189 houtsnede uit de 15e eeuw, toont als enige kaart drie zware zuilen midden in de golven. Ook op deze stukken vinden we weer het vierde werelddeel met het vaker voorkomende opschrift: quarta pars trans oceanum inte rior in meridie quae solis ardore incognita nobis est. Jeruzalem (een kerk) staat nog in het centrum, maar is daar reeds niet zo be wust geplaatst als b.v. op kaart nr. 2 uit deze Beatus-serie. De voorstelling van de steden is als op de itineraria Romana eenvoudig (alleen door een huis aangeduid) Op kaart nr. 3 (codex Burgo van Osma, in Oud-Castilië, jaar 1203) zit in het vierde werelddeel een man met heel grote voet één voet—, blijkbaar een antipode. Deze werden meermalen zo voorgesteld. Ook de twaalf Apostelen zijn hier afgebeeld. Het Paradijs is voorgesteld door zijn vier stromen Phison, Gihon, Hiddekel en Euphraat. Men zou in de verleiding komen hier een exposé te geven van de opvolgende vroegere meningen over het al of niet bestaan van onze „tegen voeters" en stil te staan bij de moorden op taaie verdedigers van de Antipodenleer. Het zou echter te ver voeren. Enkele bekende voorbeelden moeten wij toch in uw herinne ring terugroepen. De Franse kardinaal Pierre d'Ailly Petrus de Alliaco, 1422) en de Spaanse bisschop Alfonsus Tostatus Abu- lensis, 1455) ontkenden nog steeds dat er tegenover ons op de aardbol mensen leefden. De overige Beatuskaarten verschillen van de hier beschreven exemplaren vrij veel. In het artikel „Kartografie II", meinummer van deze jaargang, hebben wij afgedrukt de Beatus- kaart nr. 9, die door schrijvers als Pasini, Santarem, Nordenskiöld, Lelewel, e.a. is be sproken en die vooral door de komische wind- figuren bekend geworden is. Naar de inhoud schijnt die een getrouwe kopie te zijn van de gekleurde codex-Geronakaart (36 X 52 cm) met Westgotisch cursiefschrift, bewaard in de kathedraal van Gerona, de Spaanse provincie hoofdstad. Wij kunnen al deze, meermalen uitstekend gekleurde mappaemundi, als de Cottoniana, de wereldkaart van Albi uit de 8e eeuw, de kaarten en het itinerarium van Matthaeus Parisiensis van ca. 1250, een 14-tal Sallust- kaarten etc. slechts noemen. Misschien be staat de gelegenheid er later op terug te komen. Bij de ovale Altamira-Beatus uit de 12e eeuw is wat meer gelet op het kunstzinnige uiterlijk. De gebouwen in het bijzonder zijn beter ge tekend. Het geheel is zeer decoratief. In het algemeen zijn de Beatuskaarten als wereld voorstellingen nogal ruw geschetst. Deze monnikenarbeid bleef achter de kloos termuren beter bewaard dan het werk van leken uit deze eeuwen. In verschillende nog bestaande codices missen we echter helaas de kaarten, die er bijna steeds in voorkomen. Karei de Grote, deze in de geschiedenis zo overbekende Frankische vorst, liet drie zilve ren tafels ontwerpen, mede aan de hand van door de geleerden van zijn hof vervaardigde kaarten van de provincies. Dicuil, een monnik, leverde een bijbehorende beschrijving. Men noemt de vervaardiging van deze tafels met kaarten van de bekende werelddelen wel eens een laatste opflikkering aan de kartografische hemel der middeleeuwen. Ook van dat tijd rovende graveerwerk is alleen de herinnering over. Wie weet of ze niet gebruikt zijn in de woeste burgeroorlogen, die woedden onder Lodewijk de Vroome en zijn zoons, om er de soldij van de troepen mee te betalen. Zilver en zilvergeld was toen veel in zwang. Deze proeve van kaartwerk herinnert nog aan de eerste radkaarten van de Ioniers, waar Delphi het middelpunt was. Dat soort schematische voorstellingen dook in de 7e eeuw weer op en bleef lang -zeker tot de 13e eeuw ge handhaafd. Ook Nederland kent in de ge schriften een specimen. P. C. Molhuysen heeft die gepubliceerd in de Overijsselse Almanak van 1852 (vgl. ook Miller, Die altesten Welt- karten, Stuttgart, 1895). Om te onthouden zijn de prachtige mozaïeken in Madaba. Op de kerkvloer aldaar (bij de Dode Zee, in de vlakte van Moa) ontdekte men in 1896 deze merkwaardige kartogra fische uiting in steen. Bijzonderheden vertelt o.m. P. Germer-Durand in: La Card mosaique de Madaba, Paris. In dat werk zijn opgeno men 12 lichtdrukken op Vs van ware grootte. Arabische kaarten Massoudi, een Arabische aardrijkskundige uit de 10e eeuw, die bekend was met de kaarten van Ptolemaeus en Marinus van Tyrus, zag het grote geografische werk van Abou Djafer Mohammed Ben Mousa, dat gebaseerd was op gegevens van Ptolemaeus. Hij noemt het

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1960 | | pagina 5