210 oudheid moge ik illustreren met het volgende voorbeeld. Wanneer in het oude Egypte een farao het besluit nam om ter veiligstelling van zijn na gedachtenis een tempel te laten bouwen, was een der eerste handelingen het vastleggen van een oriënteringsrichting. Hiertoe plaatste een vertegenwoordiger des Konings zich in het vlak gaande door een opgehangen schietlood en de poolster en liet in dat vlak twee stokken plaatsen. De ,,harpedonaptai" spanden daarna een richt snoer langs deze stokken en de noord-rich ting was vastgelegd. Deze harpedonaptai waren de landmeters uit die tijd, hetgeen af te leiden is uit muurschil deringen, gevonden in de graftomben van de koningen uit de eerste dynastie. Het is echter allerminst mijn bedoeling uw geduld op een te zware proef te stellen met een verhandeling over de landmeetkunde door de eeuwen heen. Ik heb hieraan ook geen behoefte, omdat de enorme ontwikkeling van het technisch kun nen in de 20e eeuw in sterke mate ook de landmeetkunde heeft beïnvloed, zodat reeds voldoende stof aanwezig is, wanneer ik mij houd aan het onderwerp van mijn voor dracht. Wanneer over de landmeetkunde of wel de geodesie wordt gesproken, pleegt men on derscheid te maken tussen de hogere en de lagere geodesie. Ruwweg kan men zeggen dat de hogere geodesie zich bezighoudt met de bepaling van de vorm van de aarde in zijn geheel, onder aanneming van een z.g. referentie-oppervlak, de geoïde. Deze geoïde heeft bij benadering de vorm van een om wentelingsellipsoïde. Door het verrichten van verschillende soor ten van metingen is het mogelijk de vorm van de geoïde te bepalen. Zonder hierop dieper in te gaan wil ik slechts op twee technische ontwikkelingen met betrekking tot deze materie aandacht vestigen. In de eerste plaats de methode die de grote Nederlandse geodeet. Prof. V c n i n g M e i n e s z invoerde om gebruik makende van een onderzeeboot ver onder de zeespie gel waarnemingen te verrichten met een slingerapparaat, nodig voor de bepaling van de zwaartekracht, welke waarnemingen van zo groot belang zijn o.a. voor de bepaling van de vorm van de aarde. Velen uwer zul len zich nog wel herinneren zijn roemruchte reis met de H,M. K XVIII. In de tweede plaats moge ik de aandacht vestigen op een methode die eerst sinds en kele jaren toegepast wordt om de vorm van de aarde, in het bijzonder de afplatting, nauwkeuriger te kunnen bepalen, n.l. door metingen van de precessiebeweging in de banen die een kunstmatige satelliet om de aarde beschrijft. De mogelijkheden die kunstmatige satellieten voor de geodesie bieden hebben er zelfs toe geleid, dat op het deze zomer te Helsinki gehouden Congres van de llnion Géodésique et Géophysique een resolutie werd aangeno men, waarin de wenselijkheid wordt uitge sproken een speciale satelliet uitsluitend be stemd voor geodetische doeleinden te lan ceren. Een ander gebied waarop de hogere geo desie toepassing vindt is dat van de z.g. pri maire driehoeksmetingen. De eerste driehoeksmeting werd in Neder land in het begin van de vorige eeuw uitge voerd door de luitenant-generaal baron Krayenhoff. Toen bleek dat de resul taten van deze driehoeksmeting niet de ver eiste nauwkeurigheid bezaten, werd door de in 1879 ingestelde .Rijkscommissie voor graadmeting en waterpassing" in 1885 be gonnen met de werkzaamheden ten behoeve van een geheel nieuwe primaire driehoeks meting. Dit primaire driehoeksnet werd gevormd door 119 driehoeken en bevat 78 punten. Om dit primaire net te verdichten werden door de Rijkscommissie tevens de nodige metingen verricht ter bepaling van 102 z.g. tussenpunten en ca. 3500 punten van een z.g. secundaire driehoeksmeting. In 1929, dus na een arbeidsperiode van on geveer 40 jaar, werden de werkzaamheden van de Rijkscommissie voltooid. Zoals u bekend is zijn bijna al deze punten torenspitsen, die in x- en y-coördinaten zijn berekend in een rechthoekig coördinaten stelsel, waarvan de spits der O.L. Vrouwe toren te Amersfoort het nulpunt vormt. De voltooiing van dit werk en de instand houding ervan, die sinds 1930 is opgedragen aan de onder het kadaster ressorterende Bij- houdingsdienst van de Rijksdriehoeksmeting, is voor de landmeetkundige diensten in Ne derland van onschatbare betekenis. Vrijwel alle sindsdien in ons land vervaar digde kaarten hebben het stelsel van de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1960 | | pagina 4