In deel II van Dr Richard Hennigs „Terrae In-
cognitae" (uitgave E. J. Brill, 1950) wordt op
gemerkt, dat elk spoor van Finland, Mark
land en Helluland ontbreekt, evenals trou
wens op de wereldkaart van 1427 van de
Deen Claudius Clavus.
55
Behaims globe
Behaims globe van 1492 bestaat uit een kern
van aan elkaar gelijmde houten hoepels, die
met een papiermassa en met een laag gips zijn
overdekt en met perkament overspannen. Zij
rust in een ijzeren as, waaromheen zij rond
gedraaid kan worden. De bol wordt door een
ijzeren meridiaan omspannen. De „aarde-ap
pel", zoals M.B. zijn produkt noemt, rust op
een dunbenige ijzeren drievoet, die de vroe
gere houten vervangt. De gehele hoogte is
1.33 m; de middellijn 54 cm. Het was een ge-
duldwerk. de vervaardiging van zo'n wereld
kaart. Uit bewaard gebleven rekeningen van
de boekenillustrator Georg Glockendon blijkt
dat alleen deze er reeds 15 weken aan werkte.
Hij ontving 15, De bol zelf kostte 3,
De zeeën zijn lichtblauw, alleen de Roode Zee
is roodbruin, de wouden groen, de gebergten
bruin, soms met witte toppen, de rivieren
Pruissisch blauw, poolcirkels en keerkringen
geel, op de gele ecliptica zijn op gelijke af
standen de rood geschilderde tekens van de
dierenriem in blauwe schijfjes aangebracht.
De globe had nog niet het gradennet, dat nu
op alle globes is ingetekend.
Voor ons is dit werk wel zeer interessant. Be-
haim laat ons eilanden zien waar mensen met
hondenkoppen wonen. We vinden aan de
oevers van de Finse golf fraai uitgedoste ko
ningen op hun troon. Het aantal bijschriften
en miniaturen overtreft de 1100. Vaak zijn het
calligrafische prachtstukjes. We zien er struis
vogels en olifanten, ijsberen en zeemeermin
nen, een bekering door een missionaris, karve
len met gebolde zeilen. De bijschriften verra
den Behaims kennis van de reizen van Marco
Paolo en van het boek „Sir John Mondrevilles
reis om de wereld", een fantasie van een arts
te Luik, dat voor het eerst in 1355 in het Frans
verscheen en in vele drukken werd ver
spreid 12
Er zijn vele onderdelen die ons verbazen. Zo
zijn de Rijn en de Congo gelijkelijk als dunne
vliegenpootjes afgebeeld, de Elbe daarente
gen is als een forse stroom voorgesteld; het in
een landmassa samengevatte spitse verloop
van India zien we in tweeën gedeeld door een
inham, waarin de Ganges uitmondt 5).
Wij leren uit zijn bijschriften veel; zelfs de
nautische moeilijkheden in de wateren van
Madagascar, waar zeestromingen de thuis
vaart beletten, heeft hij op die plaats omschre
ven.
Blijkens een artikel van Antonio Pigafetta in
„Ramusio's Navigazione viaggi", Venedig
1554, I. blz. 392, heeft M.B. een zeekaart ge
tekend, welke o.m. door Magelhaen zou zijn
ingezien voor zijn reis naar de later naar hem
genoemde straat van Magelhaen (deze bron
noemt M.B. „uno eccellento huomo, detto Mar
tin di Boemia"). Op die zeekaart zou deze
straat reeds voorkomen. Anderen beweren dat
Magelhaen zich alleen maar op Behaim be
roepen heeft, om zijn eigen zaak aannemelijker
te maken. Het is bovendien niet waar, dat de
straat van Magelhaen voorkomt op genoemde
globe, maar wel op die van Schoner, maar de
ze zou dateren van 15151520. Vele ande
ren veronderstellen, dat de op de oudste kaar
ten voorkomende Straat van Magelhaen
slechts als een vermoeden, als een levendige
wens is ingetekend. Zulke „wensgebieden"
vindt men wel meer op de zeekaarten. Wij
denken aan een kaart behorende aan of ver
vaardigd door Leonardo da Vinci van 1515-
1516, afgebeeld in de Facsimile-atlas van
Nordenskjöld. uitgegeven in 1889 te Stock
holm, waarop Florida en Brazilië als grote ei
landen zijn voorgesteld. Deze kaart bevindt
zich in Windsor Castle. Het tijdschrift „Ar-
chaeologica", vol. XL. 1865 geeft van deze
cartografische bijzonderheid een beschrijving
in het artikel van Richard Henry Major: Me
moir of an mappemonde by Leonardo da Vin
ci, being the earliest map hitherto known con
taining the name America.
Dat M.B. vóór Columbus kennis gehad zou
hebben van enkele landen van Amerika is
door velen op voldoende gronden ontkend.
Hij heeft er zelf in zijn correspondentie uit
die tijd ook in het geheel niet op gezinspeeld.
Ondanks de voor ons beduidende onvolko
menheden, moeten wij de globe van M.B. toch
zien als een meesterstuk, als we het bekijken
in het kader van de tijd, waarin het gemaakt
werd en we kunnen ons voorstellen, dat Os
wald Muris 7) spreekt van deze globe als „één
van de grootste aardrijkskundige kostbaarhe
den, die Duitsland bezit."
In 1486 trouwde hij. Hij had twee zoons, van
welke één reeds spoedig overleed. De tweede,