De Geodetische Boog van Struve
9
Ad van der Meer
48
49
Kadaster te Tilburg?
Op 23 juni 1914 vroeg het gemeentebestuur
van Tilburg aan de Minister van Financiën of
er in Tilburg een Kadaster mocht komen. Het
Kadaster in ’s-Hertogenbosch werd om advies
gevraagd en de bewaarder aldaar reageerde als
door een wesp gestoken. Alle al dan niet
zinnige argumenten contra werden uit de kast
gehaald:
Een kantoor in Tilburg zou slechts een kwart
van de omvang van het kantoor in
’s-Hertogenbosch zijn en dus te klein.
In het rayon Tilburg waren slechts vier
notarissen; die maakten erg korte akten;
daardoor zou er te weinig kadastraal recht
(tarief) binnenkomen, want de inkomsten
waren grotendeels gerelateerd aan de omvang
van de over te schrijven akten. De inkomsten
waren toen dus nog voor de bewaarder
persoonlijk. Voor de bewaarder in Tilburg
zou het dus hongerlijden worden. Dat zou de
bewaarder in ’s-Hertogenbosch wellicht niet
erg hebben gevonden, maar zijn inkomsten
zouden daardoor dalen.
Correspondentie
In de oude correspondentie lezen we steeds
over problemen met kolenkachels, het gebouw
dat voortdurend onderhoud behoeft (en meestal
niet krijgt), ondraaglijke stank door het urinoir,
bezuinigingen, wangedrag van personeelsleden
en meer onaangename dingen. Ik neem aan dat
de plezierige dingen overheersten, maar niet
tot correspondentie leidden.
Er kwam nooit een Kadaster in Tilburg.
Hoewel In maart 1944 werden de kantoren
van de Belastingdienst te Zierikzee (waarin
ook het Kadaster was gehuisvest) onderbracht
in het Centraal Belastinggebouw te Tilburg,
Stationsstraat 24/26. Dat gebeurde in het kader
van de evacuatie van het eiland Schouwen. Het
gebouw te Zierikzee werd daarna ontruimd op
bevel van de Duitsers. In juni 1945 volgde de
terugkeer naar Zierikzee.
De vele vestigingen hadden vroeger een
omvang waardoor iedereen binnen één dag
naar het kantoor kon en weer terug, met
gebruikmaking van de toenmalige middelen
van openbaar vervoer: de postkoets en de
trekschuit. Zo bezien hebben vele vestigingen
nog lang bestaan.
Het kopiëren (overschrijven) van de
bestaande openbare registers van 1811 tot
1914 ten behoeve van een kantoor in Tilburg,
zou aan kosten van de bladschrijvers
f. 18.280 bedragen, nog los van 3500 gulden
voor papier en inkt.
Die kopieën zouden rechtskracht missen
omdat het maar kopieën waren. Het was niet
de laatste maal dat naar dit argument werd
gegrepen: in 1992 werd de auteur van dit
artikel bewaarder in Alkmaar en Amsterdam.
De toen bestaande Vereniging van
Hypotheekbewaarders zond een klacht aan
de Minister omdat ik geen meester in de
rechten was (ik vond dat ook niet nodig).
Men achtte dit in strijd met de Kadasterwet
en men greep ook toen naar het argument: de
openbare registers in Noord-Holland misten
rechtskracht vanaf het moment dat ik daar
bewaarder werd. De toenmalige
hoofddirecteur van het Kadaster achtte mijn
opleiding echter meer dan voldoende, ook om
het antwoord op deze brief te redigeren. Ik
heb het antwoord toen geschreven, waarbij
wat voorlichting werd gegeven over hoe de
Kadasterwet op dit punt in elkaar stak, ervan
uitgaande dat ik aan gewone burgers schreef.
Een hoge ome heeft die brief toen onder
tekend, hoewel ook hem de subtiele spot in
dit antwoord moet zijn opgevallen.
De Chinese Muur is het langste Unesco-
werelderfgoed, ongeveer 6400 km, en er wordt
gezegd dat je hem vanaf de maan kunt zien.
Dat geldt helaas niet voor het enige Unesco-
werelderfgoed dat een geodetisch karakter
heeft. Maar met 2820 kilometer lengte is het
desondanks een indrukwekkend monument.
En dat je het niet ziet vanaf de maan is nu
eenmaal inherent aan geodetisch werk: dat is
meestal onzichtbaar. We hebben het hier over
de zogeheten Geodetische Boog van Struve,
een driehoeksketting vanaf de Noordkaap tot
aan de Zwarte Zee, die ontstaan en gemeten is
in de eerste helft van de 19e eeuw.
Graadmetingen
Het idee om de omtrek van de aarde te meten
is, zoals de lezers van dit tijdschrift weten,
natuurlijk al oud. Bekend is de eerste poging
door Eratosthenes rond 200 vC in Egypte.1
Serieuzer werd het nadat de driehoeksmeting
als methode was ontwikkeld door Snellius.
Bekend zijn diens driehoeksketting van ruim
110 km in West-Nederland van 1617, waaruit
hij een aardse omtrek van 38.653 km
berekende).2 De bekende Cassini-familie hield
zich er ook uitgebreid mee bezig: zij maten
tussen 1681 en 1742 wel vier bogen, samen
zo’n 900 km lang. De uitkomsten waren echter
niet goed genoeg om de afplatting van de
aarde mee te kunnen vaststellen. De Franse
Academie van Wetenschappen zond daarom
expedities uit naar Peru (1735-1745) en naar
Lapland (1736-1737, onder Maupertuis).
Daarmee werd onder meer bevestigd dat de
aarde aan de polen is afgeplat. Daarmee leek
dit onderwerp afdoende onderzocht.
Er volgde desondanks toch weer een nieuwe
Franse graadmeting, en wel die van Delambre/
Méchain. Die had een heel ander doel. De
Franse (revolutionaire) Academie van Weten
schappen had in 1791 namelijk besloten dat er
een nieuwe standaard-meeteenheid moest
komen, de meter, met een op de natuur
gebaseerde lengte. Die werd bepaald op lengte
van 1/10.000.000 van een kwart van de omtrek
van de aarde. De bestaande metingen werden
niet nauwkeurig genoeg bevonden, reden
waarom Delambre en Méchain tussen 1792 en
1798 een driehoeksketting langs de meridiaan
Manche
Amiens’
Loire
Bourges
FRANCE
ivaux
PYRENEES
ESPAGNE
2023-2 De Hollandse Cirkel
2023-2 De Hollandse Cirkel
Afb. 17. Met de motor te velde; ’s-Hertogenbosch
1935, v.l.n.r. J. van Beukering, G. Peters en P. Jans
Saint-Denis
Paris;
MASS/F
CENTRAL
Kbu lignes de
triangulation
I Méridien
de Paris
rFP
100 km
Afb. 1. De graadmeting van Delambre en Mechain
van 1791-1798 (bron: lelivrescolaire.fr)
Orleans
1 Zie https://nLm.wikipedia.org/Wiki/erathostenes
2 Zie https://nLm.wikipedia.org/wiki/Willebrord_Snel_van_Royen
lunkerque
Rodez
Carcassonne^
Perpignan
Barcelone
Mer
Méditerranée