196
terug naar oude wereldkaarten. Van de
kopieën is er geen ouder dan 1526 (Hummel-
berg), die in het museum San Martino te
Napels is.
In de beelden der drie keizers op hun troon,
die op de lange strook voorkomen, wil men
de drie keizerresidenties ten tijde van de ver
vaardiging der oorspronkelijke kaart zien, in
een vuurtoren meent men de Pharos bij Ale-
xandrië te herkennen. Het is duidelijk dat een
groepje van twee huisjes telkens een stad
voorstelt; de grote blokken zijn kastelen of
versterkte plaatsen.
Castorius ging van Rome uit: 12 wegen leiden
van daar de wereld in. Noord of zuid was er
voor hem niet. Rome is dus het centrum. Kon
rad Miller heeft in een werk van 1000 blad
zijden ,,1 tineraria Romana, Rötnische Reise-
wege an der Hand der Tabula Peutinge-
riana"de fragmenten geïdentificeerd. De
voorliefde van de Romeinen voor felle kleuren
heeft in elk geval bewerkt, dat wij nu een
mooi gekleurde kaart hebben, rijk met afbeel
dingen versierd. (Er komen 534 tekeningetjes
Landmeten in vroeger eeuwen.
op voor.) De wereldkaart van Castorius
wordt dan ook veel bewonderd.
Op het afgebeelde stukje is boven links o.m.
Lugduno (Leiden) zichtbaar, en Dover, mid
den links Tolosa (Toulouse) en rechts boven
Nouvomagi (Nijmegen).
Litteratuur:
A. E. v. Nordenskiöld, Facsimile-Atlas to the early
history of cartography, Stockholm 1889.
S. Günther, Lehrbuch der Geophysik. und Physikali-
schen Geographie, Stuttgart 1844.
K. Miller, Itineraria Romana, Stuttgart 1916.
Die altesten Weltkarten, Stuttgart 1895—1898.
S. Günther, Die Erdvermessung des Eratosthenes in:
Deutsche Rundschau für Geographie und Statistik
1881.
W. Wolkenhauer, Leitfaden zur Geschichte der Kar-
tographie, Breslau 1895.
L. Lelewel, Geographie du moyen-age, Bruxelles 1852.
H. Berger, Die geogr. Fragmente des Eratosthenes,
Leipzig 1880.
E. Desjardins, Bibliogr. over de Itineraria in: Geogr.
Jahrbuch 1869 en 1871.
Mr. S. J. Fockema Andreae, Geschiedenis der karto-
grafie van Nederland, uitg. M. Nijhoff 1947.
A. Breusing, art.: Zur Geschichte der Kartographie in:
Zeitschrift für wissensch. Geographie, Jrg. 11
(1881).
H. Wagner, Vorstudien zur Geschichte der Kartogra
phie in: Nachrichten von der K. Gesellsch. der
Wissensch. zu Göttingen (Phil.-hist. Klasse 1894,
nr. 3).
Charles P. Daly, art.: On the early history of car
tography in: Bulletin of the Am. Geogr. Society,
1879.
M. F. de Barros Y Souza, Vicomte de Santarem, Essai
sur l'histoire de la cosmographie et de la carto
graphic, Paris 1849.
Sir Edward Herbert Bunburry, A history of ancient
geography among the Greeks and Romans
2 din., London 1883.
Joachim Leithauser, Mappae Mundi 1959 (met volle
dige lijst van kartografen van Leo Bagrow).
P. Terpstra, Zonnewijzers (uitg. J. B. Wolters, Gro
ningen 1953).
Dr. S. Ruge, art. in: Petermann's Mitteilungen aus
Justus Perthes Geogr. Anstalt, 1855 (uitgangspunt
voor een nieuwe periode in de kartogr. geschiede
nis)
F. C. Wieder, Monumenta Cartoqraphica, The Haque
1952-1953.
M. Eckert-Greifendorf, Kartographie, Berlin 1939.
Erwin Raisz, General Cartography, New-York 1938
(The Graw-Hill series in geography).
Dr. Hans Freudenthal, Van sterren tot inlegzolen, Arn
hem 1954.
A. E. Nordenskiöld (vertaling F. A. Bather), Periplus.
An essay on the early history of charts and sailing
directions, Stockholm 1897.
King (Edm. Fillingham), Ten thousand wonderful
things, XVI, London 1859.
Art. van anonymus „Old maps and new" in: Black
wood's Edinburgh magazine, nov. 1863.
Hogo Glaser, Ontdekkers van de wereld, Wereldbibl.
Amsterdam 1957.
Konrad Kretschmer, Die Italienischen Portolane der
Mittelalters, Berlin 1909.
Marco Sanudo der Aeltere und die Karten des
Pedro Vesconte, art. in: Zeitschrift der Berliner
Gesellsch. für Erdkunde 1891, XXVI.
M. F. de Barros y Souza, vicomte de Santarem, Atlas,
behorende bij „Recherches sur la priorité des dé-
couvertes".
Kardinaal Pierre d'Ailly: Ymago Mundi, uitgave van
E. Baron, Parijs 1930.
Frans v. Wieser, Die alteste Karte mit dem Namen
America (1507) und die Carta Marina vom Jahre
1516 des Martin Waldseemüller.