KARTOGRAFIE (III)
Uit de geschiedenis der
188
door W. Koopmans, oud-ambtenaar van het Kadaster
In de voorgaande artikelen1) bespraken wij
het beginstadium van de kartografie en een
deel van de ontwikkeling in de eerste 13
eeuwen van onze jaartelling, In dit overzicht
komen, na de Beatuskaarten en de Floren
tijnse zeekaart, de kompaskaarten en de Ro
meinse wegenkaarten aan de beurt en worden
enkele van de merkwaardige scheppingen uit
deze periode getoond.
Langzamerhand zijn we gekomen in het tijd
perk, waarin meer kartografische voortbreng
selen verschijnen en voor het nageslacht
bewaard bleven.
De Beatuskaarten
Hoewel alleen de bespreking van deze groep
een apart artikel waard zou zijn, moeten wij
hier volstaan met een resumé. De priester Bea-
tus leefde in de 8e eeuw in het noorden van
Spanje. Hij is geboren ca. 730 en stierf in 798
in de Benedictijner abdij Valliscavata, het
latere Valcavado. Reeds drie jaar na zijn
dood werd hij als een heilige vereerd. Men
zegt, dat hij de geestelijke leider was van
koningin Adosinda, vrouw van koning Silo.
Zijn lichaam werd uit het graf gehaald en,
in een marmeren sarcophaag, naar een eer
voller plaats overgebracht. Een arm werd
achtergehouden ten behoeve van zieken, die
aan zijn graf hulp zochten. Ook na zijn dood
kende men hem nog geneeskracht toe. Beatus
leefde in de tijd, dat de Christelijke bevolking
naar het gebergte in Asturië vluchtte om aan
de moordende Saracenen te ontkomen.
In de volksmond heette hij Santo Bieco. Zijn
leven is beschreven door Morales in: Chro-
nicon generale Hispaniae, 1791, deel IV en
door Antonio: Bibl. Hispana vetus, Madrid
1788, deell
Van de Beatus-mappamundi bezitten wij nog
Zie nrs 3 en 5 1960.
tien afschriften. Alle zijn oost gericht, het
geen voor die tijd begrijpelijk is. Zeven er van
zijn ovaalkaarten, één is vierkant, de andere
zijn cirkelvormig. Hun wetenschappelijke
waarde ligt in de hoge ouderdom. De af
schriften tezamen geven ons de mogelijkheid,
over de grondkaart (en) van het jaar 776 een
oordeel te vellen.
De St.-Sever-kaart is in afdruk, in de kleuren
van het origineel, ingebonden in het boek van
Dr. Konrad Miller: Die altesten Weltkarten,
Heft I. De Nationale Bibliotheek te Parijs be
waart de codex; de kaart is later (1866) ge
vonden door d'Avezac bij een Parijse boek
verkoper. Het zijn twee perkamentbladen met
beschreven achterzijden. St.-Sever komt op
de kaart voor als de plaats van vervaardiging.
Ook de tekenaar is vermeld: Stephanus Gar
cia Placidus. De ovaalvormige tekening is van
ca. 1050. Zoals op de meeste Beatuskaarten
is het oosten boven. Bezitters van de W.P.-
encyclopedie zullen deze wereldkaart wel
eens bekeken hebben, voorzover dat op een te
kleine afdruk mogelijk is. Het paradijs, dat op
alle kaarten in deze groep voorkomt, is hier
voorgesteld door Adam en Eva met boom en
slang. De verdeling der wereld volgt de in
deling van de T-O-kaarten. Op het gekleurde
afschrift van 776 is de uitgang van de Mid
dellandse Zee zeer breed. Voor de uitmonding
in de Oceaan liggen eilanden, w.o. insula
Gades; de Beatuskaart Parijs II heeft op die
plaats geen aanduidingen; die van Matthaeus
naar de Londense codex (23,5 X 35 cm)
noteert hier: Gades Hercul'. De veel vermelde
zuilen verschijnen later; wij kennen o.a. de
twee grote zuilen (op Gades geplaatst) op de
goed gekleurde Ranulf. Higdenkaart van
1363 (48 X 34 cm) en op andere afschriften
met de toevoeging: Columpne Hercules of:
Hercull Columnae. Alleen op de Sphaera
julii Honorii zijn deze zuilen in volle zee ge
tekend. De wereldkaart van Hanns Rüst, een