58 59 hij met een dochter van John Dollond, een bekende maker van optiek. Op afb.4 staat Ramsden afgebeeld naast zijn “verdeel machine”, die hij heeft uitgevonden om nauwkeurige verdelingen op zijn instrumenten te kunnen graveren. Hij werd in 1776 benoemd tot maker van wiskundige instrumenten in de Board of Ordnance en bereikte het hoogtepunt in zijn carrière in 1787 met de constructie van de 3ft theodoliet, die door William Roy werd gebruikt bij de driehoeksmeting van Zuidoost- Engeland van 1787 tot 1788. Zijn 2e 3ft theodoliet (afb. 5) werd in 1791 aangekocht door de Board of Ordnance. Zijn obsessie om de hoogste perfectie te leveren, resulteerde in lange levertijden voor de meeste van zijn instrumenten en leidde tot een bitter geschil met die zelfde Roy. Zijn volledige minachting voor levertijden wordt geïllustreerd door de gelegenheid waarbij “hij, juist in Buckingham House aanwezig was op het tijdstip dat in het koninklijk mandaat werd genoemd”. De koning merkte op dat hij “punctueel was wat betreft de dag en het uur, maar wel een heel jaar te laat”. H.C. Pouls schreef over die waterpassingen van Krayenhoff, dat hij werkte met het in Engeland ontwikkelde instrument van Ramsden dat in ons land o.a. vervaardigd werd bij Kleman in Amsterdam, het exemplaar op de foto is gemaakt bij Onderdenwijngaart Canzius in Delft en wordt bewaard bij de TU- Delft.2 Het is wel vreemd, dat in zijn in 1808 geschreven instructie de keuze wordt gemaakt voor een door Ramsden in Engeland ont wikkeld instrument, dus uit het land waarmee de Bataafse Republiek op voet van oorlog leefde, en niet van Franse makelij! Het tweede instrument dat wel gebruikt mocht worden, beschrijft hij als “Het waterpas a bulle d’air met twee kijkers, volgens de constructie van LE NOIR”. Dit leverde mij de nodige proble men op. Van dit wèl in Frankrijk vervaardigde instrument daar is door mij nergens een water pasinstrument van Lenoir met twee kijkers aangetroffen! Hij maakte wel theodolieten met twee kijkers (afb. 6). Deze foto is door mij gemaakt op 14-03-2007 bij de Topografische Dienst in Emmen, aan de hand van het tekening opgenomen, in 1828 als fig. 28, in 1842 als fig. 121, alleen de letters die daarop geplaatst zijn, verschillen. De nu volgende beschrij ving volgt die uit 1828. “Fig. 28 stelt dit instrument voor: hetzelve bestaat uit eene koperen cirkelvormige schijf AA, welke in den vorm van een rad of wiel is uitgesneden, om het gewigt van dezelve zoo veel mogelijk te verminderen: in het midden is een gat geboord, dienende om eene der tappen te ontvangen, welke zich aan de buis des kijkers in de diametrale rigting bevinden”. In die stijl gaat Van Kerkwijk nog 2 blz. door met de beschrijving van dit instrument (blz. 110 t/m 113). Vervolgens staat op blz. 114, bijna onderaan”; 77. De Heer LENOIR heeft dit zelfde instrument nog zoo ingericht, dat men hetzelve, behalve voor waterpassingen, ook nog zal kunnen bezigen tot het meten van horizontale en verticale hoeken, en tot dat einde eenen verdeelden rand, twee kijkers en den daartoe verder benoodigden toestel aangebragt. Deze inrigting gaan wij, als niet tot het doel dezer verhandeling behoorende, met stilzwijgen voorbij”. [het boek heeft immers de naam Verhandeling over het Waterpassen] Nu gaan we weer verder met de tekst van Krayenhoffs Instructie voor de Geographische Ingenieurs: opgeplakte nummertje kon ik de beschrijving vinden, zoals medewerkers van die dienst op een lijst hadden genoteerd. Dit betreft ”een messing theodoliet met open horizontale rand, en een gedeeltelijke verticale rand (30°). Met excentrische onderkijker. en repetitie-as. Vermelding fabrikant: Lenoir a Paris (op de horizontale rand). Lange kijker (ca. 44 cm) met afschroefbaar buisniveau. Het bovenstuk met kijker is afschroefbaar, en als de kijker daar uitgenomen wordt, is deze omlegbaar met de beide vierkante blokken op de horizontale rand”, waardoor het instrument geschikt is om mee te waterpassen (als zgn.“cirkel niveau van Lenoir”). Is gereviseerd in 1987”. De theodoliet staat thans in het Kadaster- museum in Arnhem, als inv. nr. 4696. Vanwege de hierboven door mij vet-gedrukte tekst, is mijn vermoeden dat dit dus het door Krayenhoff bedoelde instrument is. Maar in alle leerboeken uit die tijd zoals: Verhandeling over het Waterpassen enz. door G.A. van Kerkwijk (1828), Geodesie voor de Kadetten van alle wapenen, ook van G.A. van Kerkwijk (1842) enz. staan wel afbeeldingen van het waterpasinstrument van Lenoir in Parijs, met slechts 1 kijker, (afb. 7) zelfs met uitgebreide toelichtingen opgenomen. Dat was dus waar schijnlijk de “normale” Cirkel van Lenoir, die het meeste gebruik zal zijn. In de beide boeken van Van Kerkwijk staat precies dezelfde Afb. 6. Theodoliet van Lenoir Afb. 4. Jesse Ramsden Afb. 5. De 3ft theodoliet van Ramsden 2 Afb. 7. Niveau Cercle van Lenoir 2023-2 De Hollandse Cirkel 2023-2 De Hollandse Cirkel H.C. Pouls, “Beweging en stilstand. Enige beschouwingen in verband met de geschiedenis van het waterpassen”, in het lustrumboek 1980-1985: Voortdurend in beweging, van het Landmeetkundig Gezelschap “Snellius” blz. 29 t/m 50.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2023 | | pagina 13