Als vanzelfsprekend heeft de ontwikkeling in de landmeetkunde ook zijn neerslag ge vonden in de status van deze wetenschap in ons maatschappelijk bestel. 214 volgens welke methode dan ook verricht, ten doel het vervaardigen van kaarten welke aan bepaalde eisen van nauwkeurigheid dienen te voldoen. In het algemeen kan gesteld wor den, dat bij gebruikmaking van papier als tekeningdrager de in bepaalde gevallen ver eiste nauwkeurigheid in de kaartering niet blijvend gewaarborgd is door de werking, die in dit materiaal optreedt. In verband hiermee werd geleidelijk de be hoefte aan maatvast tekenmateriaal groter. Geconstateerd kan worden dat ook voor dit probleem de laatste decennia een oplossing is gevonden door toepassing van papier, voorzien van een aluminium tussenlaag, waarmee goede resultaten worden bereikt. Andere oplossingen zijn gevonden door ge bruik te maken van allerlei plasticsoorten. Ik hoop er door het voorgaande enigermate in te zijn geslaagd U een indruk te geven van de technische ontwikkeling die zich in de landmeetkunde de laatste 50 jaar heeft vol trokken. Volledig heb ik daarbij uiteraard niet kun nen zijn en verschillende onderwerpen heb ik zelfs in het geheel niet genoemd. Evenwel kan niet onvermeld blijven, dat deze technische ontwikkeling gepaard ging met een theoretische verdieping met betrek king tot de geodetische problematiek. In het bijzonder Prof. T i e n s t r a heeft in Ne derland in dit opzicht baanbrekend werk verricht. Met de voortschrijding van de technische en wetenschappelijke ontwikkeling in de land meetkunde is de opleiding van de landmeters mede geëvolueerd. De opleiding voor civiel landmeter, die aan vankelijk verbonden was aan de Landbouw hogeschool te Wageningen, werd in 1935 overgebracht naar de Technische Hoge school te Delft en in 1948 omgezet in een volwaardige ingenieursstudie. De creatie van de geodetisch ingenieur had weer onvermijdelijk tot consequentie de be hoefte aan een z.g. volledig middelbare kracht, hetgeen de aanleiding vormde tot de instel ling van de studierichting voor landmeetkun de aan deze thans jubilerende Hogere Tech nische School. Geachte toehoorders, De verleiding is groot om dit te demonstre ren door de landmeter van vijftig jaar ge leden in zijn uiterlijke verschijning te ver gelijken met die van thans. Daarbij zou ik dan de landmeter van het kadaster van zo omstreeks de eeuwwisseling in uw geest kunnen oproepen zoals deze, ge kleed in zwart pontificaal, inclusief hoge hoed, plechtig uit zijn rijtuig daalde om niet minder plechtig ,,In naam der Koningin" een betwiste grens aan te wijzen. Aan een schildering van de landmeter van vandaag zal ik mij echter niet wagen, omdat deze zich in zo zeer verschillende verschij ningsvormen vertoont. Vijftig jaar geleden n.l. bezat het kadaster praktisch het monopolie van al het landmeet kundige werk. Deze situatie is thans grondig gewijzigd. Ook bij deze verandering was Scher- m e r h o r n nauw betrokken, en op zijn initiatief werd b.v. in 1931 de Meetkundige dienst van de Rijkswaterstaat in het leven geroepen. Het inzicht dat goede planning van weg- en waterbouwkundige werken, van uitbrei dingsplannen enz. slechts mogelijk is wan neer men beschikt over goed kaartmateriaal van voldoende nauwkeurigheid won gelei delijk veld. In velerlei opzicht voldoen de kadastrale kaarten aan deze eis, althans voor zover het hermeten gebieden betreft. De be hoefte bestaat echter om voor allerlei doel einden deze kaarten aan te vullen met topo grafische details, zoals straatmeubilair, rooi lijnen en andere gegevens; en om deze reden ontwikkelde zich geleidelijk bij diverse over heidslichamen en andere instanties de be hoefte aan goede technische kaarten. Deze behoefte wordt uiteraard nog geaccen tueerd in die gevallen dat de kadastrale kaart qua opzet en nauwkeurigheid niet aan de ge stelde eisen voldoet. Verscheidene provincies en vele gemeenten riepen dan ook geleidelijk eigen landmeet kundige diensten in het leven, terwijl daar naast voor particuliere bureaus emplooi ont stond. Naar mijn mening is dit een gezonde ont wikkeling. Conflicten met de kadastrale dienst, die zijn eigen specifieke taak blijft behouden, behoe ven hieruit zeker niet voort te komen. In tegendeel, de praktijk leert, dat tussen het kadaster en deze diensten een nauwe samen werking bestaat.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1960 | | pagina 8