literatuur-
overzicht
37
O. von Gruber, Optische Streckenmessung
and Polygoniemng. Van het handboek van
Von Gruber over optische lengtemeting, dat
in de loop der jaren was uitverkocht, ver
scheen een tweede druk bij de uitgeverij
Wichmann te Berlijn-Wilmersdorf. Deze
nieuwe uitgave werd verzorgd door drie we
tenschappelijke medewerkers van de firma
Carl Zeiss te Oberkochen, n.l. prof. dr. ing.
G. Förstner, dr. ing. W. Schneider en prof.
dr. K. Schwidefsky. In ruim 200 bladzijden
(verlucht door 170 illustraties) voeren de be
werkers de lezer door de terreinen van het
optisch lengtemeten. De theoretische grond
slagen ervan, de bouw en het gebruik van de
verschillende soorten van instrumenten (naast
de Duitse zijn ook vele van buitenlands fabri
kaat besproken), de invloed van de waarne
mingsfouten en de nauwkeurigheid van het
meten, passeren de revue, evenals de verschil
lende werkmethoden met de verscheidenheid
van instrumenten. (26.rijksmark).
Geodésia és Kartogcafia nummer 4 jg 1959
welke we van de Budapester redactie moch
ten ontvangen, opent met een artikel van de
hand van prof. dr. A. A. I s o t o w uit Mos
kou over het vraagstuk der ijkbasissen in de
verschillende landen. Dr. E. H n y i brengt
een referaat over de uiteindelijke vereffening
van het Hongaarse „Füllnetz", een onderdeel
van de in dit land evenals in Polen gebruikte
methode van triangulatie door middel van
driehoekskettingen met een opvullingsdrie-
hoeksnet. Karoly Bors schreef een ver
handeling over de ontwikkelingsgang van de
moderne tachymeter, een artikel dat verlucht
is door een groot aantal verduidelijkende te
keningen en afbeeldingen. Voor wat het lite
ratuuroverzicht betreft, valt het ons steeds
weer op, hoe uitstekend de lezers van het
Hongaarse blad worden geïnformeerd over
de inhoud van landmeetkundige tijdschriften
uit geheel de wereld, van het Oosten en van
het Westen, van Peking tot Oost-Duitsland,
van Wenen tot Canada.
Vermessungstechnik, het technisch-weten-
schappelijk tijdschrift voor het landmeetwezen
in Oost-Duitsland, richt nog meer dan enig
ander Oost-Europees vakblad op landmeet
kundig gebied zijn aandacht op internationaal
terrein, vooral voor wat betreft het vestigen
van de aandacht op de inhoud van dit tijd
schrift. Niet alleen verschijnt in elk nummer
een inhoudsopgave in de drie voornaamste
talen (Duits, Russisch en Engels), maar ook
van de meest belangrijke artikelen wordt in
grove lijnen de strekking van het stuk ge
schetst, eveneens in genoemde talen, en dan
nog in het decimale systeem, zodat het mo
gelijk is, ook in de Russische en Engelse vak
bibliotheken tot op de dag bij een systema
tische catalogus van de tijdschriftartikelen te
hebben.
In Vermessungstechnik van september 1959
schreef Vermessungsingenieur F. S t o p p
van de Rijkshydrografische Dienst van Oost-
Duitsland een artikel over nauwkeurigheids
waterpassing tussen Stralsund en het eiland
Rügen via het eiland Hiddensee, waarbij
enige malen over grote afstand over zee
moest worden gewaterpast. Het Oktober
nummer is nagenoeg geheel gewijd aan een
terugblik en aan toekomstplannen ten aan
zien van de landmeetkunde en de kartografie
in de D.D.R., mede in verband met het 2e
lustrum van de „Kammer der Technik", de
communistische vakorganisatie, waarin de
Oost-Duitse landmeetkundigen zijn saamge-
bracht. Prof. Reicheneder uit Potsdam
schreef over de lotgevallen van het Geode
tisch Instituut aldaar, waar sedert 1862 na-
sporingswerk wordt verricht ten dienste van
de hogere geodesie, de gravimetrie en de geo
detische astronomie. In de laatste jaren houdt
het Geod. Inst, van Potsdam zich ook bezig
met de problematiek van de praktijk der land
meetkunde van alle dag. Dr. R g e r van de
Mijnschool uit Freiberg nam de bouw van in
strumenten voor fotogrammetrie onder de
loep, in het bijzonder die welke in Oost-
Duitsland worden vervaardigd. Aansluitend
aan dit artikel is dat van Hofmann en
Starosczik van Carl Zeiss Jena, over de
nauwkeurigheid van de stereoplanigrafen van
deze fabriek. Wie belangstelling heeft voor
de stand van de opleiding van geodeten in