l-—k
Fig.6
Fiq.9
tie-modulatie is de 1000 Hz-impuls, die naar't
„onderbrekingsrooster" van de ksb gevoerd
wordt. Tijdens een impuls (spanningsstoot)
wordt hierdoor de elektronenstraal onder
drukt. Aangezien dit per seconde 1000 maal
plaats vindt, en het lichtend punt 1000 maal
per seconde de cirkel doorloopt, zal dit resul
teren in een onderbreking in de cirkel op een
vaste plaats. De plaats van de onderbreking
in de cirkel is een maat voor het faseverschil <p
tussen de impuls en de sinusgolf. in fig. 7b:
<p t\T.
I
I o
■25
75-
C/rke/ mei onc/erbrekmg op kathofestraa/-
scherm hoofd/nsérumeni
T.o.v. een zeker nulpunt op de cirkel (zie
fig. 8) kan de plaats van de onderbreking
aangegeven worden als een booglengte t,
waarbij dan automatisch T vastligt als een
gehele cirkelomtrek, n.l. als de omlooptijd
(10~3 sec) van het lichtend punt. Dit nulpunt
ligt bovenaan de cirkel (door een speciale
schakeling kan bij de aflezing de nulpuntfout
worden geëlimineerd, zie par. 7).
Men kan zich nu indenken, dat de telluro-
meter zó werkt, dat de door het hoofdinstru
ment uitgezonden golf van 10 MHz, door het
neveninstrument wordt gereflecteerd. In
fig. 9 is de golf met modulatie-frequentie A
getekend als een volgetrokken sinusoïdale
kromme, uitgaande van het hoofdinstrument
(H) naar het neveninstrument (N), waar het
zonder fasevertraging wordt teruggezonden
naar H, aangegeven door de streeplijn. Ge
makshalve is de terugweg ook voorgesteld als
een verlenging van de volgetrokken kromme.
Ter plaatse van 't hoofdinstrument wordt het
faseverschil van de beide golven dan voorge
steld door <p a/X.4 (de fase van de uitgezon
den golf in H is gelijk aan nul in fig. 9). Af
te leiden is nu (zie litt. 1 en 2), dat dit fase
verschil ajlA juist gelijk is aan t/T. De afstand
t van fig. 8, uitgedrukt als fractie van de
cirkelomtrek, geeft dus volgens het boven
staande het faseverschil van de denkbeeldig
heen- en teruglopende A-golf, gemeten ter
plaatse van het hoofdinstrument.
Een gehele omwenteling van de onderbreking
op het scherm komt overeen met een fase
verschil van 360° 1 periode, dus bij gebruik
van het -)-A kristal (10 MHz 107 trillingen
per sec) komt een omwenteling overeen met
10~7 sec, dat betekent een radiowegverande-
ring van 10~7 X 3.108 m 30 meter of met
15 meter afstandsverschil tussen de instru
menten. Zouden we dan ook het hoofdinstru
ment tijdens een meting met het A-kristal
15 meter van het neveninstrument verplaat
sen, dan zou de onderbreking één omwen
teling rechtsom maken (met de wijzers van de
klok mee). De onderbreking kan afgelezen
worden van een randverdeling (100 schaal-
delen voor een omwenteling) welke is gegra
veerd en rechtsom becijferd in de achterzijde
Oeniiee/c/rpe ref/ect/e rap c/e A-go/f f/OMHzJ c/oor neremnsirumené
fase m f f
aA