140
141
meten naar 6 punten namelijk Signal aan den
Imbosch, Zutphen, Grol (=Groenlo), Boekholt
(=Bocholt Dld.), Cleef (Dld.) en Nijmegen. Het
centrum C ligt op de lijn van A richting Nij
megen op een afstand van 26,9166 voeten. De
hoekmeting nr. 1 die staat afgebeeld, toont aan
dat de richting tussen Zutphen en het Signal
aan den Imbosch 16 keer is ingesteld, en een
hoek opleverde van 45° 38’ 31,876” en dezelfde
hoek is ook nog bij hoekmetingen nr.10 (12 x),
nr.13 (16x) en nr. 17 (14x) gemeten. Op dit punt
Hettenheuvel zijn voor de meting van de 6 hoe
ken totaal 24 van zulke reeksen gemeten!6
Art. 3. “De kennis van den gezegden basis of
grondlijn, gedoogt alleen, om de daar aan ver
bondene zijden der driehoeken, met de ver-
eischte naauwkeurigheid te berekenen; maar is
geenszins voldoende, tot de juiste bepaling van
derzelver ligging op de vlakte van den Aard
bol: - Men is verplicht, ten einde derzelver af
stand en rigting tot den Equator te vinden, ter
plaatse van den aanvang der operatiën; zoo wel
sterrekundige waarnemingen op de Géographi-
sche Breedte te doen, als op het Azimuth van
den basis, dat is de neiging dezer lijn tot den
Meridiaan. En met deze gegevens kan men de
Breedte en het Azimuth vinden, voor elk der
overige punten van den schakel der driehoe
ken: maar dewijl deze waarnemingen telkens
verificatiën vorderen, zal men zich geenszins
mogen te vrede stellen, met de bepaling eener
enkele Breedte, of een enkel Azimuth en eene
enkele hoofdlijn. Men behoort aan het einde
van dezen schakel, de driehoeken andermaal
aan een of twee grondlijnen van verificatie te
verbinden, en ook daar ter plaatse, de waarne
mingen op de Breedte en Azimuth verschei
dene malen te herhalen, en bovendien nog, de
aldus gevondene punten wederom tot eenen
bekenden Meridiaan te herleiden; terwijl men
voorts menigvuldige Eclipsen en starbedekkin-
gen zal waarnemen, om daar uit de bepaling
der Géographische Lengte af te leiden”.
Art. 4. “De Repetitie-cirkel van den Heere
BORDA, is (met uitzondering der laatstge
noemde lengte waarnemingen alleen) voor alle
de overige veel beter geschikt, dan eenig an
der, der tot dus verre bekende werktuigen: - om
denzelven wel en met het minste tijdverlies te
behandelen, worden daar toe vereischt twee
Waarnemers, die ieder eenen der kijkers be
handelen; terwijl een derde, bij elke repetitie,
de waarneming opteekent; de som der dubbele
waarnemingen telkens deelt door het dubbel
getal der repetitiën; en alzoo de Waarnemers
over de regelmatige of de onregelmatige mar
che der uitkomsten kan doen oordeelen; het
welk van zeer groot belang is, en niet zeld
zaam zeer grove misslagen verhoeden kan.
Wanneer de Géographische Ingenieurs van dit
uitmuntend werktuig gebruik maken tot het
doen van horizontale hoekmetingen, zullen zij
gehouden zijn, op de navolgende voorschriften
acht te geven:
1°. Het middelpunt van elk station tot stand
plaats te verkiezen, of zulks, (gelijk meren
deels het geval is) niet mogelijk zijnde, zich
zoodanig daar van af te plaatsen, dat de data
tot de vereischte herleidingen, dat is, de afstand
des middelpunts van het station, tot het middel
punt van den Cirkel, mitsgaders de hoek van
directie, zonder de minste onzekerheid kunnen
bepaald worden: altoos in het oog houdende,
om op elk station zoo weinig standplaatsen te
nemen, als mogelijk is, en de voornoemde ge
gevens zoo eenvoudig te maken, als de om
standigheden gedoogen.” Zoals wij hiervoor al
zagen, heeft hij zelf bij het punt Hettenheuvel
al af moeten wijken van deze gewenste voor
waarde om het instrument in het middelpunt te
plaatsen. Uit een volgende bijlage, Bijlage N°.
II, waarop dezelfde schets van de in het punt
Hettenheuvel te meten richtingen staat afge-
beeld als in de afb. 5 te zien is, daaronder staat
in de tekst die te lezen is op afb. 6, dat opstel-
punt van de repetitiecirkel ten oosten van, en
aan de voet van het signaal gelegen was.7
2°. “Geene waarnemingen te doen dan bij eene
bekwame gesteldheid van den Dampkring, die
de voorwerpen genoegzaam zigtbaar en duide
lijk geteekend, doet voorkomen: daarbij in
zonderheid lettende, op de zijdelingsche ver-
lichting der voorwerpen; ten einde hier door
niet misleid te worden: - daar aan twijfelende,
zullen zij genoodzaakt zijn, de waarnemingen
op zoodanige andere tijden van den dag te her
halen, als waar op die zijdelingsche verlich
ting, in een tegengestelden zin, dat is van de
andere zijde, plaats heeft; om, door eene ge
paste middeling der uitkomsten, zich van de
ware opening der hoeken te kunnen verzeke
ren.” Als wij op afb. 5 van de Hettenheuvel de
rechts van de schets genoteerde waarnemingen
bekijken, dan zien wij dat er bij de “omstan
digheden” staat: Zutphen van voren verlicht,
Signal Imbosch zijdelings; beide Voorwerpen
zwak, voor al het Signal; zeer twijfelachtige
waarneming”. Deze metingen zal hij dus zeker
wel herhaald hebben.
