56^ jaar Kadaster
Zacharias Klaasse, redacteur
66
67
Middelburg
Mijn eerste werkdag bij het Kadaster was 3
augustus 1964. Ik moest me melden bij het
huis van de Provoost in het Abdijcomplex,
Abdij 10 te Middelburg, waar de geest van de
monniken nog rondwaarde. Ik had er niet ge
solliciteerd, maar dat deed niemand in die tijd.
Vele bedrijven hadden je naam en adres bij de
scholen opgehaald en zo kwam er iemand van
de Belastingdienst aan de deur. Ik kon - als
16-jarige - 105 gulden bruto per maand ver
dienen, maar ik vond dat te weinig. Mijn
wezenpensioen (mijn ouders leefden al 16,
resp. 10 jaar niet meer) bedroeg toen 127 gul
den netto per maand. Maar de man kwam later
terug: hij bood 222 gulden bruto en ik startte
de mooi voorgespiegelde loopbaan bij de
Belastingdienst. Dus niet! Een paar dagen voor
mijn indiensttreding kreeg ik een briefje
(kwart A4) dat ik tijdelijk bij het Kadaster
Dus zo zat ik in de Abdij en moest kadastrale
uittreksels schrijven. Al direct werd ik met
heel verantwoordelijke taken belast: ik moest
het fietsenhok openen en sluiten (acht hande
lingen per dag). Een slecht gehumeurde hulp-
schrijver gaf mij in twee zinnen wat aanwijzin
gen. De beëdigd klerk keek ze na. De functie
van beëdigd klerk was bij koninklijk besluit
van 1 augustus 1828 ingesteld. Het was eigen
lijk een lasthebber van het notariaat om de
hypothecaire bezwaardheid van percelen na te
gaan. De hypothecaire administratie was tot
ongeveer 1950 namelijk onbetrouwbaar en
chaotisch, zodat er allerlei trucs nodig waren
om te weten te komen of er hypotheek op een
perceel rustte. Bovendien had de bewaarder
werd tewerkgesteld. Een verklaring van het
woord Kadaster was niet bijgevoegd, wél het
adres.
niet veel zin om hypothecaire uittreksels af te
geven, omdat hij (tot 1922) persoonlijk ver
antwoordelijk was voor de juistheid van de
uittreksels. Maar de beëdigd commies was niet
zo tevreden over mij: ik mocht niet met de
balpen schrijven en het moest netter.
Tussen half één en twee uur was het kantoor
dicht. Ieder ging thuis eten. Na twee dagen
ontdekte ik tot mijn opluchting dat er een toilet
aanwezig was. Niemand had me dat verteld.
Toevallig kwam ik erachter: ze zochten een
collega en iemand zei: hij is op het toilet. Na
enig zoeken vond ik dat. Het eerste verzetje
kwam op donderdag: een gebochelde mars
kramer kwam op kantoor: hij gooide zijn
ransel op een bureau en ieder kocht sigaretten,
chocolade enz. Toen gingen de ramen open:
het draaiorgel speelde en iemand kwam op
kantoor geld ophalen. Er was één telefoon, een
zwarte. Zo’n drie keer per dag rinkelde dat
ding; ieder keek er dan naar. Slechts een
enkeling mocht de telefoon opnemen.
Verbaasd was ik toen de burgemeester van
Meliskerke een keer aan de balie stond. Hij
kwam per fiets de gemeentelegger van zijn
gemeente brengen ter bijwerking. De massale
output zogezegd. Tot mijn taak behoorde ook
het restaureren van grote enveloppen; die
moest ik telkens met papieren plakband op
lappen, zodat ze wel tien keer gebruikt konden
worden bij het terugzenden van overgeschreven
akten. Later mocht ik de akten op het dag
register boeken. Dat kostte bijna mijn baan: ik
was te vindingrijk. Notarissen vergaten name
lijk soms op de afschriften van akten hun
paraaf te plaatsen en dan moest ik die dingen
terugsturen met het verzoek alsnog te para
feren. Ik bedacht iets beters: zélf die paraaf
zetten. Ik kende alle parafen met de gebruikte
kleur inkt van alle notarissen in ons rayon. Dat
liep mis: mijn chef had bij het openen van de
post gezien dat een paraaf ontbrak. Hij belde
de notaris om even langs te komen. Die kwam,
maar ondertussen had ik die paraaf zelf al
gezet. De chef zei tegen de notaris: sorry, het
was een andere notaris.
We hadden één kopieerapparaat op kantoor.
Daar moest ik onder alle omstandigheden van
afblijven. Dat was een apparaat van het merk
Dalcopy: een ding dat werkte met vloeistof en
lichtgevoelig papier. Je moest eerst een nega
tief maken, maar als je het te kopiëren stuk
omgekeerd op het lichtgevoelige papier legde,
kreeg je een leesbare zwarte kopie. Ik bleef er
eerbiedig af. Een collega uit Alkmaar bracht
die terughoudendheid niet op: de punt van zijn
stropdas kwam tussen de rollen die in de vloei
stof liepen en hij werd langzaam naar het
apparaat getrokken. Zijn stropdas werd door de
chef zo hoog mogelijk afgekniptEen nadeel
was dat de kopieën moesten drogen. Toen ik in
Zwolle kwam, bleek dat ze daar een droog-
apparaat hadden gemaakt; een houten kist met
een element uit een elektrische straalkachel
erin! Toen iemand niet goed oplette vloog de
hele zaak in brand. Aan het eind van het jaar
was het altijd feest: alle notarissen kwamen
aanzetten met taarten, sigaren, sigaretten, wijn
enz., die gezamenlijk genuttigd werden. Als
dank voor onze klantgerichte houding! Inmid
dels zat ik op de interne cursus voor adjunct-
commies-titulair, waarvoor ik telkens naar
Breda moest.
Zwolle
Minder leuk was dat je altijd de kans liep om
overgeplaatst te worden. Je was werkzaam bij
Kadaster Middelburg, Abdij 10 (ik sta geheel rechts)
2021-3 De Hollandse Cirkel
2021-3 De Hollandse Cirkel
Bijna 56 jaar later (in Canada met ons tiende kind;
we kregen er twaalf)