151 gers de eigenaren, de pachters en de land arbeiders vertegenwoordigd. Het verlenen van stemrecht aan pachters is tot op heden, o.a. wegens gebrek aan een goede admini stratie, niet eenvoudig. Stemmen door doden Daar wegblijvers bij de stemming voor ruil verkaveling als voorstemmers worden geno teerd, kan het voorkomen dat een overledene, die bij het Kadaster nog als eigenaar geboekt staat, meestemt als voorstander. Dit vindt zijn oorzaak in het feit, dat in de memories van successie wel eens percelen van zeer weinig waarde niet vermeld worden, met als gevolg, dat de overleden eigenaar van deze perceeltjes in de kadastrale legger als zo danig blijft bestaan. Daar de memories van successie, voor zover ze betrekking hebben op onroerende goede ren, binnen acht maanden na het overlijden van de erflater moeten zijn opgemaakt en door de administratieve dienst eenmaal per half jaar uit het zgn. Register 50 in de kadas trale stukken verwerkt worden, is het zeer verklaarbaar dat een bepaalde eigenaar, wiens vast goed in een te stemmen ruilver- kavelingsgebied ligt, misschien al meer dan een jaar overleden kan zijn en toch nog als zodanig in de kadastrale registers bekend staat. Deze leemte is in de Wet van 1954 opgevuld door de volgende bepaling in lid 4 van art, 42: ,,Voor de toepassing van dit artikel worden met personen, die bij het Ka daster als eigenaar bekend staan, gelijk ge steld zij, die door een verklaring van erf recht aantonen, erfgenaam van een zodanig persoon te zijn. Als verklaring van erfrecht komt slechts in aanmerking een door een notaris, of, zo de erfenis niet in Nederland is opengevallen, door de ter plaatse bevoegde autoriteit opgestelde en ondertekende ver klaring Stemmen door kinderen of door personen met slechts een zeer kleine oppervlakte aan grondeigendom komt vaak voor door de aan wezigheid van een onverdeelde boedel. Al in 1937 werd t.a.v. de beïnvloeding van de stemming, hieraan veel aandacht besteed. De ruilverkavelingswet schrijft immers voor, dat eigenaren van percelen in onverdeelde eigen dom elk een eigen stem hebben. De Bijzon dere Commissie vond toen deze bepaling wel praktisch, maar niet geheel logisch. Zij geeft nl. aan de gerechtigden in onverdeelde boe dels een onevenredige invloed. Men laat im- mers in het algemeen een landbouwbedrijf zo lang mogelijk onverdeeld om te bereiken dat op den duur één der deelgerechtigden aan de anderen hun aandeel in geld uitkeert. Het zou dan ook voor de hand liggen te bepalen, dat de gezamenlijke mede-eigenaren slechts één stem zouden mogen uitbrengen. Ook zou men kunnen voorschrijven, dat elk der deel gerechtigden wel afzonderlijk mag deel nemen, doch dat zijn stem slechts zou gelden voor het aandeel in de onverdeelde boedel, dus 34. 1/9 stem enz- Dit systeem zou ook volgens de Kamercommissie veel administra tieve rompslomp en ingewikkelde berekening van de stemmingsuitslag tot gevolg hebben. De vrees hiervoor was mede aanleiding de zaak toen (1937) te laten zoals ze was. De wijze van stemmen onder de huidige Wet Onder de vigueur van de huidige ruilver kavelingswet is het t.a.v. de stemming zo, dat men zijn stem op de vergadering kan uit brengen in persoon of/en als gemachtigde. Treedt men als gemachtigde van een eige naar op, dan mag men slechts voor één per soon als zodanig optreden. Men heeft dus op een stemmingsvergadering voor ruilverkave ling hoogstens twee stemmen, nl. voor zich zelf als rechthebbende en één, indien men als gemachtigde optreedt. Er is hier slechts één uitzondering, nl. als een vader voor zijn min derjarige kinderen optreedt. Dit alles is be paald, om het verzamelen van volmachten tegen te gaan bij hen die niet zo n direct be lang bij de ruilverkaveling hebben. Het kwam in het verleden ook wel voor, dat die vol machten (vanwege de beperktheid van de ver zamelaarskring) aan minderjarigen werden verstrekt. Om ook dit de kop in te drukken is er een bepaling, dat de voorzitter van de stem mingsvergadering toelating als gemachtigde kan weigeren aan personen die de volle ouderdom van eenentwintig jaar nog niet be reikten. Het niet kunnen deelnemen aan de stemming kan o.m. het gevolg zijn van het niet voor komen in de kadastrale registers. Dit komt, omdat men verzuimd heeft bij overdracht te zorgen voor de overschrijving in de openbare registers van een foutloze koopakte of zelfs van het opmaken van een akte. Wat de stem ming aangaat: elke eigenaar stemt gelijk als in de Wet 1937 in twee hoedanigheden; 1°. als persoon, 2°. voor de oppervlakte waarvan hij als rechthebbende te boek staat.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1960 | | pagina 15