149 Art. 29. 1Men kan in persoon of bij gemachtigde in de ver gadering verschijnen en aan de stemming deel nemen. 2) Niemand kan als gemachtigde van meer dan één persoon optreden. 3) Als gemachtigde wordt slechts toegelaten hij, die desverlangd aan den voorzitter een schriftelijke vol macht overlegt en van wiens machtiging Gedepu teerde Staten ten minste twee dagen voor de ver gadering schriftelijk bericht van den lastgever heb ben ontvangen. Art. 34. 1Voor het aannemen van het besluit tot ruilverkave ling wordt vereischt de toestemming hetzij van de meerderheid dergenen, die bij het Kadaster als eige naren bekend staan, hetzij van degenen, die bij het Kadaster bekend staan als eigenaren van onroe rende goederen, welke in kadastrale grootte teza men meer dan de helft van de kadastrale grootte van het blok uitmaken. 2) Bij het bepalen van de meerderheid in kadastrale grootte worden volgende regels in acht genomen: 1° 2° 3) Zij die niet aan de stemming deelnemen worden geacht hunne toestemming tot de ruilverkaveling te verlenen. Art. 36. Indien het besluit tot ruilverkaveling niet is aangeno men, maar het algemeen belang de totstandkoming der ruilverkaveling dringend vordert en de toestemming van minstens de helft van één der in het eerste lid van art. 34 bedoelde meerderheden werd verkregen, kan onze Minister, op voorstel van de Centrale Commissie, bepalen, dat de ruilverkaveling zal worden uitgevoerd, evenals of het besluit daartoe ware genomen. Art. 37. 1Indien het algemeen belang de totstandkoming van een ruilverkaveling zeer dringend vordert, geeft onze Minister, onder overlegging van een kaart, waarop het blok is aangegeven, hiervan kennis aan Gedeputeerde Staten van de provincie waarin het blok of het grootste gedeelte daarvan is gelegen. 2) De artikelen 25 t/m 32 en artikel 35 vinden over eenkomstige toepassing. 3) Het besluit tot ruilverkaveling wordt bij de wet ge nomen; deze stelt het blok vast. Bij de behandeling in de Tweede Kamer werden de artikelen 34 en 36 zonder hoof delijke stemming aangenomen. Bij bespreking van artikel 37 werd zelfs nog een amende ment ingediend om lid 3 te wijzigen in: het besluit tot ruilverkaveling wordt door Ons genomen enz. Dit amendement werd verwor pen met 4622 stemmen. Eén van de moti veringen was, dat we in een tijd leefden, waarin reeds zeer veel van het gezag van de wetgevende macht moest worden gedele geerd. Alleen waar dit absoluut noodzakelijk was, kon men daartegen geen bezwaar ma ken. Enkele leden zagen in art. 37 een ver dere aantasting van de private eigendom. Bezettingsjaren Nauwelijks drie maanden na de meidagen van 1940 werden een ruilverkavelingsdienst en een dienst voor buitengewoon landmeet kundig werk ingesteld, die samen ter wille van de selfsupporting" van het door de Duitsers bezette Europa mede het Neder landse aandeel in de drastisch te verhogen voedselproduktie moesten leveren. Al spoe dig (in 1941) werd het nodig geacht, bij besluit de ruilverkavelingswet 1938 te wijzi gen, een wijziging die mede betrekking had op de manier van stemmen. Artikel 29 kreeg een vierde lid, n.l. de bepaling dat de voor zitter van de stemmingsvergadering kan wei geren personen als gemachtigde toe te laten, die nog geen 21 jaar waren of die onder curatele waren gesteld. Het was n.l. tot toen nog mogelijk, dat handelingsonbekwamen als lasthebbers van anderen op de stemmings vergaderingen konden optreden, een dwaze toestand, waaraan in 1941 dus een eind werd gemaakt. Nu echter kon het weer voor komen, dat iemand, die door huwelijk of handlichting vóór zijn 21e jaar meerderjarig was geworden, alleen voor zich zelf maar niet voor derden mocht optreden. De artikelen 36 en 37 werden in 1941 samen gevoegd: „Indien het besluit tot ruilverkave ling niet is aangenomen, maar het algemeen „belang de totstandkoming der ruilverkave- „ling dringend vordert, kan onze Minister op „voorstel van de Centrale Commissie bepa- „len, dat de ruilverkaveling zal worden uit gevoerd, even alsof het besluit daartoe ware „genomen." Er was dus geen onderscheid meer -gelijk in de wet van 1938 tussen dringende en zeer dringende gevallen, waarin ruilverkave ling gewenst was. Ook in dringende gevallen was de Minister (lees: de Secretaris-Gene raal) niet meer gebonden aan de toestem ming van de helft der meerderheden (eige naren of grondoppervlakte) zoals indertijd in art. 36 was voorgeschreven. Daartegenover moest worden gewacht, totdat in een ver gadering van eigenaren omtrent een blok was gestemd, en dus de grenzen van dit blok waren vastgesteld, en de Centrale Commissie hem een voorstel daartoe had gedaan. Na de oorlog Na de oorlog is men weer teruggekeerd tot de Nederlandse denk- en werkwijze van het leggen van de verantwoordelijkheden in han den van de instantie waar deze thuis horen. De gehele herziening van de Ruilverkave-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1960 | | pagina 13