Donateursdag 2023 DHC Tekst Ad van der Meer, foto’s René van Noord 78 79 Een stralend zonnetje begeleidde de donateurs- dag van De Hollandse Cirkel, die dit jaar op 17 mei in Den Haag plaatsvond. Met een opkomst van 30 deelnemers was het een goed bezochte dag. De lezingen en het tentoonstellingsbezoek maakten de dag beslist de moeite waard. In een zaal op de 10e verdieping van het congrescentrum boven het Centraal Station, met een prachtig uitzicht op Den Haag, beet de nieuwe DHC-voorzitter Peter Laarakker het spits af. Hij bekleedt deze functie sinds 1 janu ari 2023 en hij heeft inmiddels veel mensen gesproken in en rond DHC. Peter stelde vast dat de grondslag van DHC eigenlijk al terug gaat tot 1978, toen Henri Pouls bij de TU Delft een museumruimte voor het historische instru mentarium had ingericht. Zoals ere-voorzitter Aardoom het had geformuleerd: Pouls had daarmee ‘de geschiedenis gered’. De volgende belangrijke stap vond plaats in 1997, toen van uit de Nederlandse Commissie voor Geodesie de taakgroep ‘toekomst van de geschiedenis’ werd opgericht, wat uiteindelijk een jaar later resulteerde in de oprichting van de Stichting De Hollandse Cirkel. (Deze naam, ere wie ere toekomt, is indertijd bedacht door Lodewijk C. Palm.) De 25 jaar DHC die volgden zijn in middels ook geschiedenis, maar Peter stelde vast dat DHC nog steeds een kerngezonde club is, die volop actief is op het gebied van de geo detische geschiedenis, en daarmee aan de stichtingsdoelstellingen blijft voldoen. DHC past overigens wel enige bescheidenheid: toen laatst op tv in een reportage (over de opening van de kartografietentoonstelling in het Allard Piersonmuseum in Amsterdam) werd gesproken over de hollandse cirkel, heeft dat geen enkele extra hit op de DHC-website opgeleverd. Als nieuwbakken voorzitter had Peter natuur lijk nagedacht over waar de DHC nu staat en hoe het verder zou moeten gaan. Hij was zeer tevreden over wat er in de afgelopen 25 jaar was gerealiseerd: een databank met 3265 in strumenten, 85 edities van het tijdschrift, 8 monografieën, 54 interviews met Meesters van weleer en een twintigtal donateursbijeen- komsten. Een heel mooi resultaat, vond hij. Hij vroeg aandacht voor het feit dat er steeds weer nieuwe geschiedenis bijkomt, die we ook moe ten bijhouden. Een belangrijke doelstelling moet zijn dat we ook anderen dan ons directe kringetje voor DHC interesseren, bijvoorbeeld door verhalen over grote maatschappelijke zaken te relateren aan de geodetische ‘onder bouw’ daarvan. Als voorbeeld noemde hij de Oosterscheldedam, waar enorme geodetische prestaties zijn geleverd, die echter niet alge meen bekend zijn. Ook denkt het bestuur aan een canon van de geodetische geschiedenis. Voorts moeten we blijven zoeken naar nieuwe vrijwilligers en nieuwe bedrijfsdonateurs. Het Dagelijks Bestuur van DHC zal er in het najaar een strategiedag aan besteden om de ideeën voor de langere termijn vorm te geven. Peter wees nog op de aankomende Monumen tendag, 9 september, waarbij er in Delft 2 loka- ties geopend zijn, namelijk Kanaalweg 4 en Oude Delft 95. Joop Gravesteijn voegde er aan toe dat DHC alleen al zou moeten blijven bestaan om de collectie aan de TU Delft de benodigde achtergrondinformatie te kunnen verstrekken. Daarna werd het stokje overgedragen aan Thijs Ligteringen van de Hydrografische Dienst, die de aanwezigen een helder en boei end overzicht gaf van grenzen op zee. Hij be gon met de mededeling dat de Hydrografische Dienst volgend jaar 150 jaar bestaat, een serieus jubileum dus. Vervolgens liet hij het publiek, dat vooral uit landrotten bestond, kennismaken met het feit dat er voorbij het strand nog veel grenzen bestaan. De onzicht bare grondslag daarvoor is de zogeheten basis lijn: die lijn volgt in essentie de kustlijn, maar bij bijzondere situaties zoals bij havenhoofden en tussen eilanden, worden er fictieve lijnen getrokken die als het ware de kustlijn aan vullen. Vervolgens worden daar de zeegrenzen mee berekend, zoals de territoriale zee (met een breedte van 12 zeemijlen (nautical miles, nm) 12x1853 m 22,2 km), de aansluitende zone (24 nm) en de Exclusieve Economische Zone (EEZ) (200 nm, die echter op de Noord zee kleiner is vanwege de bij verdrag vastge legde grenslijnen met het Verenigd Koninkrijk, België en Duitsland). En verder is er nog een grens van het continentaal plat, die zich kan uitstrekken buiten de EEZ maar wat op de Noordzee geen effect heeft omdat de EEZ al kleiner is dan 200 nm. Thijs lichtte toe dat een stukje grens, in de Eemsmonding met Duits land, al eeuwenlang betwist is en ook nu nog niet officieel is vastgelegd. Nederland en Duits land hebben hiervoor een aantal praktische afspraken gemaakt, zodat het grensgeschil in de praktijk geen impact heeft. Voor de over zeese landsdelen zijn deze ver-strekkende grenzen wél relevant: zo is er zelfs een EEZ- grens van Aruba en Curasao met de Domini caanse Republiek - landen waarvan de kusten ruim 600 km van elkaar verwijderd zijn. De basislijn beweegt mee met veranderingen van de kustlijn en wordt jaarlijks opnieuw bepaald. Daaruit worden vervolgens de herziene ligging van de zeegrenzen berekend en op de (digitale) Peter Laarakker aan het woord. 2023-3 De Hollandse Cirkel 2023-3 De Hollandse Cirkel De grenzen op het Nederlandse deel van de Noordzee. Thijs Ligteringen geeft de presentatie over grenzen op zee. STN Coa*Mb*> I Sm

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2023 | | pagina 3