141 besturen de landmeetkundige krachten weg, die graag hun kennen en kunnen in dienst stelden van de lagere overheidsorganen, waar deze kennis en kunde op hoger prijs werd ge steld, dan bij hun vroegere werkgeefster het geval was. Vooral het Kadaster heeft een aderlating moeten ondergaan. Een derde van het totale corps van technische ambtenaren migreerde tussen 1948 en 1956. En die migratie van goed geschoold, jong en actief ingewerkt landmeetkundig personeel naar de lagere overheidsorganen gaat nog steeds door. Slechts tijdelijk is door de bekende be stedingsbeperking de integratie van stede lijke-, gemeentelijke-, kadastrale- en andere landmeetkunde afgeremd geweest. In de ontwikkeling naar een totale ruimtelijke ordening in een overbevolkt land als het onze is dit trouwens ,,hic et nunc" niet tegen te houden. Collega F r i n k i n g heeft in het aprilnummer van „Geodesia" reeds gewezen op het haast-belachelijk kleine gedeelte van Nederland, dat in de loop van een halve eeuw in het stelsel der Rijksdriehoeksmeting is her meten: in 1956 nog maar 8,9 pet. Hij heeft voor ons berekend, dat het met deze slakken gang nog ruim 60 jaren zal duren, eer heel Nederland is hermeten. De oud-directeur van het Kadaster, de heer W. F. Stoorvogel, heeft op een vergadering van de Nederlandse Vereniging voor Foto- grammetrie in januari 1956 eens onthuld, hoe wij er in ons land op kadastraal-kartografisch gebied voorstonden. In de Algemene Verga dering van de Vereniging van Technische Ambtenaren van het Kadaster in april 1960 is op dat overzicht nog eens zeer de nadruk gelegd. Van de 16.000 hectaren oude stads kernen zijn er slechts 3000 hectaren hermeten in het stelsel der Rijksdriehoeksmeting. De hermeting van zeker 7000 hectaren van dit zéér moeilijk te meten stadskernterrein wordt zeer urgent geacht. Hóé moeilijk het is, een oude stadskern te hermeten, heeft indertijd wel de Hermeting-Amsterdam bewezen. En niet alleen de oude kern van de grootstad, maar ook die van de meer dan honderd andere kleinere Nederlandse steden bezorgen de landmeetkundige grijze haren. Zo de indertijd voorgenomen hermeting van de stadsvlek Den Burg op het eiland Texel, een ringstadje met een doorsnede van nog geen 400 meter: het leggen van een technische grondslag alleen al kostte aan een aantal studenten van de T.H. meer dan drie praktijkzomers. Misschien zult u zich afvragen, waarom de hermeting van oude stadskernen zó nodig is, dat van 7000 ha van de totaal 16.000 ha de nieuwe opmeting al in 1955 zeer dringend urgent werd geacht. De oorspronkelijke kaar- tering van de Nederlandse steden, in de jaren 1815 1830, gebeurde immers reeds op de zeer handzame schaal van 1 1250. Een der redenen is dezelfde als die van de hermeting der stadsuitbreidingen in de afge lopen vijftien jaren: de kadastrale kaart van de vorige eeuw voldoet niet meer aan de eisen van nauwkeurigheid, die aan een modern uit breidingsplan in onderdelen worden gesteld. Voor wat de Nederlandse binnensteden be treft: schaalvergroting in de naoorlogstijd van de city, stadssanering als nooit tevoren, stads- doorbraken, brachten ook voor verscheidene kleinere steden de noodzaak mee, dat van grote delen van de kern een precieser kaart moest worden vervaardigd, dan het Kadaster op dat moment te bieden had. Alkmaar had er een kapitaal voor over enige jaren gele den om door een particulier landmeetkun dig bureau de binnenstad te doen opmeten. Amersfoort schakelde op gunstiger tijdstip het Kadaster in, dat bij buitengewone op dracht zorgdroeg voor een dicht net van veel- hoekspunten, waarop binnen tamelijk korte tijd een volledige straatwandenkaart kon wor den opgebouwd. Ook andere stedelijke ge meenten spaarden tijd noch moeiten, om tot de realisering van een modern, nauwkeurig grondplan van stadskerndelen te komen, noodzakelijk voor de te nemen planologische maatregelen. Onontkoombare methode van werken, omdat het Kadaster tekort schoot tekort moest schieten in zijn derde doel stelling: kartografische basis te zijn voor de ruimtelijke ordening van ons land en voor d? planologie in de meest-ruime zin. Ook elders ten achter Maar niet alleen in de dringende hermeting van het merendeel der oude stadskernen is grote achterstand. Van de 58.000 ha buiten wijken der steden is moderne nieuwe op meting en kaartering van 22.000 ha urgent of dringend nodig. Volgens de gegevens uit 1955 was er daarnaast in ons land een areaal voor onmiddellijke stadsuitbreiding van 56.000 ha, waarvan voor 23.000 ha nieuwe kadastrale opneming der rechtsgrenzen zeer noodzakelijk werd geacht. Van die stadsuit breidingen is slechts 4000 ha aangesloten aan het stelsel der Rijksdriehoeksmeting. En zeer vermoedelijk zijn die genoemde oppervlakte- gegevens al weer sterk verouderd. Want

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1960 | | pagina 5