104 105 Ingrijpende gevolgen Nadat de Engelse campagne als een nachtkaars was uitgegaan, vroegen alle partijen zich ver bijsterd af wat er toch was misgegaan. In Enge land snapte men niet waarom Antwerpen niet was genomen, en Zeeland ineens zo snel was ontruimd: de expeditie had bijna 8 miljoen pond gekost. Lord Chatham werd thuis getrak teerd op een stroom van venijnige spotprenten. Toch werd hij in 1812 zelfs nog tot generaal bevorderd! Napoleon kon niet begrijpen waar om Walcheren zo snel was veroverd. Op 28 december 1809 lijfde hij heel Walcheren in bij Frankrijk; in maart 1810 volgde de rest van Nederland ten zuiden van de grote rivieren, en op 9 juli 1810 werd de rest van het Koninkrijk Holland officieel bij Frankrijk ingelijfd. Koning Lodewijk Napoleon had dat al zien aankomen, en had op 1 juli zijn troonsafstand getekend ten gunste van zijn zesjarige zoontje Napoleon Lodewijk (nu Lodewijk II ge- noemd).7 Voor o.a. Krayenhoff “werd het eer baar ontslag op den 3den Maart 1810 uit Parijs afgezonden, te gelijk met het bevel, om alle toebereidselen tot verdediging te staken 8 De nu werkloze Krayenhoff, moest even tot rust komen, en schrijft daarover zelf: “Na eeni- ge dagen aan de beschikking zijner eigene za ken besteed te hebben, vertrok hij naar Harder wijk, bij zijnen ouden en hooggeachten Leermeester, den Hoogleraar in de Wijsbe geerte NIEUHOFF, om in den schoot der vriendschap van zoovele onaangename be- moeijenissen uit te rusten, en zich aan den ver deren loop der publieke omstandigheden te begon zijn troepen terug te trekken; een achter hoede hield nog korte tijd Bath bezet. Op 16 september 1809 verlieten de Engelsen Zeeland, met achterlating van een garnizoen van 15.000 man als bruggenhoofd op Walcheren Tijdens alle operaties waren ruim honderd Engelse soldaten gesneuveld - aan de Zeeuwse koortsen bezweken er bijna 4.000: ongeveer veertigmaal zoveel.” kunnen onttrekken. Deze uitstap voldeed ge heel aan de verwachting; doch aan groote werkzaamheid gewoon, gevoelde hij alras de behoefte, om den ledigen staat, in welken hij verkeerde, door ingespannen bezigheden af te wisselen; en besloot weinige dagen later, tot de hervatting zijner Geodesische en Astronomi sche operatiën, om ten grondslag te dienen tot de door hem ondernomen nieuwe kaart van Holland, waaraan hij gedurende zijne hooge betrekkingen, naauwelijks had kunnen en mo gen denken”9 [bij deze zelfde tekst in het boek van Uitterhoeve wordt verwezen naar voetnoot 41 op blz.425: “Volgens Bijdragen, 428, stond hij al vrijwel meteen, ‘weinige dagen na zijn ontslag’, op de toren van Gouda voor zijn op- metingen, maar aan die hervatting is dus de korte rustperiode in Harderwijk voorafge gaan”.] “Hiermede bezig zijnde, vernam hij de wederkomst des Konings, op den 11den April, te Amsterdam, en spoedde zich van Gouda derwaarts. De Koning bood hem weer een nieuwe betrekking aan, maar Krayenhoff be dankte daarvoor, omdat hij bang was dat hij daardoor misschien “nieuwe oneenigheden” met de Keizer zou krijgen. Hij herhaalde, dat hij te vreden was met zijn huidige betrekkin gen, “van welke diensten hij echter verzocht nog eenigen tijd te mogen verschoond blijven, om zijne operatiën voor de nieuwe Kaart te kunnen ten einde brengen. De Koning be willigde in dit voorstel [en hij is] terstond na de afgelopene conferentie met den Koning, tot zijnen Geodetischen arbeid teruggekeerd” (Tydeman blz. 82). Deze toren van Gouda komt ook al voor op de overzichtskaartjes van de situatie van zijn driehoeksnet van eind 1802, eind 1803 en die laatste in een Duitse uitvoe ring uit 1804. Het is punt 31, dat hij al in 1802 had gemeten.10 Dat was toch ook wel “een hooge betrekking” (afb. 10). Hiermee is deze aflevering dan toch nog ge- eindigd met een verwijzing naar zijn drie hoeksmeting. sterdam terug te keeren; nadat aan den Maar schalk DUMONCEAU bevel was afgezonden, om het Commando der Hollandse troepen op