ff J 11 Jfl 0_vj iü ih 4a_ ->© werken onder het motto: ,,op een maat meer of minder komt het nu ook niet aan". Deze wijze van meten maakt het veldwerk node loos duur, het is oneconomisch en het maakt een dilettantistische indruk. Aanmeting van rechte lijnen Een rechte lijn is bepaald door het aanme ten van begin- en eindpunt, door het aan meten van een derde punt ongeveer in het midden van de lijn wordt de ligging gecon troleerd. Men moet niet verzuimen bij dit derde punt een boogje te plaatsen om aan te geven, dat de lijn recht is en niet ter plaatse knikt. Of deze punten worden aan gemeten volgens de coördinaten-methode, volgens de methode van het lijnenverband, tachymetrisch of door combinaties van deze methoden speelt geen rol. (Zie figuur I). Het aantekenen en meten van het verlengde van de heg, zoals in deze schets is geschied, geeft wel controle op de lengte van de lood lijn, doch niet op het voetpunt. Indien men namelijk de metermaat van de loodlijn fou tief afleest, is het gevaar groot, dat men hetzelfde doet met de metermaat van het verlengde. Controle op het voetpunt van de loodlijn verkrijgt men b.v. door het meten van de z.g. eigen maat 48.15 van de heg, 58 -A-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1959 | | pagina 14