131 lingen in de landbouw en de andere sectoren van ons maatschappelijk leven. Ruilverkave ling (waarbij zo velen van onze lezers werk zaam zijn) is van een eenvoudig ruilen en samenvoegen van percelen uitgegroeid tot een onderdeel van een ineengrijpend geheel van maatregelen, met als doel de vernieuwing van het platteland. Welk een belangrijk onderdeel de ruilverkaveling hier wel is, geven de cijfers in het verslag ondubbelzinnig aan. Sedert het begin zijn tot 1 januari 1960 gereedgekomen 129.800 ha, waarvan 4200 ha in 1959. Aange vraagd zijn er het vorig jaar 28.000 ha, op een totaal van aangevraagde ruilverkavelingen van 1.200.500 ha oppervlakte. Met zulk een ontzagwekkende oppervlakte van aangevraagde ruilverkaveling 1,2 miljoen ha) en een betrekkelijk kleine oppervlakte van in 1959 gereedgekomen ruilverkaveling (4200 ha) wint de ruilverkavelingsovereenkomst steeds meer veld. Voltooid werden reeds 3800 ha, en in uitvoering zijn 2460 ha, maar belangwekkender zijn de getallen over de ruil verkavelingen, die door de Nederlandse Hei- demij en de Grontmij in voorbereiding werden genomen en die duiden op flinke uitbreiding van de landmeetkundige diensten dezer in stellingen: 70 ruilverkavelingen met een op pervlakte van 13.550 ha worden hier voorbe reid. Interessant zijn de haast-aansluitende mede delingen over de agrarische vernieuwing in de andere landen van West-Europa, zoals b.v. de ruilverkaveling van West-Duitsland die ge beurt met een tempo van 200.000 ha per jaar, en die in Frankrijk waar men streeft naar uit voering van j/2 miljoen ha ruilverkaveling per jaar. Uiteraard kwam ook de Kadastrale Ruilverka- velingsdienst in het verslag aan de orde, in het bijzonder het gemechaniseerde meet- en kaar- teerwerk d.m.v. „luchtkaartering", waarvoor 21.000 ha in 1959 zijn bevlogen". Onder lei ding van prof. Witt te Delft wordt (ander aspect van de modernisering) nagegaan, in hoeverre een ponskaartensysteem met succes o.a. in Oostenrijk voor kadastraal werk gebe zigd) voor de ruilverkavelingsboekhouding kostenbesparend werkt. De ruilverkaveling Broekhuizen in Limburg (1100 ha) is hierbij „proefkonijn". In het juni-nummer van de Vermes- sungstechnische Rundschau geeft redacteur Heinz Wittke, Goslar, een overzicht van wat er voor ons aan nieuwighe- den op de Technische Jaarbeurs te Hannover te vinden was. Na een globale aanduiding van de nieuwe hoekmeet- en waterpasinstrumen ten gaat hij meer in het bijzonder in op het door de kantoorinventarisindustrie gebodene, o.a. wijst hij op de rekenautomaat Ultra-Oer- likon. die telmachine, rekenmachine en schrijf- automaat voor de vier hoofdbewerkingen in zich verenigt (prijs 3000 mark). DeOtt- plani- meter met elektronische aflezing, schrijfwerk en telwerk (34000 mark) was er te vinden, als ook de volautomatische kaarteermachine d.m.v. ponsbanden (85000 mark). ,,M?at wil het Kadaster?", vraagt prof. Wittke. Het wil gegevens verzamelen over grondstukken, deze gegevens ordenen en voor direct gebruik ge reed houden. Bergplaatsen voor deze gege vens zijn thans ponskaarten, ponsbanden, ponsstrepen, geluidsbanden (tapes), met code beschreven papier, films. Sorteermachines hiervoor zijn er, die automatisch de georden de gegevens „terugschrijven". Uit de veelheid der reproduktie-apparaten stipte schr. er twee aan. Ie.: Een kopieerapparaat, dat „xerogra- fisch" werkt. Een gewoon blad tekenpapier wordt elektrostatisch gemaakt en belicht. Het licht verstoort de elektrische lading. Dan ver stuift men asfaltpoeder op het papier, dat slechts op de onbelichte plaatsen (dus op die van de tekening) blijft vastgekleefd. In een verwarmingstoestel wordt het asfaltpoeder te gen het papier „gebakken" en de tekening is klaar. Alles gaat vol-automatisch, zonder ont wikkelaar (de ovenlucht speelt deze rol), geen papier met lichtgevoelige laag o.i.d. Elk nor maal soort papier kan worden gebruikt. 2e.: De getoonde Océ-Projektions-Kombine maakt het mogelijk, kadasterkaarten op 35 mm film te verkleinen en naar behoefte deze film te vergroten en te kopiëren. Met moderne (door ponskaarten bestuurde) kaarteerautomaten zal het volgens prof. Wittke in de toekomst mogelijk zijn, de minuutplans op kleiner schaal dan eertijds te maken (ruimtebesparing), de percelen per film te catalogiseren (het Ka daster in Nederland heeft in reg. 71 al zo iets), de film via ponsstrepen bij behoefte uitzoeken en het percelengedeelte der film kopiëren, al les automatisch. Verder in het voorliggend Rundschaunummer vindt men een interessant artikel over de land meetkundige arbeid bij tunnelbouw, van de hand van G. Kübler uit Worms. Erwin Gigas tenslotte, vervolgt zijn „Vorlesungen über physikalisch-geodatische Messverfahren".

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1960 | | pagina 23