zich te nemen”, tot zover de tekst van Krayen- hoff. Alles leek voor de Engelsen dus uitste kend te gaan, maar Kuipers (blz. 102) schrijft: ’’Chatham [=John Pitt (1756-1835), 2nd Earl of Chatham, en Engels bevelhebber in de ‘Wal cheren Campaign’] (afb.9) schatte de Frans-Hollandse verdediging veel te hoog in op 35.000 man, en durfde geen aanval op Ant werpen aan met zijn al door ziekte verzwakte troepen. De Britten bleven nu min of meer in Zeeland vastzitten, terwijl de manschappen werden gedecimeerd door de Zeeuwse koort sen. Op het laatst van augustus leden al 3.000 Engelse soldaten aan de gevreesde ‘Walcheren fever’. In de avond van 26 augustus trokken de Engelsen hun transportschepen samen te genover Ossendrecht; de rest van het leger lag in slagorde achter Bath: 15.000 man infanterie en 2.000 ruiters. Tot ieders verbazing bleef een aanval uit. De volgende dag verminderde het aantal Engelse schepen zelfs drastisch. Op 30 augustus telde men nog slechts zestig zeilen, op 4 september in de morgen was er niet één meer! Lord Chatham was eind augustus tot de conclusie gekomen dat de zaak verloren was en bijvoorbeeld het uitvoeren van grote inundaties en het gebruik van zinkschepen in de Schelde uit het hoofd te praten. De koning werd op 15 augustus op last van Napoleon [als bevelhebber van de troepen JS] vervangen door (afb. 8) de Franse maarschalk Bernadotte: de Hollandse troepen stonden onder beval van Dumonceau, ‘de smetteloze generaal’ die tien jaar eerder met Daendels ook het hoofd had geboden aan de eerste Engels invasie.” Tot zover de tekst van Kuipers, waarbij het opvalt dat onze “held Krayenhoff” in zijn verslag van 7 pp. helemaal niet wordt genoemd. Uit Krayenhoff’s eigen Levensbeschrijving valt te lezen (blz. 64 t/m 65), dat de Koning kwam op 2 augustus van uit Aken “te Amsterdam aan, waar hij zich slechts weinige uren ophield, vertrekkende denzelfden dag nog weder naar Brabant nemende Hoogst- deszelfs hoofdkwartier eerst te Rosendaal, en vervolgens te Capelle, in de nabijheid van Ant werpen. De Minister van Oorlog moest Zijne Majesteit vergezellen, na alvorens zijnen Secretaris-Generaal, den Heer PIEPERS met de dagelijksche loopende dienst belast te heb ben; terwijl hij de zaken, de operatiën der Armee betreffende, in loco met den Koning zou afdoen, en te dien einde eenige geëmploij- eerden uit zijne bureaux met zich nam. De Koning hield vervolgens eene belangrijke conferentie te Antwerpen met den Generaal CHAMBERLHAC, den Admiraal MISSIESZY en den Generaal FAUCONNET, Gouverneur van deze stad, bij welke de Minister van Oor log tegenwoordig was, en waarin de vereischte middelen tot verdediging beraamd werden; terwijl inmiddels, zoowel de Fransche als Hol- landsche troepen in den omtrek van Antwerpen zamentrokken, over welke Zijne Majesteit op de 15den Augustus te Zandvliet de revue hield. Deze had eenige dagen te voren, het com mando over dit kleine Legercorps op zich ge nomen; en hierbij fungeerde de Generaal KRAYENHOFF als chef van den grooten staf Op den 16den Augustus verscheen on verhoeds de Prins van PONTE-CORVO (BERNADOTTE), met last om dit Commando over te nemen; over welke openbare vernede ring de Koning ten hoogste gevoelig was, en welke hem deed besluiten, reeds op den 17den, met zijne Garde, zijnen Staf en den Minister van Oorlog, het leger te verlaten, en naar Am- Afb. 9. De Engelse bevelhebber Earl of Chatham 2023-3 De Hollandse Cirkel 2023-3 De Hollandse Cirkel 7 8 Jan J.B. Kuipers, blz. 103 en 107. Tydeman, blz. 79, Uitterhoeve (blz. 241) geeft als datum 4 maart. Dit ontslag werd verzonden door de Koning in opdracht van Napoleon. 9 Tydeman, blz. 81. 10 Dr. J.D. van der Plaats, Overzicht van de graadmetingen in Nederland, in het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, 1888, punt 31 Gouda (zie lijst op blz. 306 kaart tussen blz. 306 en 307).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2023 | | pagina 16