Krayenhoff en de Napoleons
96
97
Jan Stehouwer
loopt overigens wel ‘van boven naar beneden’,
dus altijd tegen de richting van de verticaal
staande strookkaart in. Op de achterzijde enige
toeristische informatie, en adressen van
(Bonds-)hotels. Ook werden er, waar nodig,
plattegronden toegevoegd van te passeren
steden (fig. 3).
Op de onderste regel van elk blad staan een
code, het routenummer met eindpunt, en het
aantal kilometers, bijvoorbeeld B5...
ROUTE2031 (Luxemburg)... 66km. Dit zal
gediend hebben voor het samenstellen van de
boekjes: snelbladerend kon je zien of alle
bladen op elkaar aansloten, en tevens de totale
routeafstand sommeren.
Hoe autogericht ook, op de W van ANWB
werd ook acht geslagen, bijvoorbeeld door een
aanwijzing als: A 35 (E9) Begin Autoroute. Ga
de autoroute op (wielrijders en bromfietsers
blijven wegno. N66 volgen).
In ‘de Kampioen’
Uit een aantal door de heer Boelema ver
zamelde artikelen blijkt dat er over dit ‘route-
systeem’ diverse keren werd gepubliceerd in
het ANWB-blad De Kampioen. Daaraan ont
leen ik het volgende.
Het systeem, veelal ook aangeduid als het
‘losse-routesysteem’, werd gestart in 1951, na
enkele jaren voorbereiding. Het omvatte toen
ongeveer 150 kaartjes, in eerste instantie over
België, Frankrijk, Zwitserland en Italië. Op
merkelijk dat in deze direct-naoorlogse periode
Duitsland kennelijk werd omzeild! De tekst
vermeldt dat de kaartschaal 1 op 500.000 is
(dat klopt ongeveer; wel met flinke variatie). In
1953 wordt gemeld dat ook de bijkantoren in
Utrecht en Arnhem een installatie hebben ge
kregen, en in 1956 ook het nieuwe bijkantoor
in Groningen. In 1954 ontstaan pendanten voor
wandelaars en fietsers, maar alleen voor het
binnenland. Een samenvatting van het jaarver
slag over 1952 vermeldt dat het aantal kaartjes
in dat jaar steeg van 230 naar 1200, en dat nu
“heel West-Europa behalve Engeland’’ wordt
bestreken. Op 13 juni 1967 heeft Prins Claus,
op werkbezoek, naast ondermeer de alarm
centrale, ook de ‘routekamer’ en de ‘cartogra
fische afdeling’ bezichtigd. Het aantal route
kaartjes is dan 8500, en bij de huisdrukkerij
krijgt ZKH te horen dat er per jaar 22 miljoen
kaartjes worden gedrukt (bij gemiddeld 45
kaartjes per boekje zou dit bijna 500.000 ver
strekkingen betekenen; dus ruim acht keer
zoveel als in 1956, zie hieronder).
De werkplek waaraan de boekjes werden
samengesteld bestond uit een rij van 15 rote
rende trommels ‘’van franse makelij’’ (zie
afb. 4). De werkploeg bestond kennelijk uit
zeven medewerk(st)ers; vijf die elk drie trom
mels bedienden, en twee die de verzending
deden. Dit werk zal sterk seizoengebonden zijn
geweest.
Een vragenuurtje met dhr. Boelema, aan de
hand van door hem verzamelde archiefstukken,
leverde nog de volgende informatie op.
Het systeem had een vooroorlogse voorloper,
en was geïnspireerd door buitenlandse voor
beelden. Op den duur (in de jaren 60) werden
ook Oost-Europese en zelfs buiten-Europese
In het tijdschrift van DHC jaargang 24 nr. 3,
van september 2022, stond mijn 7e aflevering
over Krayenhoff, namelijk “Krayenhoff bij
Koning Lodewijk Napoleon, vervolg”. We
waren toen inmiddels in het jaar 1808 aanbe
land. Krayenhoff was trots op de “zegepraal
over Demarcy”, zijn concurrent, maar al met al
is de samenvoeging van de artillerie en de ge
nie, waar hij zo fel op tegen was, gewoon door
gegaan. Omdat Krayenhoff in dat jaar zijn be
langrijke publicatie “De Instructie voor de
Géographische Ingenieurs” heeft gepubli
ceerd, heb ik, om de chronologische volgorde
te kunnen blijven volgen, daar toen uitgebreid
over geschreven (zie DHC nrs. 2022-4, 2023-1
landen toegevoegd. Het heeft gefunctioneerd
tot en met 1972. De kaartjes zullen getekend
zijn op basis van bestaande wegenkaarten. De
gebruikers werden opgeroepen om gewijzigde
situaties en correcties te melden. Uiteindelijk
waren er 8000 kaartjes. De routeboekjes wer
den gratis verstrekt aan de ANWB-leden.
en 2023-2) In het laatstgenoemde nummer was
vermeld (p. 95) dat de Koning bij zijn aantre
den in 1806 niet op veel sympathie van de be
volking kon rekenen. Maar door zijn optreden
tijdens enkele grote rampen in ons land ver
beterde dat sterk. Eerst was er een vreselijke
ramp op 12 januari 1807, toen in Leiden ’s-
middags rond kwart over vier een schip met
37.000 ton buskruit ontplofte. De wijk Rapen
burg werd grotendeels weggevaagd. Er waren
rond de 160 doden en ruim tweeduizend ge
wonden. Lodewijk Napoleon was al na vijf uur
op de plaats van de ramp, liet zich rondleiden
en voorlichten, en bleef er uiteindelijk ruim
een dag (afb. 1). De titel van deze afbeelding is
Een archiefstuk geeft aan dat de
productiekosten in 1952 f 14.500,-
bedroegen, waarvan de helft ma
teriaal- en reprokosten en de an
dere helft personeelkosten, bij
lonen van f 10,- a f 12,50 per dag
Een ander archiefstuk bevat
complete statistische gegevens
over het jaar 1956. Er werkten
toen ca. 30 personen aan, die bijna
2000 mensdagen besteedden, en
elk circa 30 boekjes per dag pro
duceerden - in totaal dat jaar
60.400 stuks. Engeland was in
middels de grootste bestemming,
ook groter dan Frankrijk en Duits
land.
In een latere publicatie ‘Gebaande
wegen’ blijkt dat in 1973 “het losse-route-sy-
steem is vervangen door 24 routekaarten,
waarop de informatrices aan de balie (van de
vijf kantoren) de gewenste route met viltstift
kunnen aangeven’’. Dus geen toezending meer!
Ook deze dienst is dan nog gratis; dat duurde
echter nog maar een paar jaar.
2. schwanertöurg
Fig. 3. Een plattegrondje met de doorgaande wegen
2023-3 De Hollandse Cirkel
2023-3 De Hollandse Cirkel
Fig. 4. Het kantoor waar de routeboekjes werden samengesteld.
Uit: ‘De Kampioen’ juli 1953
Stadhuis
KLEEF
KLEEF
5® 5^s‘* I