c
r
8,765
60
Art. 2. “Het getal der Ingenieurs, tot het doen
eener Waterpassing bestemd, zal uit vier
Personen bestaan kunnen; [hieronder zal
blijken dat die 4 personen de ingenieurs waren,
de andere 6(!) telden kennelijk niet mee!]; waar
van de eerstbenoemde, alleen het Instrument
of Waterpas zal behandelen; twee van de drie
overigen, zullen bij de beide Bakens, te weten:
één achter en één vóóruit geplaatst zijn; om op
derzelver goede behandeling te letten en de
registers te houden, voor elk station; de vierde
Ingenieur zal altijd met de Meetsnoer voor
waarts zijn; zoo wel om de standplaatsen van
het Instrument, als van de Bakens te bepalen;
hij zal te gelijker tijd belast zijn met de
contrarole, of contra - aanteekeningen der
beide Bakens.”
Art. 3. “Elke waarneming, achter en voor
waarts, zal tot tweemaal toe behooren herhaald
te worden; en de registers zullen dienen
ingerigt te zijn, overeenkomstig het model,
achter deze Instructie gevoegd. (zie bijlage
N°.V).” [deze bijlage ontbreekt in de tot mijn
beschikking staande gedownloade edities]
Art. 4. “De Officier, welke in het bijzonder
belast is met de behandeling van het
Instrument, zal het zelve des morgens, bij den
aanvang zijner werkzaamheden, behoorlijk
examineren en verifiëren: - hetzelde zal
behooren te geschieden des avonds, bij het
staken van den arbeid. Ingeval het des avonds
onverhoopt gebeuren mogt, dat men eenige
ontsteltenis in het werktuig ontdekte, (het welk
nogtans bij eene goede behandeling nooit of
zeer zeldzaam kan plaats hebben) zal men den
arbeid van dien dag dadelijk verwerpen en van
nieuws hervatten.”
Art. 5. “Ten einde eene geconcateneerde
Waterpassing, zoodanig te verdeelen, dat men
telkens deze misslagen gemakkelijk zal
kunnen herstellen; behoort de Officier, die het
Instrument behandelt, zorg te dragen; dat van
afstand tot afstand, en niet verder dan één a
één en een vierde uurs van elkanderen ver
wijderd, in daartoe geschikte, hechte en zoo
veel mogelijk duurzame voorwerpen, gekruiste
Hakkelbouten worden ingeslagen; van ge
daante als de figuur, achter deze voorschriften
gevoegd, aanwijst; (afb. 8, 9, 10 en 11)
zullende hij, bij het inslaan van dezelve, zoo
dikwijls zulks mogt vereischt worden, daar toe
de toestemming der Eigenaren of Bewoneren
trachten te erlangen. Tevens zal hij verpligt
zijn, van dat voorwerp, waar in een Hakkel
bout geslagen wordt, eene luchtige teekening,
of zelfs te maken, of door iemand der overige
Officieren te doen vervaardigen; met aan
wijzing der plaats, alwaar de Hakkelbout is
ingeslagen; ten einde op deze wijze, de repéres
des te meer te verzekeren. (men zie de
teekeningen achter de Ve bijlage).[Omdat, zoals
hierboven is aangegeven, die bijlage ontbreekt,
is door mij een andere afbeelding van zo’n
schets toegevoegd. Zie afb. 8, vergelijk afb.
10] Voorts zal hij zorg dragen; dat des avonds,
of telkens wanneer het weder verhinderen
mogt, de werkzaamheden voorttezetten, het
paaltje of punt, waar uit hij de operatiën moet
vervolgen, behoorlijk worde verzekerd; of wel
dat de Waterpassing van dien dag, op een
Hakkelbout worde gesloten; ten einde de
misslagen, die door de verzetting van dat punt
zouden kunnen ontstaan, voor te komen.”
