Ahrend nengrafiek nodig de pijltjes te ontbinden in componenten evenwijdig aan, en loodrecht op de strookrichting. Uitgezet vanuit de strook- as of een lijn daaraan evenwijdig geven deze componenten resp. de schaal- en de azimut- lijn. Ter illustratie van het bovenstaande wil ik dit artikel eindigen met de bespreking van een eenvoudig voorbeeld uit de praktijk. In fig. 31 ziet u de vergelijking van een strook van 16 modellen met het terrestrische stelsel. De opnameschaal is ongeveer 1 10 000, de uitwerkschaal 1 2000. Aangezien de strook niet evenwijdig loopt met de x-as van het terrestrische stelsel is het nodig de pijlen te ontbinden in de strookrichting en loodrecht daarop. Terwille van de duidelijkheid van de grafiek zijn de componenten uitgezet vanuit de projecties van de punten op een lijn even wijdig aan de strook-as. De met cirkeltjes ge markeerde lijnen zijn afkomstig van de ooste lijke rij punten, die met kruisjes van de pun ten aan de westzijde van de strook. Uit de kromming van de schaallijnen en het trechtervormig uiteenwijken van de azimut- lijnen ten zuiden van punt 1851 blijkt, dat in dit gedeelte een systematisch schaalverloop optreedt. De parameter daarvan is als volgt te bepalen: ,_4P 1.2 2 4 X 0,6X0,5 -275Ö.X 3,248 (57oX500)2 1,2X3,748 X 3,748 7,56 X ïo- 0.6X 10- Uit de pijlengrafiek is duidelijk te zien dat het betreffende gedeelte vergroot moet worden, dus is het teken van de parameter positief. In fig. 32 is de grafiek getekend die na cor rectie voor c (- 0,6 10 5 ontstaat. In de azimutlijn is nog een zwakke doorbuiging te constateren, waarvoor echter niet is gecorri geerd omdat de strook toch, met het oog op de schaallijn, in drie stukken is aangesloten. De eerste aansluiting werd gemaakt aan het groepje punten tussen 1881 en 1867, de twee de aan de punten tussen 1824 en 1850 en de derde aan de punten tussen 1851 en 1800. De overblijvende verschillen zijn in grafiek 33 uitgezet, duidelijkheidshalve echter op een tweemaal zo grote schaal als in de twee voor afgaande grafieken. Afgezien van het punt 1811, waarin misschien een afleesfoutje in de y-aflezing is gemaakt, zijn de verschillen redelijk te achten. baken 221 een goede relatie op het gebied van jalons meetlinten meetveren en ander technisch meetgereedschap Amsterdam-Den Haag- Eindhoven-Groningen- Hengelo (O)-Hilversum- Maastricht-Middelburg- Rotterdam

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1960 | | pagina 15