Bericht van de DHC-organisatie
0
FHU
in
I
J- HU
DeHÏSl
118
119
DHC-Monografie nr 8 over Wageningen
verschenen
Zie de bovenstaande twee kaartfragmenten
van hetzelfde RD-vierkant bij Rheden
(Gelderland); links van 1977, en rechts van
2021. Linksboven in beide RD-vierkanten
staat een kruisje (rood omcirkeld), dat het
snijpunt is van de breedtegraad 52 graden
Noord, met de lengtegraad 6 graden Oost.
Duidelijk is te zien dat het kruisje, en
daarmee het ‘geografisch stelsel’, ver
schoven is ten opzichte van de topografie
(ongeveer 110 meter). De reden is dat het
geografisch stelsel van de linkerkaart ge
baseerd is op de ellipsoïde van Bessel
Opmerking van de redactie
We hebben de door de auteur opgemerkte verschuiving voorgelegd aan dr. ir.
Hans van der Marel. Deze bevestigt het vermoeden dat de verschuiving, 35,2 m
oost en 108,3 m noord, de overgang van de Bessel-ellipsoïde (RD) naar de ETRS-
1989-ellipsoïde betreft (ter plaatse). En hij stelt daarbij de vraag waarom die pas
op de kaartuitgave van 2015 is aangebracht. Dat wordt desgevraagd verklaard
door ir. Hans van der Linde, die vermoedt dat dit geen urgentie had, omdat de
geografische coördinaten niet van belang zijn voor de civiele uitgaves (en dié zie
je in Topo-tijdreis). Bovendien zijn de RD-lijnen ook op hun plaats gehouden (en
dat blijft ook zo).
(1842), en dat van de rechterkaart waar
schijnlijk op de WGS84-ellipsoïde.
Conclusie: de tekst op het bordje van de
uitkijktoren valt in zoverre te nuanceren,
dat er niet meer gemeten wordt naar kerk
torens. Metingen vinden plaats met GPS in
een geografisch stelsel, waarbij onderwater
(door RDNAPTRANS) een conversie naar
het RD-stelsel plaatsvindt. Met andere
woorden, het RD-stelsel is nog spring
levend, en de topografische kaart getuigt
daarvan!
Onlangs is de monografie ‘Landmeters in
Wageningen’, van Martien Molenaar en
Janhein Loedeman, gepubliceerd als nr. 8 in
de reeks Historische Monografieën van de
Hollandse Cirkel; zie onze website:
https://www. hollandsecirkel. nl/
documentatiecentrum/g-h-monografieen?
format=raw&task=download&fid=329
Deze monografie behandelt de ont
wikkeling van het landmeetkundig
onderwijs en onderzoek in Wagenin
gen over de periode 1918-1999. Die
geschiedenis begint al aan het begin
van de 20ste eeuw bij de RHLBTS
(Rijks Hogere Land-, Bos- en Tuin
bouwschool, de voorloper van de
Landbouw Hogeschool), maar het
onderwijs krijgt pas vaste vorm met
het tot stand komen van de eerste
landmeterscursus voor het Kadaster
in Wageningen. Deze cursus werd
in 1935 - na het nodige gesteggel in
de landmeetkundige beroepsgroep
- overgeplaatst naar de TH Delft.
Nadien werd bij de Landbouw
Hogeschool het onderwijs in de
landmeetkunde voortgezet onder
leiding van Kruidhof, wiens
lectoraat in 1946 werd omgezet
in een ordinariaat. Kruidhofs
grootste verdienste is geweest het
tot stand brengen van een eigen
laboratorium, ‘Het Witte gebouw
op de Berg’, dat in 1953 werd
geopend.
Onder leiding van zijn opvolger
ad interim, Van Wely, kwam bij
de vakgroep de hoogst nood
zakelijke vernieuwing op gang,
met de ‘teledetectie’ - d.w.z.
‘remote sensing’ - als de drijvende kracht
daarachter. De echte omslag in de activiteiten
van de vakgroep kon echter pas gestalte
krijgen nadat de oorspronkelijke leeropdracht
‘Landmeetkunde en Waterpassen’ was uit
gebreid met ‘Teledetectie’ en toen Molenaar de
vakgroep ging leiden. Uiteindelijk heeft die
verandering - na vertrek in 1999 uit het ge
bouw op de Wageningse berg - geresulteerd in
het huidige Laboratory of Geo-Information
Science and Remote Sensing, gevestigd op de
Campus van Wageningen.
th -
^^isch-HistoriscbeWonografieën
K h e.d^h s cjij»
Landmeters in Wageningen
tiCFCig K
ir
Cirkel'
RD-vierkant 197-445 uit 1977
RD-vierkant 197-445 uit 2021
2022-3 De Hollandse Cirkel
-Hlr* II
- IJ
A 1
3
Martien Molenaar
Janhein Loedenian
orerde periodel918.J999 Rem°,e &nS"'S