191
dervan e.a. zijn eenstemmig van oordeel, dat
de Arabische kaarten slecht waren en slecht
bleven. Men kan dit eigenlijk moeilijk in over
eenstemming brengen met hun vooraanstaan
de plaats in de wereld van toen op zo
vele gebieden.
Met de terugval van het grote Arabische Rijk
verdween daar ook de activiteit op karto-
grafisch gebied.
Juiste grenzen van landen en werelddelen
vindt men op de Europese kaarten van de
9e tot de 15e eeuw bijna nergens.
In dit overzicht hebben wij ook opgenomen
de Florentijnse zeekaart van 1351, met
Afrika. Hoewel Italië en de Straat van Gi
braltar duidelijk te herkennen zijn, is de voor
stelling in het algemeen nog zeer schets
matig. (Op de Ptolemaeus-uitgave van 1490
vinden wij de oude naam van de Straat van
Gibraltar nog plastisch voorgesteld door de
twee hoge zuilen van Hercules.)
De bijschriften op de kaart geven bijzonder
heden van het gebied weer, b.v.: hier vindt
men goud.
Kompaskaarten (zeegidsen, portolanen,
kustkaarten)
De Arabieren, die voor gingen bij de ontwik
keling van de boldriehoeksmeting en enkele
van hun astronomische instrumenten invoer
den in Europa ten behoeve van de navi
gatie b.v. het astrolabium en de Jacobsstaf
schijnen het kompas in die tijd niet gebruikt
te hebben. Het magnetisch kompas begon
toen al een grotere rol te spelen bij de scheep
vaart ver uit de kusten. In samenhang met
de portolanen is dit kompas zeker gebruikt.
Wel had men het reeds in de 1 le eeuw op de
schepen, die de Middellandse Zee bevoeren,
maar eerst omstreeks 1300 (na de verbete
ringen vooral van Flavio Gioja) kreeg het de
tegenwoordige gedaante. De portolanen stam
men waarschijnlijk uit Genua omstreeks het
einde der 13e eeuw. Deze „nieuwerwetse"
zeekaarten, die vooral in de 15e eeuw veel
werden gebruikt, leerde Columbus waar
schijnlijk vroeg kennen doordat in zijn ge
boortestad toen de beroemde kartografen-
school was gevestigd. (In een boek van 4 kg
heeft de gemeenteraad van Genua bewezen
dat Columbus daar inderdaad werd geboren.)
Hij was verzot op kaarten. Fluistert men niet,
dat hij zijn vrouw trouwde vooral omdat zij
zo n mooie collectie kaarten meekreeg ten
huwelijk?
De portolanen werden geborgen in een boek
van langwerpige vorm. De bladen waren ge
vouwen. Op de omslag ziet men de wind
rozen, een tabel van de dagen van het jaar
en op de bladen een voorstelling van de
kustlijnen, met afstanden van haven tot
haven, de diepten van de havens en derge
lijke gegevens. Een gradennet komt er niet
op voor, wel ziet men een net van rechte
lijnen straalsgewijs uitgaande van een wille
keurig centrum (een centrale kompasroos)
met op de uiteinden van de richtlijnen 8 of 16
(andere) windrozen op gelijke afstanden er
om heen. Lengte en breedte zijn niet ge
geven; wij weten niet, welke kaartprojectie er
is toegepast, zelfs niet of men wel een kaart
projectie toepaste. Men kon echter met be
hulp van kompas en lengtemaat de ligging
der plaatsen bepalen. De lijnen waren ver
schillend gekleurd: hele winden zwart, halve
groen, kwarten rood.
Oorspronkelijk waren deze charts georiën
teerd op het magnetisch noorden. Het bestaan
van de (magnetische) declinatie schijnt vóór
Bianco's kaart van 1436 niet bekend geweest
te zijn. (Bij Bianco ziet men, voorzover ons
bekend, voor het eerst de verschillende waar
den voor die afwijking genoteerd.) In het
Middellandse Zeegebied bedroeg zij 10 tot
12 graden west van het noorden en nam af
tot nul op een punt enkele honderden mijlen
oost van het eiland Corvo in de Atlantische
Oceaan. (Dit vermeldt Columbus in zijn noti
ties.)
Onze afbeelding dateert uit het midden der
16e eeuw.
Prof. Wagner te Göttingen heeft in hoofd
zaak het raadsel van hun wijze van ontstaan
opgelost. Hij mat zelf verscheidene van de in
zulke kaarten verwerkte afstanden. Feitelijk
zijn het kopieën van zeer oude nautische ge
gevens (Nordenskiöld)zij berusten op dui
zenden waarnemingen en vormen de schakel
tussen de Grieks-Romeinse periode en de
Renaissance. Ze waren vrij nauwkeurig, zelfs
nauwkeuriger dan de kaarten van Mercator
e.a. Enkele van zulke oude gidsen of zeilaan-
wijzingen bezitten wij nog: omstreeks 335 zijn
ze bijeengebracht onder de verzamelnaam
,,Periplus van Scylax van Karyanda"
Deze gidsen dateren uit de 6e en 5e eeuw
v. Chr. en vermelden richting en afstanden
van de plaatsen, die werden aangedaan.
Vreemd genoeg kennen wij dergelijke aan-