Op bezoek in de toren in Delft
Prof.dr. Petra van Dam
105
104
De Hollandse Cirkel huist in een bijzonder
clubgebouw, de toren van een prachtig,
monumentaal gebouw aan de Schie in Delft
(Kanaalweg 4). Het werd tussen 1892 en 1894
gebouwd voor de Afdeling der Geodesie,
Landmeten en Waterpassen van de Technische
Universiteit Delft (TUD), die toen nog Poly
technische School heette. Op zaterdag 11 sep
tember waren de toren en een deel van het ge
bouw opengesteld ter gelegenheid van Open
Monumentendag. Dat was voor mij een mooie
aanleiding voor een bezoek. Het gebouw en de
toren figureren af en toe in dit tijdschrift, en
‘grand old men’ van de geodesie hebben hier
niet alleen onderwezen, maar ook gewoond,
wat ook belangrijk is voor de betekenis van het
gebouw.
De ontvangst door medewerk(st)ers van de
firma Advier was allerhartelijkst, op een
terrasje met koffievoorziening aan de tuinzijde.
Hier hing al meteen een banner met interes
sante informatie over het gebouw. De architect,
Jacobus van Lokhorst, was de rijksbouw
kundige voor onderwijsgebouwen. De auteur
van de banner vond de neo-renaissancistische
bouwstijl mooi en evenwichtig gedecoreerd.
Wat mij opviel waren de lichte horizontale
banden in het metselwerk. Ik vond dat wel
grappig, omdat ze refereren aan Italiaanse
gebouwen uit de Renaissance, waar dat vaak
uitgevoerd is in donkergroen en wit marmer.
Het opvallendste kenmerk van het gebouw is
de toren die in het midden van het gebouw
geplaatst is en gekroond wordt door een obser
vatorium dat gefundeerd is op vier zeer zware
pijlers. Dit observatorium moest namelijk
trillingsvrij zijn om optimale metingen te
krijgen. Zolang er nog zeilschepen door het
kanaal voeren, lukte dat wel, maar zodra de
stoomschepen kwamen, rinkelden de kopjes in
de kasten, zo vertelden enige gidsen met lichte
ironie.
De rondleiding begon in de voormalige hoog-
leraarswoning. Van deze woning zijn vooral de
plafonds met aparte sculpturen, de tegelvloeren
en delen van het mooie wandkeramiek be-
waard. De gids legde de nadruk op de bekende
bewoner Schermerhorn, die in 1926 tot hoog
leraar benoemd werd. Maar de woning was
oorspronkelijk gebouwd voor één van zijn
voorgangers, de hoogleraar Schols, die in 1878
benoemd werd en die hard gewerkt heeft voor
de totstandkoming van het gebouw.
Schermerhorn heeft grote betekenis gehad
voor de ontwikkeling van de geodesie, zowel
binnen als buiten de universiteit, en zijn
specialisatie was de fotogrammetrie, land
meten met luchtfoto’s. Hij heeft de Meet
kundige Dienst van Rijkswaterstaat (1931) en
het International Centre for Aerial Study (1951)
opgericht, die beide hier gehuisvest werden.
Voor de laatste werd zelfs een grote uitbouw
aan de achterkant gemaakt, want het hoofd
gebouw zat al vol met onder meer de Rijks
commissie voor Graadmeting en Waterpassing,
de Meetkundige Dienst, het Laboratorium voor
Geodesie, de Bijhoudingsdienst voor de Drie
hoeksmeting, en natuurlijk de opleiding voor
Civiel Landmeter.1 De gids herinnerde er graag
aan dat Schermerhorn na de Tweede Wereld
oorlog minister-president werd in het eerste
kabinet Schermerhorn-Drees. Naar verluidt is
het eerste kabinet zelfs in zijn werkkamer
beëdigd, omdat het in Den Haag nog enigzins
rommelig was direct na de oorlog. Maar vol
gens de folder van de gebouweigenaar DUWO
en HC die we in de hand gedrukt kregen, ging
het vooral om kabinetsvergaderingen op zijn
kamer.
De rondleiding werd voortgezet in de ruimten
op de tweede etage. Paul Breedveld, hoog
leraar Biodmedical Engineering bij de TUD,
ontving ons met een fascinerend verhaal over
één van de oudste rekenmachines, een
‘Arithmomètre’, in 1851 uitgevonden en ge
maakt door C.X. Thomas de Colmar. Hij legde
uit hoe de werking is gebaseerd op driedimen
sionale tandradjes.
Ik hoorde later dat ’s middags dr.ir. Bart Root,
docent Satellite tracking and Communication
bij de TUD, een prachtig verhaal vertelde over
zwaartekrachtmetingen in de jaren dertig aan
Open Monumentendag
11 september 2021
L JE Vi
-mUI r?
i
2021-4 De Hollandse Cirkel
2021-4 }De Hollandse Cirkel
de TU Delft)
(voormalige huisvesting van de Afdeling der Geodesie, Landmeten en
J’’.!.''
Waterpassen van
Ik heb het verhaal van de gids aangevuld op basis van: H.C. van der Hoek, ‘Kanaalweg 4’, in: Lustrumboek Snellius 1970-75 (1975),
p. 237-250. Met dank aan C. Nelis.