0 dxTvn j_ n 1 cos (f °'05) e q2 32 Is dt de afrondingsfout, groot 1.10 de dt cos2 p tangenten tot 50 gr, dan is d 1.10 6 cos2 rp. In graden uitgedrukt bedraagt de afrondingsfout: <5afr. 0,000063662 cos2 rp. (3) B. De fout tengevolge van lineaire interpolatie. fig. 2 Omdat we in dit formulier interpoleren tus sen waarden van hoeken met 0,1 gr verschil, stellen we in fiq. 2: d De differen- Q tie dt tussen tg rp en tg {rp 0,1) is volgens cos rp cos (rp 0,1) Lineaire interpolatie van d, geeft een andere hoek dan interpolatie van de boog d. De hoekwaarde van deze afwijking noemen we deze is het grootst bij tg (cp 0,05). Een voldoend nauwkeurige benadering van <5inl. vinden we als volgt. Uit 1leiden we af: c 1/„ dt cos (cp -j- 0,05) cos (99 -j- 0,1) cos rp cos (99 -f- 0,1) Vs d cos (99 -j- 0,05) X COS (99 0,1) COS 99 1/2 d cos 99 cos 0,05 V2 d sin 99 sin 0,05 Omdat cos 0,05 1 en sin 0,05 vinden we verder: c=l!id Nu is: <Lt 0,05 0,025 d tg rp Q Vs d—c=]/2d— ]/o d 0,025 d tg 9: 0,0025 tg 90 De fout tengevolge van lineaire interpolatie, in graden uitgedrukt, bedraagt: <5int °'0025 t9-^=: 0,00003927 tg rp. (4) Q De gezamenlijke volstrekte fout tengevolge van afronding en lineaire interpolatie be draagt in graden uitgedrukt: ^afr. "E ^int. ^tg tp 0,000063662 cos2 cp 0,00003927 tg rp. (5) Substitueren we verschillende waarden voor rp hierin, dan vinden we: V in 9r 0 5 10 15 20 50 Eg rp in 'dmgr 0,64 0,67 0,69 0,70 0,71 0,711 COS 99 Dit resultaat is verrassend. Het toont aller eerst aan dat het onjuist is te menen, dat de (co)tangenten rond 50 gr onnauwkeuriger zijn. Wat belangrijker is: het is gelukt de zo sterk uiteenlopende volstrekte fouten te ver vangen door een in hoekwaarde uitgedrukte afwijking, die geheel toevallig overal praktisch gelijk is en ten hoogste 0,72 dmgr bedraagt. Hoe is het nu met de cotangenten van hoe ken tussen 0 en 50 gr? Deze cotangenten, groter dan 1, worden gevonden door de om gekeerden te bepalen van de tangenten, klei ner dan 1. De afrondingsfout dezer recipro- ken kunnen we stellen op 5.10 X Is dc in fig. 1 deze afrondingsfout, danUs volgens (2): d 5.10 7--- dc 5- .waaruit volgt, sin" rp q sin" 99 dat de afrondingsfout der reciproken in graden uitgedrukt, bedraagt: ^afr.rccipr. 32 10 6 Sin2 tp. (6) Bij kleinere hoeken is deze waarde van geen betekenis: de maximale waarde vinden we bij rp zzz 50 gr. Ze bedraagt dan 0.16 dmgr.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1960 | | pagina 8