Art. 6. “De Officier, met de eene of andere
Waterpassing en Chef belast, zal gehouden
zijn; zich altoos in het midden van elke stand
plaats, met deszelfs Instrument te plaatsen; om
daar door de correctie te besparen, welke
anderzins de afwijking van den tangent van
den boog des Aardkloots, of de refractie,
vorderen zouden. Hij zal de afstand tot elke
Baak, niet grooter mogen bepalen, dan op 80
roeden; [dat is dus maximaal 300 meter] ten
ware hij verplicht mogt zijn, in den schakel
zijner operatiën eene Rivier over te gaan, die
eene meerdere breedte bezat; in welk geval hij
de waarnemingen, ten minsten zes malen zal
behooren te herhalen; om door het nemen van
een midden uit alle deze observatiën, ten
aanzien zijner operatie zeker te zijn; toeziende,
dat hij in dit geval het Instrument zeer nabij
aan den oever der Rivier plaatse; en de afstand
achterwaarts, of, aan de breedte der Rivier
gelijk neme, of zorg drage, om aan de ongelijk
heid der afstanden, zoo wel de correctie van de
afwijking der tangent van den Aardkloot, als
van het verschil der refractie toe te brengen.”
Art. 7. “Hij zal wijders zorg dragen; dat de
waarnemingen door de Ingenieurs, aan wien
de behandeling der Bakens is aanbevolen, en
die, welke dezelve contrarolleert; behoorlijk en
duidelijk leesbaar, met zeer goed potlood,
aangeteekend, en des avonds alle in inkt
overgeschreven, met de meeste aandacht
gecollationeerd en met alle juistheid tot het
punt van aanvang of vergelijking herleid
worden; alles overeenkomstig het model,
achter deze voorschriften geplaatst; op zijne
verantwoordelijkheid toeziende, dat dezen
arbeid nimmer tot den volgende dag worde
uitgesteld. Hij zelve belast zich, met het maken
der vereischte aanmerkingen, waar dezelve
mogten te stade komen; alles ingevolge het
meergemelde model (zie bijlage No.V).”
Art. 8. “De ingenieur welke belast is met de
bepaling der standplaatsen; zoo voor de
Bakens als voor het Instrument, zal daartoe
gebruik maken van de boven aangehaalde
Meetsnoer; en de afstanden wederzijds het
Instrument, zoodanig bepalen, dat de ver-
kozene punten, door den Waarnemer behoor
lijk kunnen worden gezien; en van denzelven
niet meer verwijderd zijn dan 80 roeden: -- Hij
zal de plaats voor het Instrument of den
Waarnemer, met een lang paaltje of piquet,
even in den grond gestoken, aanwijzen; en die
der Bakens door kortere piquet palen, wel vast
en gelijks de oppervlakte van het land in den
grond geslagen: -- hij zal behooren voorzien te
zijn, van eene goede Kaart, door het Depot van
Oorlog te verstrekken; ten einde daar op aan te
wijzen, de juiste plaats van elk standpunt;
voorts zal hij bij elk dezer standplaatsen, de
lengtens of afstanden uit het middelpunt van
het instrument, bij de respective contrarole der
Bakens opteekenen.”[ 80 roeden is ongeveer
300 meter
r~p 1 a t E N
db*
vekkenmerken.
AAX
X*
Meten.
V.
Afb. 11. Instructie inzake de hakkelbout
45- 8-
14’145-
17-n. oj
6.
Afb. 10. Ansichtkaart van het voormalige veerhuis
61
2023-2 De Hollandse Cirkel
2023-2 De Hollandse Cirkel
Derielver betrckkiaj
10c AP.
D- L.
r.ijjln den oost-gcvel op
den hoek ten noor
den naast het kel-
dcr-venstcr van het
Rhtcdenfche veer
huis.
Boven-vlak van den
dekfteenopdenoos-
iclijken buiten vleu
gel van de I.aium-
kchf Ili-U-ttwinn.
Afb. 8 en 9. Schets en beschrijving boutlocatie in
het Veerhuis in Rheden