138 139 grote animator was van een ander genoot schap: Felix Meritis. Ze kenden elkaar wel, want toen Krayenhoff samen met de geleerde koopman Paets van Troostwijk aan een wed strijd mee deed, en daarbij een tekst van 319 blz. inclusief de afbeeldingen (“of de kunst matig opgewekte elektriciteit werkelijk had bijgedragen tot de vooruitgang van de natuur wetenschap en, bij medische toediening, tot het heil van de menselijke soort”) in de Latijnse taal hadden ingestuurd, heeft Van Swinden deze voor hen in het Frans vertaald.3 Voor Krayenhoff de repetitiecirkel kreeg, had hij nog nooit eerder zo’n instrument gezien, en hij moest nog leren hoe hij daarmee om moest gaan. Om uit te leggen hoe er mee gewerkt moet worden, maak ik, met zijn toestemming, nogmaals gebruik van de tekst van Huib Ekkelenkamp4: Jean-Charles de Borda (1733 1799), wiskundige, natuurkundige en officier bij de Franse marine ontwikkelde de door de Duitse astronoom Tobias Mayer (1723-1762) ontworpen repetitiecirkel verder, waarbij door herhaling van metingen verdere nauwkeurig heid behaald kon worden. “Instrumentmaker Etienne Lenoir (1744-1832) in Parijs benaderde Borda en ontwikkelde in nauwe samenwerking met hem een reflectiecirkel voor gebruik op zee en een repetitiecirkel voor gebruik aan land. Beiden maken gebruik van middeling van herhaalde metingen. De reflectiecirkel heeft één (richt)kijker of telescoop, om in combinatie met reflecterende spiegels de hoek tussen een hemellichaam en de horizon of tus sen hemellichamen te meten. De repetitiecirkel voor landmetingen werkt met twee identieke kijkers voor meting van de onderlinge hoek tussen twee objecten. De reflectiecirkel werd als een sextant in de hand gehouden, de repeti- tiecirkel stond op een voet en kon gekanteld worden, zodat metingen in allerlei richtingen mogelijk waren. (te zien op afb.2) Het prin cipe van repetitiemetingen is met afbeelding 4 verduidelijkt. De cirkel is verdeeld in 360 gra den, elke graad heeft 60 boogminuten en elke boogminuut 60 boogseconden. Tussen de ob jecten 1 en 2 moet de hoek bepaald worden. Bij A wordt de groene kijker op object 1 ge richt en de rode kijker op object 2. In het voor beeld is die hoek 20°. Beide kijkers zitten vast geklemd op de cirkel. Bij B wordt nu de groene kijker gericht op object 2 en zijn beide kijkers met de cirkel dus over 20° gedraaid. Vervol gens wordt de rode kijker losgemaakt van de cirkel en bij C weer op object 1 gericht. Dien- tengevolge wordt op de cirkel voor de rode kijker met afleesmicroscopen op de cirkelrand een tweemaal grotere hoek van 40° afgelezen. Het proces kan zo herhaald worden, bij D-E met het verstellen van de groene kijker en bij F-G met de rode kijker. Door de aflezing steeds door het aantal metingen te delen wordt een deel van de instrumentele fouten en aflees- fouten uitgemiddeld, zodat de nauwkeurigheid van de berekende gemiddelde waarde van de gemeten hoek toeneemt met het aantal metin gen. Zo behaalde men nauwkeurigheden van enkele boogseconden. Instrumentele fouten door excentriciteit van de kijkers, slijtage en foute positionering van de haarlijnen in het oculair worden zo echter niet gecompen- seerd”.5 Op afbeelding 5 is te zien, dat op het opstelpunt A van het instrument bij Signal op den Hettenheuvel de richtingen werden ge- ZUTPHEN tN SIGNAL nn den 1MBOSCII. 2022-4 De Hollandse Cirkel 2022-4 De Hollandse Cirkel Zalf hen van wt» verlicht Koorwerken zwak, voor al neming. Bar om; sp,8$. 180S. SIGNAL NSlI. t. Signal Jnikoich zff:” tl ha Signal; zeer twijfel SIGNAL optfcn HETTENHEUVEL. Maandag den iflen Juni] 1807. VOORMIDDAG TKN!C| V R 1 M. Afb. 5. De schets van de door Krayenhoff gemeten hoeken op het punt A op de Hettenheuvel, een tekening van de bovenkant van de steen, en de gemeten gerepeteerde hoek naar de punten Zutphen en Signal aan den Imbosch. Afkomstig uit “Bijlage N°. I. “(deze bijlage heeft 25 blz.) tijddingi; lelde de wijfdachiigc vaar* Tmkrm: 65,ca Afb. 4. De afbeelding behorend bij de uitleg van Huib Ekkelenkamp over het principe van de metingen, uit hetzelfde boek blz. 66. 3 Uitterhoeve, blz.69 4 Huib Ekkelenkamp, “De repetitiecirkel van Borda en Lenoir”, uit het boek “175 jaar TU Delft”, blz. 65 t/m 69. 5 Huib Ekkelenkamp, “De repetitiecirkel van Borda en Lenoir”, uit het boek “175 jaar TU Delft”, blz. 65 t/m 69. A f 40* D 20’ B 20’ *0* C 182. V3« 638. 73°* 31.S7S.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2022 | | pagina 9