j|« tophoek 50 57 67 80 100 II 9,6 9,4 9,2 8,8 8,0 cW A 2 8,0 8,1 8,4 8,5 8,0 Or ks3 0 0 lb ks6 0 sin A] sin B sin A„ enz. Rr ks9 S 6, a3 31 (63,662 gr)2 A 2 sin A sin B "max, rm l^J min. 10.14A2 sin A sin B gr of <5ma*. 10.14A2 ar. (4) De aan de basishoeken te geven correctie zal altijd beduidend minder moeten zijn dan 0,01 gr; A2 kan dan ook niet groter zijn dan 0,01 10 14 0.001, overeenkomend met 10 cm per 100 m. Voor het bepalen van Sb volgens (2) is het voldoende de sinuswaarden af te breken op de derde decimaal. De betrekkelijke fout van sin A sin fi ftnn, n - is dan immers 0,003. JJe sin C maximale volstrekte fout van dn bedraagt dan 0,003 dsmax. 0,031 A2 gr 0,001 X 0,031 gr 0,3 dmgr. Van driehoeken met gelijke tophoeken zal de waarde van (5 het grootst zijn als sin A sin B, dus in een gelijkbenige driehoek. Nemen we voor het bepalen van de minimale waarden aan, dat de basishoeken niet kleiner zijn dan 50 gr, dan kunnen uit (1 en (2) de volgende waarden worden afgeleid. Zodra y bepaald is kan hieruit ongeveer worden afgelezen hoe groot de correctie van de basishoeken zal zijn. centrumnet'(fig 3) zijn (vet gedrukt) in het formulier verwerkt op de volgende wijze. Op de eerste regel van het eerste vak ver melden we de gegeven opstaande zijde p en een van de daartegenover liggende eerste basishoeken, waarvan we kiezen CQP, omdat dit een binnenhoek is en alle overige hoeken dan eveneens binnenhoeken zullen zijn (een uitzondering maakt het centrumnet in fig. 2, want daar heeft A SRC buiten hoeken). De overige hoeken van A QPC komen eveneens in het eerste vak. In het tweede vak vermelden we de gegevens van de naastliggende driehoek RQC, waarmede bereikt wordt, dat zijde a in het vak 2 de zelfde is als zijde b in het eerste vak. In de volgende vakken komen dan de gegevens van de driehoeken, vanuit C gezien, rechtsom- gaande. In elk vak worden de hoeken opgeteld en de eerste vereffening toegepast, zodat de som der hoeken in elk vak 200 gr is. We vermel den in het laatste vak de som van alle hoeken C 399,9973. Aan elke centrumhoek geven we nu een correctie, zodanig dat de som 400 gr wordt. Geven we deze correcties voor de helft en met tegengesteld teken aan elk der basishoeken, dan is de som der hoeken in elk vak opnieuw 200. De centrumhoeken zijn nu definitief vastgesteld, de bas shoeken nog niet. De sinussen van de basishoeken worden be paald en genoteerd tussen haakjes, omdat ze niet definitief zijn. Het bepalen van de voor lopige lengten der zijden volgens de sinus- reqel: b - 3 sin B, kan nu in een door- J sin A gaande bewerking geschieden als in het vol gende schema is aangegeven. 3, ong. nul ong. nul De bewerking. Elk vak van het hierbij afgedrukte formulier is bestemd voor de gegevens van een drie hoek, die algemeen is aangeduid als A ABC. De gegevens van een hoek met de daar tegenover liggende zijde komen elk op een regel van dat vak. A A is de eerste basis- hoek, ZU de tweede basishoek en ZC is de centrumhoek. De gegevens van het De gevonden lengten noteren we tussen haakjes op de tweede regel van elk vak. Voor zijde b in het laatste vak vinden we 1549,150 en deze zijde moet gelijk worden aan zijde a in vak 1. We bepalen 1,000549, F 1549,150 welk bedrag onder de zijden in vak 4 wordt genoteerd. Op dezelfde plaatsen in de overige

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1959 | | pagina 11