h xB-xA s s 36 rr beurtelings naar nul moet worden gedraaid, kan de rest uit het rr worden verwijderd door dit schoon te maken. Dit schoonmaken blijft dan achterwege indien tg AP groot is. voorkomen. We handelen daarmede als volgt. Met deze (co)tangenten, groter dan 10.000 kiezen we kommastand 5 (of 4) op het ib. Het gevolg is dat de kleine (co)tangens van SCHEMA IIBerekening Yp YA en Xp XA. Or 3 Yb- ya 0 *P- yA 0 Ib 6 tg BP tg BP tg AP tg AP Rr 9 ong. nul *S XV-XA De snijpuntsbepaling volgens de basishoeken- methode (zie Orgaan V.T.A.K. van sept. 1956 blz. 152 en van sept. 1957 blz. 166) geschiedt als volgt. de eerste rechte aanvankelijk 1 (of 2) deci malen verliest. Ook dan wordt YP volgens Schema I nauwkeurig in het or gevonden (de gemaakte fout wordt immers door meer dan SCHEMA IIIBerekening Xp en Yp indien LA AB(AP) en L B (BP) (BA). Or 3 *a Ya y YP Ib 6 cotg A cotg A cotg B cotg A (cotg A cotg B) Rr 9 Yb - (Bij verwisseling van de coördinaten van A en B moeten ook de cotangenten van A en B worden verwisseld en met tegengesteld teken worden genomen. Voor een bewerking met coördinatenverschillen worden de in het schema vermelde abscissen en ordinaten alle verminderd met die van A) Omdat deze bewerkingen elk kunnen worden vergeleken met het eerste en tweede deel van schema I, doet het er (voor de berekening) niet toe of de cotangenten groot of klein zijn. IX. Bij alle methoden van snijpuntsbepalin gen wordt de in het or bepaalde ordinaat (abscis) nauwkeurig gevonden, onver schillig hoe groot de (co)tangenten zijn. Nog één bedenking tegen het gebruik van grote (co)tangenten kan er rijzen. Als deze zo groot zijn, dat ze niet op het ib kunnen worden geplaatst, wat dan? Co) tangenten tot 10.000 kunnen met 6 deci malen op het ib worden ingesteld. Dat wil zeggen, dat we met cotangenten van hoeken groter dan 64 dmgr niet de minste moeite hebben en dat de overigen zelden zullen 10.000 gedeeld!), maar XP zal een geringe correctie moeten ondergaan. Dat doen we als we ter controle van het snijpunt de rechte BP instellen met de volledige tg BP op het ib. Deze correctie zal slechts enkele mm en bij grote afstanden enkele cm kunnen bedragen. Ook valt nog op te merken, dat bij dergelijke grote (co)tangenten en niet al te grote af standen Xp (YP) meestal uit het hoofd kan worden berekend. De H.T.W. zegt op blz. 172: ,,Men bepaalt zijn keuze (van de (co)tangenten) zo, dat men het gebruik van de grootste waarde ver mijdt." Deze zinsnede is overbodig, gelukkig maar, want wat moeten we als b.v. bij lood rechte snijding die waarde niet te vermijden is? Als eindconclusie stellen we eenvoudig: X. Grote (co) tangenten zijn niet onnauwkeu rig en het gebruik ervan behoeft niet te worden vermeden. Tenslotte, voor wie het proberen wil, zonder of met gebruikmaking van het vorenstaande, de volgende opgave. Bepaal het snijpunt P uit: BP= 100,0062 XB= 12.350,92 YB 35.712,48 AP= 199,9938 XA 33.524,68 YA 56.893,21.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1960 | | pagina 12