Krayenhoff bij koning Lodewijk Napoleon, vervolg
Jan Stehouwer
94
95
In het vorige nummer (DHC 2022-2) hebt u
kunnen lezen hoe Krayenhoff via onder andere
Schimmelpenninck bij Koning Lodewijk Na
poleon terecht is gekomen, en door hem op 3
juli 1806 werd aangesteld als aide-de-camp,
tegenwoordig zou men zeggen ‘Adjudant van
de koning’. Dit had tot gevolg dat hij veel in de
omgeving van de koning, dus in het paleis,
moest verblijven. Zodoende kwam hij niet toe
aan het meten van zijn driehoeksnet. In het
door de TU-Delft samengestelde overzicht
‘Metingen Krayenhoff’1, waarin is aangegeven
welke punten door hem zijn gemeten en in
welk jaar, met de datum waarop hij daar is
begonnen, staat bij het jaar 1807, dat hij op
13-03-1808 is begonnen in Utrecht. Verder
zien we in 1808 geen andere bezochte stations,
evenals in 1809. Het daarna eerstvolgende
station was Leiden, waar hij op 06-04-1810 is
begonnen. Bij dit overzicht van de TU-Delft is
ook een animatie gemaakt die zeer de moeite
waard is om te bekijken.
In het zeer uitgebreide ‘Overzicht van de
Graadmetingen in Nederland’ door dr. J.D. van
der Plaats uit 18892, geeft deze reeds op blz.
230 een lijst van de per jaar gemeten aantallen
1801
1802
1803
1805
1807
1810
1811
Van der Plaats schrijft in een “levensschets”
van Krayenhoff3, dat hij in 1795 werd be
noemd tot Luitenant Kolonel Ingenieur, Direc
teur der Hollandsche Fortificatiën [28 maart
1806] en Inspecteur Generaal der Rivieren.
Dat was dus nog in de tijd van de Bataafse
Republiek. Tijdens de gesprekken die hij op 12
december 1805 en de daaropvolgende weken
voerde met Prins Lodewijk, zal hij veel indruk
op de prins hebben gemaakt, want, zo schrijft
Van der Plaats: “Hij stond bij Koning Lodewijk
Napoleon in hoogen gunst. Deze benoemde
hem tot zijnen Aide de Camp [6 of 7 juli 1806,
JS], tot Directeur van het depot van Oorlog
[18 juli 1806], tot Inspecteur der Artillerie en
Genie enz.; van 26 Mei 1809 - 3 Maart 1810
was hij Minister van Oorlog. Hij bood zijnen
Koning aan om Amsterdam desnoods tegen
den Franschen keizer te verdedigen.” In het
begin van de vorige aflevering hebt u kunnen
lezen dat hij, voordat hij naar Lent werd ge
stuurd om daar samen met Ver Huell en
Pijman met toen nog Prins Louis Napoleon te
onderhandelen, kort daarvoor op verzoek van
Schimmelpenninck de taak had uitgewerkt om
Amsterdam ‘in staat van tegenweer te stellen’.
Ook Krayenhoff moet meevechten
in de oorlog
De inwoners van het Koninkrijk Holland wa
ren niet erg enthousiast over de nieuwe Koning
Lodewijk Napoleon, een broer van de strijd
lustige Keizer Napoleon. Men was bang dat
ons land ook bij de strijd betrokken zou raken.
Dat die angst niet ten onrechte was, zal blijken
uit het volgende citaat, weer van mr. Tydeman:
“In het najaar van 1806, wanneer men bezig
was, om met Engeland, wegens den algemee-
nen vrede te onderhandelen, maakten de Pruis-
sen zeer groote oorlogstoebereidselen en na
men daarbij eenen zeer hoogen toon aan.
Keizer NAPOLEON, niet voldaan over den
uitslag zijner gevraagde explicatie ten aanzien
der oogmerken van het Berlijnsche Kabinet,
deed onverhoeds aan Pruissen de oorlog aan;
en noodigde Koning LODEWIJK uit, om een
Hollandsch Legercorps te velde te brengen,
onder den naam van Leger van het Noorden,
ten einde daarmede de operatien van den
In de eerste dagen van October verzamelde
zich dit Legercorps te Wezel, in het Groot-
Hertog-dom van Berg, na den vrede van
Presburg aan Prins JOACHIM MURAT ten
deel gevallen; brak, den 15den van die maand,
op naar Munster en wijders naar Cassel, al
waar de Maarschalk MORTIER even te voren
was aangekomen, en zich van alles had mees
ter gemaakt, zoo dat Koning LODEWIJK met
zijne troepen, den volgenden dag terugtrok
naar Paderborn, van waar hij vervolgens den
5
18
13
16
22
13
10
97
15
65
53
52
60
36
22
303
Maarschalk MORTIER te ondersteunen, die
gelast was den Keurvorst van Hessen-Cassel,
welke, als Pruissische Generaal, zich niet on
zijdig begeerde te houden, uit deszelfs staten te
verdrijven.
De Koning voldeed aan deze uitnoodiging;
bragt een aanzienlijk leger, van bijna 20.000
man, 3000 paarden en 40 stukken kanon bij
een; terwijl op den 13den September 1806 de
Colonel KRAYENHOFF benoemd werd, om
de Brigade Ingenieurs te commanderen, en den
Koning, in de ophanden zijnde campagne, te
vergezellen.
primaire stations, alsmede de stationnummers.
In 1801 waren dat 5 stations, in 1802 18, in
1803 13, 1804 geen, in 1805 16, in 1806 geen,
in 1807 22, in 1808 en 1809 geen, in 1810 13
en in 1811 10 stations. In totaal dus 97 pri
maire stations.
Cornells Rudolphus Theodorus Krayenhoff
2022-3 De Hollandse Cirkel
2022-3 De Hollandse Cirkel
Aantal
folios.
Overzicht van de
metingen per jaar, uit
D.J van der Plaats, in
K L 1889, p. 230
PRIMAIRE STATIONS.
Numbho'h
16, 17, 23, 34, 37.
13, 14; 16—19; 21—24; 27—32; 35, 36.
39, 40, 41, 46, 47;.52—58; 65.
20, 25, 26, 33, 34, 37, 38, 42, 43, 44; 47-50; 59, 70.
44, 45, 49, 50, 5160-6365—7173—7577, 79, 84.
76, 78; 80—83; 85, 86; 88—92.
93—99; 101, 102, 103.
Jaar. -
Aantal.
Keizer Napoleon, overgenomen uit Ambt en
Heerlijkheid, nr. 181, december 2013, p.12
3 Van der Plaats, p. 219
1 De oorspronkelijke Google Sheet staat op:
https://docs.google.com/spreadsheets/d/1APH38EhqXmwjKoJZnBJo0vrcqEgxMqrtrBRTaURjLYk/edit?usp=sharing
Het databestand dat gebruikt is voor de animatie is: https://github.com/bertspaan/krayenhoff-data/blob/master/krayenhoff.geojson
De animatie zelf is door Jules Schoonman van de TUDelft op YouTube gezet: https://www.youtube.com/watch?v=2PZNs-jout0
(met dank aan Jules Schoonman)
2 Dr. J.D. van der Plaats; Overzicht van de Graadmetingen in Nederland.; in ‘Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde’, verder
aan te duiden als K en L. In Hoofdstuk III. Krayenhoff, pp. 217 t/m 243 en in het vervolg op pp. 257 t/m 305 komt telkens weer het
werk van Krayenhoff langs.