DE TECHNIEK IN DE LANDMEETKUNDE Herdenking 50-jarig bestaan van de H.T.S. voor Bouwkunde te Utrecht Rede gehouden door Mr. Ir. S. M. Meelker, directeur van de afdeling Kadaster en Hypotheken van het Ministerie van Financiën, op 28 oktober 1960. Mijnheer de voorzitter, dames en heren, Het is voor mij een prettige taak om u in aansluiting op de interessante voordrachten over de bouwkunde en de weg- en water bouwkunde iets te vertellen over de ont wikkeling in de landmeetkunde over de laatste 50 jaren. Hierbij ben ik mij er evenwel van bewust dat ik vanwege de aard van het onderwerp al bij voorbaat enigszins gehandicapt ben, ver geleken met de vorige sprekers. Immers, wanneer over de bouwkunde en de weg- en waterbouwkunde wordt gesproken, roept dit bij het auditorium al direct associa ties op aan spectaculaire bouwwerken en, de heersende woningschaarste even terzijde schuivend, aan groots opgezette woning complexen en voorts aan machtige verkeers wegen, met misschien niet altijd even veilige, maar toch wel vernuftig aangelegde weg- kruisingen e.d., aan inpolderingen en aan Deltawerken. Wanneer echter over de landmeetkunde wordt gesproken, vrees ik dat bij velen in gedachten slechts het beeld verrijst van een groep mannen, werkend met rood-witte stok ken en een meetketting. Doch, ter zake. Men zou kunnen zeggen dat de landmeet kunde zich bezig houdt met metingen, nodig om de vorm van de aarde en terreinsituaties die zich op de aarde bevinden, vast te leggen. De resultaten van deze metingen tenslotte vindt men o.m. terug in kaarten van zeer uiteenlopende schaal en aard, die voor veler lei doeleinden worden gebruikt. Ik noem slechts topografische kaarten, ka dastrale kaarten, waterstaatskaarten. Doch ook aan wandelkaarten, plattegronden van steden en atlaskaarten liggen metingen ten grondslag. Uit deze verscheidenheid in kaarten, die men alle produkten van de landmeetkunde zou kunnen noemen, blijkt reeds dat deze weten schap dienstbaar wordt gemaakt aan de meest uiteenlopende uitingen van menselijke activiteit. Zo bestaat er ook een nauwe relatie tussen de landmeetkunde en de beide eerder be handelde onderwerpen van deze middag. Voor de planning t.a.v. de ligging van een aan te leggen weg is het immers nodig dat men beschikt over goede kaarten, die alle gegevens over hoogteligging en verdere detailsituaties bevatten, welke mede van in vloed zijn bij de bepaling van het meest ge- eigende tracé. Vervolgens dient het project op het terrein te worden uitgezet en tenslotte behoort na de realisatie van het werk een opmeting te ge schieden om de veranderde situatie op be staande kaarten bij te werken. Ook aan de bouwkunde verleent de land meetkunde zijn diensten, b.v. bij de beant woording van de vraag omtrent de juiste be grenzing van het onroerend goed, waarop men een bouwwerk wenst te projecteren. In dit geval verricht het kadaster zijn dienst door het uitzetten van de grens op het ter rein, al of niet gepaard gaande met het ver strekken van een nauwkeurige kaart op grote schaal van het onroerend goed. Maar ook om andere reden kan het zijn dat de bouw meester landmeetkundige hulp inroept. Dat dit reeds het geval was in de grijze 209

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1960 | | pagina 3