen
Na de afnametest van het Defforges-apparaat
in mei 1895 werd het 1901 voordat de
commissie bij "de heren Strasser und Rohde"
te Glashütte (bij Dresden) een bestelling
plaatste voor een bij de metingen onmisbare
nauwkeurige klok.46 Evenals destijds, bij het
door het Depot de la Guerre uitgeleende
50
exemplaar het geval zal zijn geweest, ging het
om een bijzondere klok, waarmee de periode
van de 50 cm lange Defforges-slinger, met een
enkele slagduur (heen of terug) van ongeveer
0,71 seconde (dus ongeveer 80 slagen per
minuut), door coïncidentiemeting nauwkeurig
zou kunnen worden bepaald.
De commissie koos een exemplaar uit de
"Felduhr"-klasse, die S&R speciaal ten
behoeve van geodetische zwaartekrachts
metingen op de markt bracht. De in 1901
bestelde klok werd in de zomer van 1904 in
Leiden afgeleverd47: nummer 277 met 80
enkele slagen (tikken) per minuut en daarmee
- zoals beoogd - bij benadering in de pas met
de Defforges-slinger. Een detail, maar op
merkelijk genoeg werd en bleef nummer 277
de enige "Felduhr" die S&R leverde met een
invar-slinger.48
Het (na bestelling in 1901) nog lang ontbreken
van de noodzakelijke klok, een moeizame
besluitvorming over wie in de commissie
leiding zou geven aan het innoverende slinger
project en over wie daarbij voor het dagelijks
werk zou worden aangesteld, zullen ertoe
hebben bijgedragen dat het pas voorjaar 1906
daadwerkelijk van start ging. De vertraging
werd mede veroorzaakt door het tot die tijd
ontbreken van hulpapparatuur, nodig voor de
optisch-visuele bepaling van de coïncidenties
tussen het Defforges-slingertoestel en de S&R-
klok. Dadelijk na binnenkomst van de klok in
1904 werden stappen gezet om in dit gebrek te
voorzien.49 Het zal de inmiddels aangestelde
projectleider dr. J.J.A. Muller zijn geweest die
de Utrechtse natuurkundige dr. Nicolaas G.
van Huffel (1869-1936) als directeur van de
Nederlandsche Instrumentenfabriek bereid
vond de opdracht te aanvaarden50; een taak die
uiteindelijk met hulp van Hendrik J.J. Kress
(1853-1922), amanuensis bij de Utrechtse
Sterrenwacht, pas voorjaar 1906 tot een goed
einde werd gebracht.51
De lengte van de secondeslinger van Leiden
naar Delft
In Leiden, waar de apparatuur stond opgesteld,
werd dr. H.J. Zwiers - als ingenieur bij de
rijkscommissie in dienst - met het onderzoek
belast.52 Van korte duur, want Zwiers, tevens
belast met het onderzoek naar de schommeling
van de aarde om haar as (poolbeweging), werd
eind datzelfde najaar door de Sterrenwacht met
een functie van observator weggelokt. De
civiel-ingenieur E.A.J.H. Modderman, die bij
de driehoeksmeting zijn kwaliteiten als "goed
mathematicus" had bewezen, had wel lust om
met de slingerproeven aan de slag te gaan en
werd dadelijk Zwiers' opvolger.53 Daarmee
verhuisde de slingerapparatuur echter wel van
Leiden naar het nieuwe Geodesiegebouw aan
de Kanaalweg te Delft. Het ging daarbij niet
alleen om de voor absolute meting bedoelde
Defforges-S&R-configuratie [19] met de
kortelings binnengekomen Utrechtse rand
apparatuur, maar ook om een in 1905 door de
firma P. Stückrath te Berlijn/Friedenau ver
vaardigd en geleverd vierslingertoestel volgens
Von Sterneck54; compleet met een daarbij
onmisbare contactchronometer, besteld bij
Paul D. Nardin te Locle in Zwitserland.55 Het
meer handzame Von Sterneck-apparaat met
halve-seconde-slingers bood, anders dan het
meer omvangrijke, voor absolute metingen
bedoelde, reversietoestel van Defforges,
mogelijkheden voor relatieve opnames van de
zwaartekracht te velde.
Experimenterend in het Geodesiegebouw te
Delft, zowel met het toestel van Defforges als
met dat van Von Sterneck, moest Modderman
bij de ijking van zijn klokken (S&R 277,
51
Reversieslinger model Defforges met signatuur B. Bianchi a Paris. Coll. Erfgoed TUDelft
Herinnering aan ingenieur-opticien Barthélémy-
Urbain Bianchi (1821-1895) uit de eerste dagen van
de fotografie Uit: Journal de Toulouse, 1844
42 NCG,jaarverslag 1898
43 NCG, notulen 83e verg., 29/8-1898
44 Voorwoord bij: F.A. Vening Meinesz, "Observations de pendule dans les Pays-Bas, 1913-1921", Delft 1923
45 L. Aardoom ,"Het Stückrath-vier-slingertoestel, niet geïnventariseerd 'geodetisch instrumenteel erfgoed' De Hollandse Cirkel 20
(2018), nr. 3, pp. 94-103
46 NCG, jaarverslag 1901
2021-2 De Hollandse Cirkel
47 NCG, notulen 100e verg., 10/9-1904
48 Jürgen Ermert, Prazisionspendeluhren in Deutschlandvon 1730bis 1940, Teil I:AstronomischePendeluhren, PPU-Buchreihe Band 3,
2014, p. 338
49 Als noot 46
50 Idem
51 NCG, notulen 102de verg., 6/4-1906
52 NCG, jaarverslag 1906
53 NCG, notulen 103e verg., 20/11-1906
54 Als noot 45
55 NCG, notulen 100e verg., 10/9-1904 en jaarverslag 1905
2021-2 De Hollandse Cirkel