212
gebracht naast de richtkijker, waardoor men
via een gecompliceerd systeem van prisma's
en lensjes in één aflezing de twee diametraal
tegenover elkaar liggende randstanden kan
waarnemen. Hierdoor werd een belangrijke
besparing in de waarnemingstijd verkregen
en bovendien de mogelijkheid om op moeilijk
toegankelijke punten metingen te verrichten
zeer verruimd.
Ook het waterpasinstrument doet mee aan de
instrumentele revolutie.
Behalve dat ook hier omvang en vorm zijn
aangepast aan de moderne behoeften, ge
schiedt b.v. in vele instrumenten van thans
een der voornaamste handelingen, het hori
zontaal stellen van de vizierlijn, automatisch
door het instrument zelf na een globale instel
ling door de waarnemer. Deze vinding berust
op een optisch systeem onder werking van de
zwaartekracht.
Een dikwijls zeer omvangrijk deel van de
werkzaamheden wordt in de landmeetkunde
gevormd door de rekenarbeid, nodig om de
verrichte waarnemingen uit te werken.
In het bijzonder coördinatenberekeningen
werden vroeger vrijwel uitsluitend met be
hulp van logaritmentafels uitgevoerd. De
rekenmachine heeft op dit gebied een ware
omwenteling teweeg gebracht.
Alle berekeningen geschieden thans met be
hulp van deze machines en op geen enkel
landmeetkundig bureau wordt nog een loga-
ritmentafel gebruikt.
De rekenmachines werden oorspronkelijk
geconstrueerd met handbediening. Geleide
lijk schakelde men over op elektrische machi
nes, terwijl thans voor ingewikkelde bereke
ningen meer en meer elektronische reken
automaten worden ingeschakeld.
Ook de randverdeling van theodolieten is
tegenwoordig op eenvoudiger rekenen aan
gepast. Was voorheen in de landmeetkunde
de traditionele 360.60.60 verdeling van de
cirkel gebruikelijk, in het begin van deze
eeuw ging men inzien, dat het rekenen met
deze eenheden toch wel zeer omslachtig was.
In 1910 werd dan ook in Toulouse een ver
eniging opgericht ter verbreiding van de z.g.
decimale methode
Hierbij wordt de cirkel verdeeld in 400 gra
den, elke graad onderverdeeld in 100 centi
graden en elke centigraad in 100 decimilli-
graden.
Dit systeem, dat het rekenen sterk vereen
voudigt, is thans algemeen in de landmeet
kundige wereld ingevoerd.
Last but not least moge ik uw aandacht op
eisen voor een geheel nieuwe meetmethode
waarvan de ontwikkeling voor praktische
doeleinden zich vrijwel geheel in de laatste
50 jaren heeft voltrokken, n.l. de luchtfoto-
grammetrie. Door toepassing van deze me
thode worden in principe alle lengte-, hoek
en hoogtemetingen, behoudens de bepaling
van gegevens omtrent z.g. paspunten, geheel
overbodig en worden deze metingen in
wezen vervangen door metingen verricht uit
luchtfoto's.
De fascinerende ontwikkeling van de foto-
grammetrie, die de landmeetkunde op een
geheel ander plan heeft gebracht, is een
roman op zichzelf.
Hoewel het idee om de eigenschappen der
projectieve meetkunde voor de vervaar
diging van kaarten te benutten al vrij oud is,
werd de beslissende stoot hieraan gegeven
door de uitvinding van de fotografie.
Door het maken van enkele foto's van een
object, genomen vanuit verschillende stand
plaatsen, werd het mogelijk door metingen
in deze foto's, gevolgd door gecompliceerde
transformatieberekeningen het object in
kaart te brengen.
Een der belangrijkste pioniers uit de begin
periode van de fotogrammetrie was Laus-
sedat, een Franse overste, die algemeen
als de vader van deze wetenschap wordt
beschouwd.
Met één grote moeilijkheid bleef men de ge
hele vorige eeuw kampen. De vraag n.l. hoe
men op twee of meer foto's van hetzelfde
object en genomen vanuit verschillende
standplaatsen bepaalde punten met voldoen
de nauwkeurigheid kon identificeren.
In 1900 vond Pulfrich voor dit pro
bleem een oplossing door een instrument, dat
eigenlijk allang bestond, voor dit doel te
benutten, n.l. de stereoscoop. De door hem
ontworpen stereocomparator luidde een
nieuw tijdperk in voor de fotogrammetrie.
De vondst bestond hierin, dat in dit instru
ment een meetmerk was aangebracht. Dit
meetmerk kon men in het stereoscopisch
waargenomen ruimtelijk model met ieder ge
wenst punt laten samenvallen. Stuk voor stuk
identificeerde men zo bepaalde punten op
beide foto's.
Ondertussen hadden andere onderzoekers,
die gehinderd werden door de beperktheid
van de standplaatsen op aarde, de blik naar