b. in punt 4: wordt eveneens een trilling
waargenomen die echter vanaf de zesde mi
nuut ontaardt in een ware beving op de
cadans van de klokslagen;
c. in het derde punt (recht over het waren
huis ,,A l'Innovation")derwijze gekozen
dat de vizierrichting loodrecht staat op het
vlak van de trillingsbeweging, wordt na acht
minuten beiaardspel een afwijking van onge
veer 5 mm bestatigd.
Na het vaststellen van de lokale coördinaten
van de veelhoekspunten werd, met behulp
van de detailmeting, een plan getekend van
elke doorsnede in hetzelfde horizontaal
vlak. Met betrekking tot de helling van het
belfort werden de volgende resultaten afge
lezen van het plan:
gen vertoont (1,6416 tegen 1,2190 voor
het bovendeel), wat in strijd is met de vroe
gere opvattingen en gissingen. Het is ook be
wezen nu, dat het onderste parallellepipedum
verstevigd is aan de ooster-kant naar de
zuid-oost hoek en dat een gelijkwaardige ver
steviging te bespeuren is in het bovenste pa
rallellepipedum aan de noordoost, zuidoost
en zuidwest hoeken, doch overwegend aan
de zuidoost hoek. Wij menen dat deze vast
stellingen het afdoend bewijs brengen, dat
de inclinatie reeds vroeger werd opgemerkt,
vermits men gepoogd heeft er aan te verhelpen.
Een oppervlakkige vergelijking met opmetin
gen verricht in 1936, 1938 en 1953, toont
merkelijke verschillen aan. Deze worden ech
ter aanzienlijk kleiner naarmate de bereke
ningen grondiger worden onderzocht. Hoe
kon men anders dan valse gevolgtrekkingen
Gevolg aan de opeenvolgende excentriciteits-
fouten, herleidt zich het samengeteld bedrag
der hellingen tot 0,705 m i.p.v. 0,870 m.
De eerste indrukken zijn beslist zeer gunstig
voor wat betreft het behoud van de toren,
vermits een totale afwijking van 87 cm en
een excentriciteit van 70,5 cm tussen boven-
en basisvlak geen onmiddellijk gevaar ople
veren. Uit het onderzoek ter plaatse is echter
wel gebleken, dat een spoedige herstelling
van de toren meer dan noodzakelijk is. Van
het eigenlijk rechtzetten van de inclinatie kan
momenteel worden afgezien, als we maar
even denken aan de gevaren en de hoge
kosten van een dergelijke onderneming.
Uit de opmetingen blijkt dat het middenste
gedeelte van het belfort de grootste afwijkin-
halen uit opmetingen die het vraagstuk on
volledig behandelden?
De vraag of de inclinatie van de toren toe
neemt met de tijd blijft voorlopig open we
gens het gebrekkig vergelijkingsmateriaal.
Maar het past hier misschien, even de aan
dacht te vestigen op het resultaat van een
opmeting verricht in 1704 tijdens dewelke
men een inclinatie van ong. 71 cm oost heeft
gevonden bij middel van een schietlood. Ver
geleken met de huidige vastgestelde afwij
king van 70,5 cm is het haast logisch, daaruit
te moeten besluiten dat de toren met zijn in
clinatie werd gebouwd of dat deze zich heeft
voorgedaan onmiddellijk na de werken.
Alvorens echter definitieve besluiten te tref
fen, is het wenselijk, de hierboven uiteen
gezette opmetingen, bv. om de tien jaar, te
herhalen, vertrekkende uit dezelfde basis
elementen.
17
Helling van de toren
gedeelte
helling
hellingshoek
richting van de helling t.o.v.
in grootte
in procenten
de voorgevel
het noorden
Achthoekig prisma
Bovenparallellepipedum
Onderparallellepipedum
Totale helling:
0,390 m
0,350 m
0,130 m
0,870 m
1,2190
1,6416
0,9497
0,7660 gr
1,0450 gr
0,6046 gr
29,67 gr
30,73 gr
23,23 gr
88,17 gr
89,23 gr
81,73 gr
Afwijking tussen de zwaartepunten van de doorsneden 1 en IV, t.t.z. tussen boven- en basisvlak
0,705 m I 79,73 gr j 98,23 gr
De eerste indrukken aan de hand van de
gevonden resultaten