etluipóymbolen
van HAUSBRANDT
34
door D. de Vries, leraar aan het Centraal Teken- en Opleidings
bureau van het Kadaster te s-Gravenhage.
In 1952 heeft Prof. St. Hausbrandt uit War
schau rekensymbolen ingevoerd, die sommige
berekeningen ook op landmeetkundig ge
bied overzichtelijker maken.
Een geodetisch ingenieur uit Rostov, Ir.
L. Djacenko had mij een literatuuropgave
verzocht van Nederlandse publikaties betref
fende de waarnemingsrekening, voor zover
niet in onze taal verschenen. Hij had mijn
adres opgegeven gekregen van zijn Poolse
correspondent W. Senisson, die, evenals
Prof. Hausbrandt voornoemd, lid is van een
kring vakgenoten die door middel van Espe
ranto contact met elkaar hebben ver over de
landsgrenzen. Als lid van deze kring kon de
heer Senisson mijn naam doorgeven, en zo
kon ik dan Ir. Djacenko verwijzen naar het
Engelse boek van Prof. Tienstra en het
(eveneens in het Engels gestelde) rapport,
dat Ir. Kooimans heeft uitgebracht op het 9e
congres van de F.I.G.
Omgekeerd maakte ik van de gelegenheid
gebruik Ir. Djacenko te vragen hoe het vraag
stuk van de achterwaartse snijding ter be
paling van voorlopige coördinaten door hem
werd opgelost. Hij beval hiervoor vooral de
methode aan met de hulpsymbolen van Haus
brandt en verwees mij naar een Belgisch fo-
togrammetrisch tijdschrift, dat een artikel
over deze stof bevatte, geschreven door zijn
correspondent W. Senisson uit Warschau 1).
Dit artikel heeft mij als basis gediend voor de
volgende uiteenzettingen, terwijl mij later nog
een Italiaans artikel onder ogen kwam van
Prof. Paroli2), dat op het eerstgenoemde
nog een welkome aanvulling gaf.
Na de definities van de hulpsymbolen volgen
enkele toepassingen, die zijn aangepast aan
ons Nederlands coördinatenstelsel, wat van
invloed is op de vorm die aan het begin wordt
opgesteld en met de letter H wordt aange
duid. De uitgewerkte voorbeelden zijn op
situaties betrokken, zoals die zich in de prak
tijk (kunnen) voordoen.
De hulpsymbolen van Hausbrandt
Het punt van uitgang wordt steeds gevormd
door een of meer groepen van vier getallen,
opgesteld tussen twee verticale strepen. Voor
één groep lijkt dit dus op een vierkante ma
trix:
Hieruit worden vooreerst twee waarden af
geleid, Hx en Ho, die aldus worden bepaald:
Hl ad bc H2 ac bd.
Op overeenkomstige wijze krijgt men, als
men uitgaat van de uitvoeriger vorm
1) W. Senisson. Nouveaux procédés de calcul en
géodésie polonaise. -- Photogrammétrie, 1958.
2) A. Paroli. Procedimenti e simbologia ausillaria nei
calcoli geodetico-topografici, secondo Haus
brandt. Rivista del Catasto e dei Servizi tecnici
erariali, 1958.