237
hartlijn, in het tweede zodanig dat de raak
punten op de schuine lijnen van het raster
links iets onder en rechts iets boven het mid
den van de betrokken ruit komen te liggen.
In geen geval mogen de ellipsen geschetst
worden. Van het begin af moet geprobeerd
worden de ellips in twee vloeiend getrokken
gedeelten te tekenen, een linker- en een rech
terhelft.
WENKEN:
1Heel belangrijk voor het slagen van deze
ellipsen- of nullenoefening is, dat het ras
ter als lijntekening zeer nauwkeurig is uit
gevoerd en de lijnen onberispelijk geinkt
zijn. Alle rechthoekjes respectievelijk ruit
jes dienen onderling congruent te zijn.
2. Het aansluiten van de twee vloeiend ge
trokken helften van iedere ellips moet on
zichtbaar zijn.
3. Het verdient aanbeveling om per dag in
ieder raster niet meer dan twee regels met
ellipsen te vullen. Het is echter nodig om
dit zonder onderbreking iedere volgende
dag te herhalen.
4. Ongetwijfeld zullen de laatste regels een
beter resultaat laten zien dan de eerste.
Toch voldoet dit in vele gevallen nog niet
aan de gestelde eisen. De ellipsen demon
streren een onregelmatige schrijf richting,
zijn ongelijk van grootte en kleur (lijndik
te) en dansen op de steunlijnen. De oefe
ning moet dan herhaald worden, en wel
op nieuwe rasters en in hetzelfde regel
matige tempo.
Zodra een zodanige handvaardigheid is ver
kregen dat het ellipsenschrift redelijk aan de
gestelde eisen voldoet, kan de oefening ver
zwaard worden door de ellipsen met oost-
indische inkt te gaan tekenen. Ook nu is het
zaak de twee helften vloeiend te trekken en
de verleiding om te gaan schetsen te weer
staan.
Wederom moeilijker wordt de oefening door
de ellipsen rechtstreeks op calqueerlinnen te
inkten, waarbij blanco rasters als onderleg
gers gebruikt worden en op het linnen al
leen de horizontale steunlijnen (in potlood)
getrokken zijn.
Nu komt het er vooral op aan de aansluitin
gen goed te verzorgen en, zoals bij ieder
transparant materiaal noodzakelijk is, aan
dacht te besteden aan een gelijkmatige dek
king van de inktlijnen om een goede kwaliteit
van een eventuele reproduktie te bevorderen.
Dat het vloeiend trekken van de ellipshelften
hiertoe een belangrijke bijdrage betekent, is
zonder meer duidelijk.
Het is van veel belang de boven omschreven
ellipsoefeningen gedurende de gehele oplei
dingsperiode voort te zetten. Onderbrekingen
van één of enkele weken betekenen een te
ruggang in de verkregen handvaardigheid,
die weer ingehaald moet worden. Is in het
zetten van deze tekens eenmaal een goede
kwaliteit bereikt, dan zijn daarmede ook de
voornaamste moeilijkheden van het tekenen
van draadschrift overwonnen. Het draad
schrift wordt namelijk grotendeels gedragen
door het ellipsenschrift; alle gebogen onder
delen van de draadletter zijn ellipsen of de
len ervan.
Door in de Bodoni-uitvoering van de Ro
meinse kapitalen en bijbehorende minuskels
de balken te vervangen door hun hartlijn en
de schreefjes weg te laten, blijven zonder
meer de skeletten van de bij ons in gebruik
zijnde lettertekens over. Deze skeletten, ge
zet met een enkele strak getrokken lijn, vor
men het draadschrift. Vele van de in hoofd
stuk III genoemde kenmerken zijn ook op dit
schrift van toepassing; in figuur 5 is hier
op enkele malen de aandacht gevestigd.
Ter beoefening van het draadschrift diene
het volgende:
Teken eerst eens op millimeterpapier in pot
lood een willekeurige tekst van staande en
van schuine draadletters. Begin met een let-
terhoogte van 10 mm en ga later op 6 mm
over. De bijbehorende klinkerhoogten zijn
dan 5 resp. 3 mm. Tracht daarbij zo goed mo
gelijk de aangeleerde ellipsvorm in toepassing
te brengen.
Al vrij spoedig kan deze oefening voortgezet
worden met tekenpennetje en oostindische
inkt.
Geeft dit alles een redelijk resultaat te zien.
dan wordt als laatste en belangrijkste oefe
ning het draadschrift op een transparant ma
teriaal, b.v. calqueerlinnen of permatrace,
beoefend. Weer wordt met een tamelijk grote
letterhoogte, b.v. 6 mm begonnen en naar
mate de kritiek van een deskundige gunstig
is, wordt geleidelijk aan schrift van kleinere
afmetingen, 4, 3 en 2 mm, beoefend.
Het is nuttig om een tekst in staand en een
tekst in schuin schrift naast elkaar te tekenen.
Voor iedere tekst wordt een spiegelbreedte