145 niet academisch gevormde technici", welke commissie onder voorzitterschap stond van Mr. Ir. M. Goote, de tegenwoordige inspec teur-generaal van het onderwijs. Deze commissie bracht in mei 1955 aan de minister rapport uit, sedertdien bekend onder de naam „rapport Goote" waarvan de voorstellen door de minister aanvaard wer den en het stramien vormen waarop boven genoemde Stichting Ing.-Register haar taak uitvoert. Deze taak bestaat dus in het in schrijven in een openbaar register van per sonen die daaraan het recht ontlenen, de aanduiding Ing. achter hun naam te voeren. Deze inschrijving komt tot stand, nadat een kandidaat voldaan heeft aan een door het bestuur van het register ingesteld examen en betrokkene tenminste vijf jaren in zijn vak richting op een voldoend technisch niveau is werkzaam geweest. Teneinde nu het niveau van deze examens vast te stellen werden door het bestuur van het register voor iedere vakrichting (werk tuigbouwkunde, weg. en waterbouwkunde, enz.) een commissie van deskundigen inge steld. Deze commissie kreeg een tweeledige op dracht: le. het verzamelen en onderzoeken van de examenprogramma's en exameneisen van het associate membership van repre sentatieve ingenieursverenigingen in Engeland enz. teneinde een overeen komstig programma voor het Ing.-regis ter samen te stellen: 2e. het nagaan of en in hoeverre op grond van het getuigschrift van een Ne derlandse h.t.s. vrijstelling van het Ing.- examen kan worden geboden. De commissies zijn intussen hiermede zover gevorderd dat, voor zover mij bekend, de examen-programma's van de meeste vak richtingen, óók die van de landmeetkunde, gereed zijn gekomen en in druk verschenen. Op dat programma voor landmeetkunde ho pen we in een volgend artikel terug te komen om daaruit de voornaamste punten door te geven. Belangstellenden kunnen deze programma's bestellen, met storting van drie gulden op de postrekening 254193 bij de Stichting Ing.-Register, van Alkemadelaan 506, Den Haag. Uiteraard met duidelijke vermelding van de vakrichting. Overgangsbepalingen Intussen is er sedert de instelling van het Ing.-register de gelegenheid geweest om in geschreven te worden op grond van door de ministeriële commissie vastgestelde over gangsbepalingen. Deze gelegenheid werd ge boden uitsluitend voor degenen die vóór 1923 geboren zijn en een zodanige functie bekle den dat van hen het afleggen van een examen redelijkerwijze niet meer behoefde te worden geëist. Zij moeten kunnen aantonen, dat zij gedurende tenminste twee achtereenvolgende jaren, hetzij op technisch hetzij op bedrijfs organisatorisch gebied op voldoend niveau leiding hebben gegeven. Zij zullen als regel in het bezit van het h.t.s.-diploma moeten zijn. Van deze gelegenheid is gedurende de eerste jaren van het bestaan van het register een zodanig gebruik gemaakt, dat er op dit ogen blik een kleine 1200 technici zijn ingeschre ven geworden. Natuurlijk werden niet alle aanvragen ingewilligd: ongeveer 200 zijn aangehouden, waarvan een klein percentage afgewezen. Dat aanhouden van verzoeken hield dan verband met de omstandigheid, dat vorengenoemde commissies van deskundigen nog niet gereed waren gekomen met hun arbeid zodat in geval van twijfel of iemands niveau naar kennen en kunnen ongeveer over eenkwam met de elders gestelde criteria af gewacht moest worden tot het vergelijkings materiaal aanwezig zou zijn. Men moest wel zo handelen om te voorkomen dat tengevolge van het meten met tweeërlei maatstaf er toch verschil zou ontstaan tussen een volgens de overgangsbepalingen ingeschrevene en één die via het examen wordt ingeschreven. Wie nu het bovenstaande over de geschiede nis van het ontstaan en de inrichting, doel en werkwijze van het Ing.-register met enige aandacht gevolgd heeft zal het duidelijk zijn geworden dat de landmeetkundigen ten dezen in een min of meer uitzonderlijke positie ver keren. Vooral wanneer wij de jongeren onder ons buiten beschouwing laten. Immers tot voor kort was er in Nederland eigenlijk geen middelbare opleiding voor landmeetkundigen. Wel is er een groep die in dit vak het niveau bereikt heeft dat overeenkomt met dat van middelbare en hogere technici die een h.t.s.- opleiding hebben genoten. En men zou kun nen stellen, dat het Ing.-register het mogelijk heeft gemaakt dit feit op objectieve wijze waarneembaar te maken. Want onder die

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1960 | | pagina 9