68
69
Archiefinventaris
De bewaarders en andere hoofden van dienst
moesten vroeger een inventaris van hun archief
bewaren en bijhouden. Dat bepaalde de
“Algemeene instructie regelende het beheer, de
In de documenten zijn ook de zogenoemde
Russische obligaties aan toonder te vinden.
Deze waren rond de eeuwwisseling zeer
populair, gezien de verwachtingen in verband
met de industrialisatie van Rusland.
Nederlandse investeerders hadden vóór 1917
tussen één en twee miljard gulden belegd in
Russische obligaties en spoorwegleningen. De
Oktoberrevolutie van 1917 gooide roet in het
eten. De obligaties waren opeens waardeloos.
Na de revolutie staakten de Russen namelijk de
rente- en aflossingsbetalingen.
boekhouding en de verdere verplichtingen van
de ambtenaren van de registratie, de successie
en het zegel”. Dat was een boekwerk van 238
bladzijden met 733 grotendeels overbodige
artikelen. In zwaarwichtige woorden werd
bepaald dat je bevelen moest opvolgen, het
nummeren van documenten met 1 moest
beginnen, een kantoorgebouw van een slot
moest zijn voorzien, enz. Zo luidde artikel 80:
“Alle registers, memorialen en tafels moeten
net en zindelijk worden bewerkt. Het schrift
moet duidelijk en leesbaar zijn”. De artikelen
26 en 27, naar de uitgave van 1889, regelden de
inventarissen. De inventarissen bieden niet
alleen een interessante blik in 200 jaar
vastgoedregistratie, maar maken ook duidelijk
hoe men gehuisvest was, hoe de kantoren
waren ingericht, hoe deze werden verwarmd
enz. Een paar grepen eruit:
Men vindt er een opsomming van de
registers en documenten van het Franse
hypothecaire stelsel. Dat waren registers van
eigendomsovergangen van gebouwde en
ongebouwde eigendommen die krachtens de
wet van 8 frimaire jaar VII door de maires
en gemeentebesturen zijn aangelegd en
bijgehouden. Bij Koninklijk besluit van 17
juli 1915 zijn deze naar het Kadaster
overgebracht. Bij Koninklijk besluit van 24
november 1932 zijn deze overgedragen aan
het Rijksarchief.
De openbare registers van 1811 tot 1 oktober
1838 zijn er in opgesomd. Bij de bewaring
van de hypotheken te Assen werden in die
periode 48 delen aangelegd voor de
Gerechtshof in Leeuwarden blijkt
overigens dat beide sleutels daar in
het bezit van de bewaarder waren!
Verder moest er een goede regi
stratie worden bijgehouden. Er
golden financiële sancties die de
bewaarder tot uiterste nauwkeurig
heid moesten dwingen. Deze wat
vreemde taak van de bewaarder
heeft geduurd tot 16 oktober 1936.
Toen werd bij wet van 27 maart
1936 bepaald dat deze taak over
ging naar de Nederlandsche Bank.
De overdracht aan de bank was
voor de bewaarder nog een heel
circus: op 15 oktober 1936 moest
hij na sluitingstijd van het kantoor
een brief aan de bank schrijven wat de inhoud
van de brandkast was. De griffier moest zijn
sleutel aan de bewaarder geven. De lege
brandkast mocht de bewaarder niet houden. Na
de avond van 15 oktober mochten bewaarder
en griffier niet meer in de brandkast komen.
Bij die overdracht mochten de rechthebbenden
op de effecten aanwezig zijn. Als je alle
voorschriften leest, zullen de bewaarders eind
oktober 1936 een zucht van verlichting hebben
geslaakt! Dat zal zeker voor de bewaarder in
’s-Hertogenbosch hebben gegolden, want zijn
brandkast was blijkens de inventaris van
meubilair defect. Ook daar bleken twee sleutels
te zijn! In het Kadastermuseum zijn nog
diverse registers en documenten aanwezig die
aan deze taak herinneren.
inschrijving van hypotheken en 99 voor de
overschrijving van akten van levering e.d.
In Goes kreeg men in 1914 nieuwe bureaus.
Voorin de inventaris van het Kadaster te
’s-Gravenhage staat: “Bij brief Rijksarchi
varis 15 October 1910, 406, Corr. 8782, zijn
ingekomen diverse stukken van het jaar 1811,
tot dusverre aanwezig in het Rijksarchief,
verzameld in 10 portefeuilles of pakketten.
Deze stukken, afkomstig van de rechterlijke
collegiën, destijds alstoen belast met de
bewaring der hypotheken, zijn eenigszins
nader aangeduid op het bij opgemelden brief
gevoegde proces-verbaal van overgifte”.
In het kantoor van de bewaring van de
hypotheken, het kadaster en de scheeps-
bewijzen te ’s-Gravenhage, waren in 1857
aanwezig o.a.:
“1 nieuwe ladder met 13 sporten
kachelpijpen
2 ijzeren doofpotten
1 ijzeren aschpot
1 lantaarn
5 ijzeren turfbakken
1 bijl
1 kolenbak
1 tang
2 schoppen”.
Kadaster Groningen: kamer landmeters werd
verwarmd met “Eene gegoten kolomkachel
hoog 1.20 m met toebehoren”. Over de
verwarming van de kantoren was altijd heel
wat te doen. Op 4 juli 1929 moest de be
waarder van de hypotheken en het kadaster
te Appingedam opgaaf doen van de ver
bruikte brandstoffen. Behalve het kantoor
van het Kadaster was in het gebouw ook de
Registratie en de Domeinen gevestigd en de
woning van de conciërge. Verbruikt waren
(jaarverbruik): 190 hectoliter eierkolen, 8000
baggerturven, 700 hectoliter lange turven,
100 briketten, 250 kg brandhout en 1,5
hectoliter houtskool. In 1934 werd het
Kantongerecht te Onderdendam opgeheven.
Daar lagen nog 4000 baggerturven en 10
hectoliter antraciet (samen 37,50 gulden
waard). De directeur der Registratie en
Domeinen schreef aan de bewaarder te
Appingedam of hij die wilde overnemen. Het
antwoord is niet bekend maar hij zal positief
hebben gereageerd. Als men bedenkt hoe-
/./7
Cy, 12^,,.,. <6
z z
(p 5
Cf. y-' 7"'"
Snnnvrkinflrn.
deb
Tekening van de bureaus in Goes
Ook Russische obligaties
Consignatie van effecten
2023-2 De Hollandse Cirkel
2023-2 De Hollandse Cirkel
TEKCCCEGEVE5E of AF6EQEVEKE STÜKKE5.
ZX-Z"'
/j
'f
Z ‘frrA
fl'
JUauvrhtaftB.
titnsn
2.
mot i» niwxRnc ooi» sn kkr.v