Enkele resultaten van
TELLU ROMET ER-metingen
in Oostelijk Flevoland
197
door C. H. Koop, technisch hoofdambtenaar bij de landmeetkundige
afdeling van de Directie van de Wieringermeer (IJsselmeerpolders)
Door de heer ir. D. C. de Bruijn werd in
„Geodesia" van april en mei 1960 een uit
voerige beschouwing gewijd aan de mogelijk
heid van elektronische afstandmeting, waarbij
gebruik wordt gemaakt van de voortplan-
tingssnelheid van radiogolven. O.a. beschrijft
hij de werking van de tellurometer.
Sinds een paar jaar wordt genoemd instru
ment gebruikt bij de Directie van de Wierin
germeer voor metingen in de polder Oostelijk
Flevoland.
In Oostelijk Flevoland werd de technische
grondslag gelegd door de inmiddels opgehe
ven Dienst voor Buitengewoon Landmeetkun
dig Werk te Zwolle.
Deze dienst heeft op de dijken een aantal
snelliuspunten bepaald, waarbij richtingen
werden genomen naar punten op het oude
land, die door de Bijhoudingsdienst van de
Rijksdriehoeksmeting bepaald waren. In de
polder werden zeven signalen opgericht, die
bepaald zijn uit de punten op de dijk.
De metingen zijn geschied op een tijdstip dat
met de droogmaking nog begonnen moest
worden.
De hoekmetingen werden verricht met de
theodoliet Wild T 3.
Door de landmeetkundige afdeling van de
Directie van de Wieringermeer wordt dit net,
ten behoeve van de metingen, verdicht. Aan
gezien op het ogenblik dat onze dienst over
gegevens moet beschikken, het land nog on
toegankelijk is en metingen met een meetband
uitgesloten zijn, bewijst de tellurometer on
schatbare diensten. Bovendien is het mogelijk
om tussen de geplaatste signalen polygonen
te leggen met lange zijden.
Hoofdzakelijk om de ambtenaren van onze
dienst vertrouwd te maken met de bediening
van de instrumenten werden afstanden geme
ten tussen de in coördinaten bekende punten
langs de dijken. De afstanden tussen deze
punten bedroegen gemiddeld 3 km. De afwij
king tussen de uitkomsten der meting en de
lengten berekend uit de coördinaten bedroeg
gemiddeld 7 cm.
Een opdracht om de knikpunten van de
Hoofdvaart II in coördinaten te bepalen, werd
dank zij de tellurometer in enkele dagen uit
gevoerd.
Deze vaart werd gebaggerd vóórdat met de
droogmaking werd begonnen. De uitzetting
van de knikpunten geschiedde met de sextant.
Thans is een polygoon gemeten van Ketel
haven naar Lelystad (gemaal Wortman).
Het beginpunt was een snelliuspunt bepaald
door B.L.W., terwijl het eindpunt, een signaal
op gemaal Wortman, bepaald is door de R.D.
De totale lengte der polygoon bedraagt ruim
27 km. De lengten der zijden, die met de tellu
rometer gemeten zijn, liggen tussen 1500 en
4500 meter. Er werden 10 tussenpunten ge
meten. De hoekmeting geschiedde met de
Wild T 3. De hoekcorrectie bedroeg 8 dmgr
per hoek, terwijl de fout in de coördinaten
jx 40 cm en 59 cm bedroeg, waaruit
p 15 en q 22 volgde.
In het op het kaartje gearceerde gebied werd
het net tussen de signalen en de driehoeks-
punten op de dijk verdicht met een aantal po-
lygoonpunten. De lengten der zijden, welke
alle met de tellurometer zijn gemeten, bedra
gen gemiddeld 1200 meter. De hoekmeting
geschiedde steeds met de Wild T 3.
In onderstaand lijstje zijn enkele resultaten
vermeld.