35 toenemende mate door vertaling ervan in het Duits voor de Duitstalige vakgenoten ver staanbaar is gemaakt. Niet zozeer, omdat onze Oosterburen zaten te springen om goede leerboeken op het uitgestrekte terrein van de landmeetkunde. Wat dat betreft ligt er een grote krans van honderden studies rond hun eeuwig-nieuw standaardwerk van Jordan- Eggerth-Kneissl. Andere oogmerken bevor derden de vertaling b.v. van het Leerboek der Hogere Geodesie van de Rus S a k a t o w (dat op de afdeling „Aerofotogeodesie" van de Russische Technische Hogescholen wordt gebruikt) van Mathematische Karthogra- phie" van de Tsjech F i a 1 a, beide boeken deel uitmakende van de lijst van werken, die voor de studie aan de Universiteiten en ..Hochschulen" in de Duitse Democratische Republiek zijn voorgeschreven. Oogmerken, die gericht zijn op de propaganda voor de (ook op andere gebieden scheefgetrokken) voorstelling van de „führende Rolle der rus- sischen und sowjetischen Gelehrten bei der bearbeitung der Fragen der höheren Geo- dasie, Astronomie und Gravimetrie und die hervorragenden Erfolge auf diesem Ge- biet. Taalmuur. Wij in Nederland die graag onze vensters naar alle zijden openzetten, om links en rechts en voor en achter het voor ons bruik bare op te vangen wat de winden ons toe voeren stuiten evenals de rest van de Westelijke wereld niet zozeer tegen het IJzeren Gordijn dan wel tegen de taalmuur. Sedert 1957 verschijnt om een voorbeeld te noemen in Moskou een elfdelig en uit stekend uitgevoerd Handboek voor de Mijn bouw, waarvan deel 2 over de landmeetkunde handelt. Omdat het in het Russisch is ge schreven, uiteraard, is het voor het Westen volkomen onleesbaar. Geheel begrijpelijk voor de vakgenoot, die niet tevreden is met alleen de publikaties uit eigen land, is de verzuchting van dr. ing. Heinz W i 11 k e, de wetenschappelijk redacteur van de Ver- messungstechnische Rundschau, dat het voor ons eigenlijk nodig is, dat men van dergelijke boeken meer notitie neemt en de voor ons vak belangrijkste gedeelten vertaalt. Zonder een zodanige manier van werken is het haast niet mogelijk te weten te komen, wat er in de U.S.S.R. op landmeetkundig terrein aan de gang is. Minstens even groot zijn de taalmoeilijk heden, die men ondervindt bij informatie naar de landmeetkundige werkzaamheid in andere landen achter het IJzeren Gordijn: Polen, Hongarije, Tsjecho-Slowakije. Het moge waar zijn, dat in elk dezer landen de nationale landmetersverenigingen een eigen tijdschrift uitgeven, dit brengt de gewone mens als U en ik niet veel nader tot de ken nis van de landmeetkundige activiteiten ter plaatse. Het Hongaarse „Geodézia és Karto- grafia szerkesztöge", de Poolse „Przeglad Geodezyjny", zijn voor de meesten onzer even onleesbaar als het Tsjechische vaktijd schrift ,,Zememericky obzor" of de ,,Zeme- mericky vestnik", danwel de Moskouer „Sbornik naucno-techniceskich i prozvod- stvennych staty po geodezii, kartografii, topo- grafii, aerosjomke i gravimetrii" (Tijdschrift voor wetenschappelijk-technische en praktijk artikelen op geodetisch-, cartografisch-, topo grafisch-, fotogrammetrisch- en gravimetrisch gebied) Niet alleen belangstellenden als U, die voor de verruiming van hun vakkennis wel eens zouden willen weten, wat voor technieken aan de verkeerde kant van het IJzeren Gor dijn worden gebezigd, worden hierin haast volledig gehinderd door taalmoeilijkheden. Dezelfde klacht horen we ook op de alge mene vergadering van de Internationale Unie voor Geodesie en Geofysiek (waarvan Rus land lid is!) in 1957 in Toronto gehouden. Wanneer in de sectievergadering voor trian gulatie met bijzondere interesse wordt kennis genomen van het bericht van de Rus I s o t o v over de berekening van het drie- hoeksnet der eerste orde in de U.S.S.R. en van de lezing van de Rus Molodensky over de in Rusland gevolgde nieuwe metho den voor de bestudering van de vorm der aarde, dan klinkt in het verslag de spijt door, dat de Russische verhandelingen niet in ..Westerse" taal konden worden openbaar gemaakt. Terecht intussen. Want blijkens het verslag van dit congres, door dr. ing. W. Grossmann (de voorzitter van de Duitse Geodetische Commissie) in nummer 7 van jaargang 1958 van het Zeitschrift für Ver~ messungswesen geschreven, kon I s o t o v wel met enig recht erop wijzen, dat vandaag de dag de Sovjet-Unie over het meest-nauw- keurige coördinatensysteem in Europa en Azië de beschikking heeft. En al heeft het volgende nu bepaald niet veel te maken met de hindernissen op de weg naar enig weten op het terrein van de land-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1959 | | pagina 15