“3°. Elke dubbele hoek ten minsten tot tien
maal, dat is, de enkele hoek tot twintigmalen
toe te herhalen, en zoo veel malen dezelfde
Serie te hermeten, als de min- of meer gun
stige omstandigheden gebieden. Nimmer zal
men mogen berusten bij eene enkele Serie, ten
ware zulks volstrekt niet anders mogelijk zijn
mogt.”
“4°. Telkens wanneer daartoe gelegenheid is,
op elk station den Tour de l’horizon geheel
rond te meten, ten einde door de optelling der
horizontale hoeken om het middelpunt, zeker
te kunnen zijn, dat ‘er geene grove misslagen
begaan zijn; dat is, die welke op de som van
360° meer dan twee secunden bedragen: -
Nooit zal men eenig station verlaten mogen,
zonder aan dit wezenlijk vereischte voldaan te
hebben: - En op plaatsen aan zee gelegen of de
zoodanige, waar dit onderzoek niet uitvoerlijk
is, zal men door andere middelen, bij voor-
“7°. Door bekwame hoogte metingen met den
Cirkel zelve, of eenig ander gepast Instrument,
den afstand te bepalen, op welke de voorschre-
vene waarnemingen, beneden het point de
mire, dat is, het toppunt der torens of van
signalen gedaan zijn; ten einde door deze en
andere gegevens, de zoogenaamde verschillen
van het waterpas (différences de niveau) te
kunnen bepalen, en naderhand alle de top
punten der driehoeken tot een en hetzelfde vlak
of horizon, bijvoorbeeld de oppervlakte der
zee, te herleiden. - Bij deze hoogte meting zal
eene schetswijze teekening van de gedaante
der torens of signalen behooren gevoegd te
worden.” Vergelijk de schets van de hoogte
meting op afb. 7 uit 1803, met de foto van de
zelfde Westertoren in Amsterdam, nu als punt
van de Rijksdriehoeksmeting (R.D.) ruim 100
jaar later namelijk in 1909, op afbeelding 8.
beeld, door het meten van twee hoeken te
zamen genomen, beproeven kunnen, welke
zekerheid ‘er is voor de beide enkele daar in
begrepen.”
“5°. Met gelijke naauwkeurigheid te meten de
afstanden tot het Zenith van de points de mire
der voorwerpen, die de horizontale hoeken
bepalen; ten einde de data te bekomen voor de
vereischte herleidingen tot den horizon; doch
daar een misslag van zeer weinige secunden,
slechts een geringen invloed op deze reductiën
hebben kan, zal het voldoende zijn, de dubbele
hoeken dezer observatiën, naar gelang der om
standigheden, alleenlijk tot drie a vier malen te
herhalen; terwijl bij elke dezer waarnemingen
de stand van Barometer en Thermometer be
hoort te worden aangeteekend; ten einde de
vereischte correctie aan den invloed der refrac
tie te kunnen toebrengen.”
“6°. Bij elke horizontale waarneming, het
standpunt, de datum van den dag, het uur
waarop, en de omstandigheden waarin dezelve
geschieden, zeer naauwkeurig aanteteekenen:
alles overeenkomstig het model der te houdene
Registers, achter deze voorschriften gevoegd.
(Zie bijlage N°. I.)”
“8°. Eindelijk zullen de Géographische Ingeni
eurs gehouden zijn, hunne registers oorspron-
STANDPLAATS.
SIGNAL op den HETTENHEUVEL.
2022-4 De Hollandse Cirkel
2022-4 De Hollandse Cirkel
6
7
Afb. 6. Detail van de tekst afkomstig van een
bladzijde van “Bijlage N°. II. (deze bijlage heeft
circa 20pagina’s). De tekst van deze afb. gaat over
de Hettenheuvel.
Dtn ad», 3*, 5*» 9**
De waarnemingen zijn alle gedaan uit het punt Aaan den voeten tea ocaten vu
betop dezen Berg opgerigtte Signal; ló voeten beneden bet toppunt van hetzelve.
C b bet middelpunt van den in bet centrum van bet Signal, ia den jarc 180$
geftt.den Steengemerkt N*. II.
Deze metingen staat allemaal afgedrukt in de “Bijlage N°. I, Behoorende tot het 4e Artikel (N°.6)".
“Bijlage N° II, Behoorende tot het 4e Artikel (N°.8)"