IV. HET GROEPEREN VAN LETTER
TEKENS. HET SCHRIJVEN VAN
DRAADSCHRIFT
235
door L. R. M. van den Brink, ing., chef-cartograaf A, hoofd teken-
afdeling bij de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat te Delft.
a. Het groeperen van lettertekens
Een belangrijke factor bij het zetten van let
ters afzonderlijk en het groeperen van letters
tot woorden en zinnen is de gelijkmatigheid
van de inktverdeling tussen de beide steun-
lijnen. Een goed resultaat is ook te benade
ren door aandacht te schenken aan een ge
lijkmatige verdeling van de witte partijen, zo
wel in ieder letterteken afzonderlijk als tus
sen telkens twee opvolgende letters.
Voor de witverdeling in de letters zelf zijn
voldoende aanwijzingen te vinden in en bij
de letterfiguren.
Wat het regelen van de ruimten tussen de el
kaar opvolgende letters van een woord be
treft geldt, dat alle tussenruimten visueel in
evenwicht dienen te zijn, d.w.z. dat de op
pervlakken wit tussen de letters op het oog
even groot genomen moeten worden. Om dit
te bereiken dienen bij een uit rechte letters
bestaande lettergreep, b.v. NINK, de onder
linge afstanden van de letters tweemaal gro
ter genomen te worden dan bij een uit ronde
letters bestaande lettergreep, b.v. OOG. Er
is immers aan de buitenzijde van ronde let
ters reeds een hoeveelheid wit aanwezig.
In een combinatie van een rechte en een
ronde letter, b.v. NO, geldt dan een letter-
afstand gelijk aan anderhalf maal de afstand
tussen twee ronde letters.
Bovenstaande richtlijnen voorzien in enkele
van de vele combinaties die zich bij het groe
peren van letters kunnen voordoen, en die
nen meer als een eenvoudig hulpmiddel voor
een goed begin opgevat te worden. Waar
het op aan komt is, dat gestreefd wordt naar
een zo goed mogelijk evenwicht in de hoe
veelheid wit tussen de elkaar opvolgende let
ters van alle woorden die tot eenzelfde tekst
behoren. En het is belangrijk dat de tekenaar
zich dit reeds realiseert bij het maken van de
potloodschets, dus nog vóór het schrift in inkt
gezet wordt. Door de letterbalken tegelijk
met zacht potlood op te vullen kan reeds een
indruk omtrent het resultaat worden verkre
gen. Een regelmatige inkt- en witverdeling
is een belangrijke bijdrage tot duidelijkheid
van het schrift, alsmede tot een zekere rust
van het kaartbeeld waarin het schrift ge
plaatst is.
Minstens even belangrijk voor een vlotte
leesbaarheid van de tekst is een juiste keuze
van de tussenruimten van de elkaar opvol
gende woorden. Een tussenruimte van één
letterbreedte is nodig en voldoende om de
woorden massief en in de zin vlot leesbaar te
doen zijn. Deze ruimte wordt bij het plaatsen
van een leesteken vanzelfsprekend iets gro
ter genomen.
Ook voor de typograaf is een juiste keuze
van de hoeveelheid wit in een te zetten tekst
een belangrijk probleem. Op bladzijde 78 in
deel I van de reeds eerder genoemde Algra-
fische Serie wordt hierop uitvoerig de aan
dacht gevestigd, en zijn op de daaropvol
gende bladzijde drie teksten afgedrukt, ach
tereenvolgens met te ruime, te nauwe en op
juiste grootte gekozen woordtussenruimten.