Berichten 132 Gaf Wittke in de V.T.R. een overzicht der nieuwste landmeetsnufjes op de Jaarbeurs te Hannover, R. Koitzsch uit Berlijn berichtte in het Oost-Duitse tijdschrift Vermes- sungstechnik van mei 1960 over land meetkundige apparaten en -instrumenten, die op de Leipziger Messe 1960 te zien zijn ge weest. Döhler uit Dresden schreef in dezelfde aflevering over de door het Geodetisch Insti tuut der Techn. Hogeschool aldaar ontwik kelde nieuwe fototheodoliet. Wolf zette zijn artikelenreeks over het stereokaaiteerapparaat Multiplex van Zeiss-Jena voort. Deumlich wijst op een in Rusland gebruikt dubbelbeeld- waterpasinstrument, dat zodanig is gecon strueerd dat gelijktijdig voor- en achterwater- pasbaak in het gezichtsveld komen en worden gefotografeerd. Bij gebruik wordt de libel tot „inspelen" gebracht, waarna het gezichtsveld van de kijker, met de afbeelding van de kruis draden en de beide waterpasbaken op de ge voelige plaat komen. Volgens de gegevens van de Moskouse onderzoeker V. I. Grjaznow doet de nauwkeurigheid niet onder voor de gangbare instrumenten, doch de meetsnelheid is stukken hoger. Prof. dr. K. Neumaier, Prasident des Bundes- amtes fur Eich- und Vermessungswesen in Oostenrijk, vertelde op wel zeer enthousiaste wijze over de ervaringen, die in Oostenrijk zijn opgedaan bij de toepassing van foto- grammetrie bij hermeting van kadastrale bla den. Ook sprak hij over het gebruik van ponskaarten bij de kadastrale boekhouding. Ir. H. L. van Gent hield een voordracht over: „Ervaringen met het fotogrammetrisch werk bij het Nederlandse kadaster"; terwijl Prof. ir. G. F. Witt tenslotte de mogelijkheden van mechanisatie en automatisering van ons ka daster besprak. De inleiders kwamen tot de conclusie, dat de fotogrammetrie niet alleen een aanzienlijke besparing aan tijd en geld betekent bij de ver vaardiging van kadastrale bladen, doch in nauwkeurigheid ook kan wedijveren met de terrestrische methoden. Prof. Witt beval de mechanisatie van het kadaster aan als een inleiding tot de automatisering. Het congres was zeer druk bezocht; na afloop van het wetenschappelijk gedeelte werd (ook voor de dames) een aantrekkelijk verstrooi ingsprogramma geboden. Schrikkema Congres N.L.F. In het Laboratorium voor Landmeetkunde te Wageningen organiseerde de Nederlandse Landmeetkundige Federatie op 19 en 20 mei j.l. een congres, waar speciale aandacht werd geschonken aan het Kadaster in binnen- en buitenland. Prof. mr. S. N. van Opstall sprak over het onderwerp: „De juridische waarde van het kadaster". In een helder betoog stelde hij de vragen: 1. Kan het kadaster antwoord geven op de vraag, wie eigenaar is van een bepaald stuk grond? 2. Kan het kadaster antwoord geven op de vraag, hoe de eigendomsgrenzen van een bepaald stuk grond in het terrein liggen? Van ammoniak en 9000 Volt Een interessante persbijeenkomst van de n.v. „DE ATLASte Delft. De man die naast mij had plaats genomen, naar schatting een goede dertiger, had zijn ogen achter een donkere bril verborgen. Zijn onverstoorbaar gezicht vertoonde een lichte verbazing toen ik hem mededeelde bij het ka daster werkzaam te zijn. „Het kadaster", zei hij, „roept bij mij een reminiscentie op van grote folianten, hoge lessenaars en veel stof, zo uit de tijd van Dickens." „Eerlijk gezegd", repliceerde ik, „toen ik las dat u adviseur is voor „public relations", vroeg ik mezelf af: demonstreert deze naam nu gebrek aan fanta sie of aan Nederlands zelfbewustzijn?" Op mijn vraag, waarom hij zulke sombere ge dachten had over het kadaster, bekende hij, dat dit wellicht een kwestie van gevoel was. „Alleen het woord brengt me al terug naar vervlogen tijden Dit lunchgesprek typeert wel min of meer de openhartige, maar ook de eigentijdse sfeer van de persbijeenkomst, die de n.v. „De At las" te Delft door genoemde heer had laten organiseren, en die bedoeld was als voorlich ting over de nieuwste ontwikkeling op het

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1960 | | pagina 24