15
De Fra-Mauro kaart (1457—1459)
In de 15e eeuw verscheen de Fra (Carmeliet)
Mauro-kaart. Hij werd in kleuren geschilderd
op de muur van een convent in Venetië. Voor
die tijd was het een bewonderenswaard werk
stuk. Kretschmer spreekt er van als ,.das her-
vorragendste Denkmal mittelalterlicher Kar-
tografie". Fra Mauro tekende de kaart voor
de Portugese koning Alfons V. De auteur
stierf kort nadat hij in 1459 zijn werk aan de
koning had afgeleverd.
Bij de afbeelding van Azië gebruikte hij de
reisaanwijzingen van Marco Polo. Zijn kaart
toont ons wél een vooruitgang. Evenals voor
gangers verwerkte hij in het kaartbeeld de ge
gevens van Italiaanse kompaskaarten voorzo
ver het de Middellandse Zee en Europa be
treft. Voor W. Afrika dienden hem mogelijk
de Portugese ontdekkers. Nocolo Conti's rei
zen waren zijn bron bij het tekenen van Voor-
Indië. Fra Mauro verzekert dat er een moge
lijkheid bestaat om langs de zuidpunt van
Afrika naar Indië te varen. Volgens Hennig
ontleent hij deze mededeling aan Strabo. Zijn
kaart zou meer op literaire studies, dan op
ervaring en berichten van Middeleeuwse ont
dekkers steunen.
Ook hier is de cirkelvorm geen aanwijzing,
dat de ontwerper of opdrachtgever de aarde
als rond, als een bol beschouwde. Nog Co
lumbus geloofde aan een peervorm, een vorm,
zoals nu sommige Russische geleerden voor
de maan hebben uitgedacht. Het is misschien
interessant te weten dat kardinaal Cusa, een
tijdgenoot van Fra Mauro, weer verzekerde
dat de aarde bewoog en dat hij niet een vol
komen bolvorm had, terwijl deze tevens de
excentriciteit van de orbit beschreef.
Voor de Portugese aardrijkskunde was ,,il
Mappa-mondo di Fra Mauro" zoiets als het
prototype van alle kaarten sedert de aanbie
ding aan de koning en Fra Mauro was de
grote aardrijkskundige van die tijd. Venetië,
zijn woonplaats sedert vele jaren, was toen
weer een belangrijk centrum op nautisch en
kartografisch gebied.
De prachtkaart, die zuid was georiënteerd,
evenals de Arabische kaarten, is verloren ge
gaan. Een kopie met een middellijn van 1,95
m wordt nog in Venetië bewaard. De monnik-
kartograaf woonde op het eiland Murano, dat
nu nog bekendheid geniet door de beroemde
glasblazerijen. Een bootje brengt u daar van
Venetië uit, in 10 minuten. Koning Alfons en
de Infant Hendrik bestelden bij de auteur hun
kaarten. Aan één van deze werkte Fra Mauro
samen met Andrea Bianco, die verscheidene
zee-atlassen vervaardigde. Op de gedenkpen
ning, die werd geslagen om het feit van het
gereedkomen vast te leggen, noemt men Fra
Mauro ,,geographus incomparabilis".
De Fra-Mauro-kaart is fijner getekend en nog
rijker versierd dan b.v. de Catalaanse atlas.
De vorm van de afgebeelde personen, gebou
wen en tenten verraadt een goede tekenaars
hand.
Wij zijn geneigd, misschien wel door onze
voorliefde voor deze kunst, de kaartenmakers
te zien als uiterst nauwkeurig werkende des
kundigen, maar tenminste voor de deskundi
gen uit de 14e-16e eeuw is het zo, dat door
grote gemakzucht of onverschilligheid veel
verwarring is gesticht. De tendens was vaak:
hoe kan ik het gemakkelijkst de gegevens in
mijn kaart brengen. Erg kritisch werden die
gegevens dan niet bekeken. Voor deze bewe
ring zijn verscheidene voorbeelden aan te voe
ren. En deze voorbeelden hebben niet alleen
maar betrekking op naamsveranderingen of
-verminkingen, neen, meermalen zijn het ook
willekeurige verplaatsingen van eilanden en
zeekusten. Ook in de literatuur vindt men dit
verschijnsel gesignaleerd. Vergelijk b.v. ,,Ter-
rae Incognitae", dl. III, blz. 305-306 en dl. IV,
blz. 267van Hennig.
De kaarten van Agathadaemon werden in
1478 gepubliceerd. Hij herstelde de methode,
waarbij de globe in breedte- en lengtegraden
wordt verdeeld. Het is de tijd van de grote
ontdekkers: in 1483 vindt Diego Cam de mond
van de Congo en twee jaar later zeilde hij tot
Cape Cross. In 1487 rondde Bartholomeus
Dias Kaap de Goede Hoop en voeren Meester
Jozef en Martin Behaim uit voor het meten
van een boog van de meridiaan bij de west
kust van Afrika.
In de 15e eeuw en begin 16e eeuw zien we
een kentering in de gedachten: de bolvorm
van de aarde wordt weer aanvaard, misschien
mede als uitvloeisel van de grote reizen van
Columbus (1492 Amerika), Vasco de Gama
(1498 naar Voor-Indië om de Kaap) en Ma-
gelhaes (1520 zeiltocht om de aarde). Toch
was er ook in die tijd nog ruimte genoeg voor
een droomgeografie, zoals Nitsche dat noemt.
Op alle kaarten stonden de wonderlanden ge
tekend
Immers, in 1436 tekende Andrea Bianco op
zijn wereldkaart traditioneel bovenaan het Pa
radijs, Alexander bewaakt Gog en Magog, in