Van de Voorzitter Stichting Nederlands Genootschap voor Landmeetkunde Bij de aanvang van een nieuwe jaargang van „Geodesia" wil ik graag van de gelegenheid gebruik maken om u, geachte lezer, op de hoogte te brengen van wat de stichting Neder lands Genootschap voor Landmeetkunde doet, gedaan heeft en nog graag zou willen doen. Wanneer ik u veel goeds toewens in dit jaar, dan is daar zeker bij inbegrepen een goed ver zorgd en vooral belangwekkend „Geodesia". Want welke bedoeling heeft de stichting met deze uitgifte van „Geodesia"? Artikel 2 van de statuten begint aldus: „De stichting heeft ten doel de bevordering van de kennis op alle terreinen der landmeet kunde Ziehier de taak van ons tijdschrift. Dat ons blad in een behoefte voorzag, bleek wel door het enthousiasme waarmede het ont vangen werd en de gunstige ontwikkeling die het doormaakte vanaf september 1959 tot he den. Uit binnen- en buitenland kregen wij gunstige reacties en vooral de Nederlanders in den vreemde reageerden op een voor ons zeer verheugende wijze. Zijn met dit tijdschrift de doelstellingen, die de samenwerkende verenigingen voor ogen hadden, verwezenlijkt? Neen! Wat de bestu ren van de drie verenigingen eveneens be woog tot het vormen van deze stichting, was de behoefte om tot een zekere binding te ko men van hen, die op alle terreinen der land meetkunde werkzaam zijn. Dit doel willen wij nastreven door, naast de uitgifte van „Geo desia", regionale bijeenkomsten, studiedagen en landelijke congressen te beleggen. In 1960 zijn drie regionale bijeenkomsten ge houden en wij willen dit in 1961 uitbreiden, opdat iedereen in het land in de gelegenheid zal zijn één of meer van deze avonden bij te wonen. Wij streven er naar om in oktober van dit jaar in Delft een landelijk congres te houden. De grootste hindernis die genomen moet worden is een tekort aan financiën. De verenigingen die tezamen de stichting vormen, hebben meerdere zorgen en de leden van deze vereni gingen zijn niet direct bereid om hiervoor een contributieverhoging toe te staan. Door een samenloop van omstandigheden heeft men in verband hiermee hier en daar de indruk gekregen dat de verstandhouding tus sen de verenigingen onderling niet zo erg best is. Niets is, gelukkig, minder waar. De samen werking is prima en er is in ruime mate be grip voor elkanders moeilijkheden. We zullen voorlopig de regionale bijeenkom sten en het landelijk congres met beperkte middelen moeten verzorgen, maar dat zal ons niet weerhouden aan deze vergaderingen zeer bijzondere zorg te besteden. Van de redactie zal dit jaar ook weer grote inspanning gevraagd worden. We verheugen ons dat hier sprake is van prachtig „team work". Daardoor zal zij, met haar medewer kers, kunnen zorgen dat „Geodesia" voor de dauwen" en de ,,'t zal mijn tijd wel duren"- broeders een blad zal zijn dat de dalende in teresse voor hun vak doet verdwijnen en in belangstelling doet omslaan. Voor de geïnte resseerden moet het blad belangwekkend blij ven en bovenal moet het de jongeren onder ons een stimulans geven om zich verder te willen bekwamen en kennis te nemen van de vele aspecten van het gekozen beroep. Wij allen kunnen de redactie hierbij behulp zaam zijn door haar kennis te laten nemen van onze ervaringen en studie. Uw artikel zal zeker de nodige aandacht en verzorging krijgen die het verdient. Een bescheiden ho norarium zal er dit jaar wel af kunnen. Moe digt u dat misschien wat aan? In 1960 heeft de redactie wel met tegenslagen te kampen gehad, o.a. doordat de eindredac teur wegens gezondheidsredenen moest be danken, maar zij is deze moeilijkheden goed te boven gekomen. In het woord van welkom dat Prof. Dr. Ir. W.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1961 | | pagina 3