Het Kadaster van naar NIEUW 139 P. S. TEELING Hermeting van Nederland binnen afzienbare tijd een der meest-grootse taken van de „Rijksdienst van het Kadaster" Enige tijd geleden trof mij een antwoord van de Minister van Financiën op een vraag van enkele leden van de Eerste Kamer, die de dienst van het Kadaster zouden willen onder brengen onder het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De dienst van het Kadaster aldus de Minister heeft niet alleen een technisch karakter, doch vertoont ook admi- nistratief-juridische aspecten. Dit antwoord geeft temeer de verschuiving aan, die in de waardering van „het kadaster" heeft plaats gevonden, nu het komt van de zijde van een Minister van Financiën. De klassieke doelstelling van het Nederlandse Kadaster was immers gedurende ruim een eeuw: ten eerste de grondslag te zijn voor een even redige verdeling van de grondbelasting, ten tweede te zijn een redelijk-bijgehouden staats- administratie van alle onroerende goederen en van de zakelijke rechten op de afzonder lijke percelen. Later kwam daar nog bij de derde doelstelling van het Kadaster: karto- grafische basis voor de ruimtelijke ordening van ons land en voor de Nederlandse plano logie in de meest-ruime zin. Dat de Minister van Financiën in het antwoord aan de Kamerleden het karakter van belas tinginstituut niet noemde, had ongetwijfeld zijn gegronde redenen. Steeds meer wint het besef veld, dat de grondbelasting in het mo derne belastingwezen uit de tijd is, dat de grondslagen van de hoofdsommen al sinds tientallen jaren totale herziening behoeven, dat goede bijhouding van de grondbelas tingadministratie (met inbegrip van de nood zakelijke periodieke herziening) vermoedelijk een zéér groot deel van de geldopbrengst op slokt. Door allerlei omstandigheden is de relatie grondbelastingkadaster totaal ge wijzigd. Wanneer morgen de grondbelasting zou worden afgeschaft (de heer Hofstra schreef mij indertijd, dat zulks een miljoenen douceurtje zou zijn voor de grondeigenaren vanwege de plaatsgevonden amortisatie, maar dat ter zijde), dan zou het Kadaster helemaal niet meeverdwijnen, integendeel van een thans-wezensvreemde ballast worden bevrijd. Redelijk-bijgehouden staatsadministratie van alle onroerende goederen In een land als het onze, sociaal en econo misch geheel in beweging, met een zich zeer sterk uitbreidende bevolking, is het Kadaster vooral de laatste jaren uitgegroeid tot een behoeder van de grenzen van grondeigen dom. Dit is niet zozeer het gevolg van de wettelijke bepalingen, waarop het Kadaster steunt, of van dienstvoorschriften uit het verre of nabije verleden. De opmetingen voor de „gewone dienst" vinden hun wettelijke steun alléén -in enige artikelen van de Wet op de Grondbelasting, en wat dienstvoorschrif ten betreft: er zijn er geweest, die heel-sum- mier-meten als hoogste wijsheid aanprezen. Het vertrouwen, dat „de" landgenoot heeft in het Kadaster als bovenpartijdige staats administratie van alle onroerende goederen in Nederland en van de zakelijke rechten met precies hun omvang op de afzon derlijke percelen, dit vertrouwen is in de loop van ruim een eeuw organisch gegroeid door de dagelijkse arbeid van kadasterambtenaren. Wij teren op het werk van onze voorgangers. De meesten van deze voorgangers konden dit werk figuurlijk gesproken op hun slof fen af. Wie in de hulpkaartarchieven onder zoekingen verricht naar de omvang van stads uitbreiding vóór omstreeks 1925, merkt voor de kleinere steden alleen rond de eeuwwis seling een versneld tempo op. Op den buiten is dan van een aanmerkelijke vergroting van het hulpkaartenarchief nog niet veel te zien. Buiten de landmeetkundige bureaus in het westen van ons land (hier vooral Rotter dam, Den Haag en Amsterdam) was van een enigszins groot te noemen omvang van het z.g. „particulier werk" geen sprake. De staatsadministratie van het onroerend goed, de opmeting van de nieuwgevormde grenzen van zakelijke rechten op vaste goederen was haast tot op de dag bij. Doordat slechts inci denteel stadsuitbreiding op wat groter schaal plaatsvond was hermeting tot vóór veertig jaren betrekkelijk zeldzaam. In dit verband

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1960 | | pagina 3