door associatie de voorstelling „sloot" in het
bewustzijn. Is de brug toevallig over iets an
ders geslagen, dan valt dat onmiddellijk op:
„Wat gek is dat hier.", enz.
3. Door contrastwerking worden eveneens
voorstellingen in het bewustzijn geroepen.
Koud en warm, hoog en laag, dun en dik,
enz.
We zagen reeds dat de herkenning tot stand
komt door assimilatie. Nu bestaat er echter
ik dacht dat het meneer Jansen was." Nu is
het best mogelijk, dat meneer Jansen b.v. net
zo'n hoed draagt. Door associatie wordt de
voorstelling van meneer Jansen opgeroepen en
wanneer nu het waargenomen beeld niet hel
der is, ontstaat de foute assimilatie.
Bij het waarnemen van luchtfoto's is de kans
op een foute assimilatie ook niet denkbeeldig.
Vooral natuurlijk, wanneer de foto onscherp
is, maar ook als de opnameschaal klein is.
Zo stellen bij voorbeeld de foto's 13 en 14
fragmenten voor uit 2 opeenvolgende luchtfo-
een groot gevaar voor verkéérde assimilaties.
Is het waarnemingsbeeld onvolledig en daar
door onduidelijk, dan roept dit beeld toch een
voorstelling op. Meestal zal in dit geval de
opgeroepen voorstelling niet de juiste zijn.
Door assimilatie ontstaat nu een fout. In de
to s van een strook. De opnameschaal van de
oorspronkelijke luchtfoto's is 1 6000. Bekij
ken we de fragmenten door een zakstereo-
scoop dan zien we ongeveer hetzelfde beeld,
dat de waarnemer in het instrument waar
neemt.
schemering ziet men een boomtronk aan voor
een mens: „Ik dacht dat daar iemand stond."
Bij een vluchtige ontmoeting zien we een be
paalde persoon voor iemand anders aan: „Hé,
Op foto no. 13 zijn met pijltjes de stereofoto's
4, 5 en 6 aangegeven en wel zodanig, dat het
begin van elk pijltje de standplaats van de
bijbehorende terrestrische stereofoto aangeeft
49
Foto nr. 5
Foto nr. 6