VOORAUfN Pil MfT TEKENEN IETS BETEKENEN TOISON D OR - 76 lijkt me echter raadzaam dit alleen bij wijze van uitzondering toe te passen. De tijd voor het verrichten van een onderzoek naar de grootte van het verschil tussen meting op ho rizontale en verticale baak op een moment dat veel beweging in de onderste luchtlagen plaatsvindt, heeft ons tot heden ontbroken. Teneinde te beoordelen in hoeverre boven genoemd instrumentarium bruikbaar is voor de lengtemeting bij polygonering is een proef ge nomen, toen een polygoon moest worden ge legd in door kaden doorsneden polderland, waarbij één der aansluitingspunten op een hoge spoordijk en het andere op een opgespo ten terrein ca. 4 m boven het maaiveld van de polder was gelegen. Gezien de vele en aanzienlijke hoogteverschil len, die de lengtemeting met de band zeer on gunstig zouden beïnvloeden, lag het voor de hand dit object voor de proef uit te kiezen. Aangezien de waarnemer nog geringe erva ring met het onderhavige instrumentarium had en het nauwkeurig aflezen van grote af standen moeilijkheden bleek op te leveren, werd de meting zo uitgevoerd, dat de afstand tussen theodoliet en baak telkens ongeveer 60 m was. De vermenigvuldigingsconstante werd voor deze meting afzonderlijk bepaald voor afstan den van bovengenoemde orde van grootte. Hiervoor werd gevonden c 1,00037. Elke afstand werd twee keer gemeten. Aangezien, ingeval van aflezing beide keren op hetzelfde gedeelte van de baak, de mogelijkheid van twee maal dezelfde foutieve aflezing niet denkbeeldig is, verdient het aanbeveling de afstandsmeting één maal te verrichten in een gewijzigde stand van de baak, door de afstand tot de theodoliet b.v. ca. 1 m korter of langer te maken en het verschil apart bij te meten; men heeft dan direct een controle op de af lezingen. Dit principe kan gemakkelijk worden verwezenlijkt door twee baken dicht bij elkaar in een lijn op te stellen. In de hoekpunten van de polygoon kan na tuurlijk worden volstaan met één opstelling voor hoek- en lengtemeting. Aangezien bij bovengenoemde werkwijze een bereik van on geveer 120 m per opstelling mogelijk is, zal men in het algemeen, gezien de lengten der zijden, nog een opstelling nodig hebben tussen begin- en eindpunt van iedere zijde. De aansluitingspunten waren enerzijds een punt waarvan de coördinaten eerder door het kadaster waren bepaald, anderzijds een snel- liuspunt. De polygoonlengte was ca. 2300 me ter. De berekening leverde o.a. op fa 91, ƒx 0,012, fy 0,076. De richting van de polygoon was ongeveer oost-west. Dit resultaat ging onze verwachting zeker te boven. De vraag dringt zich op, of optische afstand meting niet ruimer toepassing verdient, dan thans plaats vindt. Vooral bij het in kaart brengen van bebouwde kommen, waar bij de detailmeting op een kleine oppervlakte veel punten moeten worden opgemeten, zit hier m.i. tijdwinst in. Men dient dan te beschik ken over een poolcoördinatograaf om elk punt rechtstreeks uit de waarnemingen te kunnen kaarteren, zonder dat een tussentijdse bere kening van coördinaten van alle terreinpunten noodzakelijk is. De nauwkeurigheid zal zeker niet geringer zijn dan bij de thans algemeen gebruikelijke me thode, waarbij de kaart wordt verkregen na meting van loodlijnen en verlengden. We moeten in deze tijd, waarin nog steeds (of steeds meer?) gesproken wordt over ge brek aan voldoende betrouwbare kaarten, elke mogelijkheid uitbuiten om tot een versnelling van het proces van de kaartvervaardiging te komen. TOISON D'OR stifthouders TOISON D'OR stiften Bijzonder solide en fraaie stifthouders in verschil lende dikten, die prettig in de hand liggen. Metalen stiftgeleider houdt de punt muurvast, zodat terug glijden onmogelijk is. Met handig puntenslijpertje in de dop. Los verkrijgbaar: Toison d'Or stiften, vervaardigd van het beroemde zuivere Tsjechische grafiet. In 21 hardtegraden en de beste ter wereld! En een heel sterk de punt is veel sterker I TOISON DOR 'n streepje vóór! Imp.: Papier en Boek Postbus 1211 A'dam

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1960 | | pagina 16