41 maat vinden we beschrijvingen van de thans het meest in gebruik zijnde machines. Bij dit hoofdstuk en ook bij de beschrijving van de elektrische tafelmachines hebben we met vol doening gezien dat er Nederlandse vakter men gebruikt worden. Helaas kunnen we ons, bij het lezen van Nederlandse publikaties over rekenautomaten maar al te vaak ergeren aan een volkomen overbodig gebruik van woor den als: digit, input, output, computor, posi tieve multiplier, enz. Wij wensen de derde druk van dit unieke boek veel succes toe en spreken daarbij nog de hoop uit dat de snelle ontwikkeling van de rekenmachines de lezer niet in de verlei ding moge brengen het eerste gedeelte van het boek, dat over cijfervaardigheid, te ver waarlozen. v. d. H. Het Oostduitse landmeetkundig tijdschrift Vermessungstechnik van november 1960 nam een artikel op van E. Thum uit Leipzig, „Un- tersuchung der Genauigkeit der topographi- schen Karte 1 10.000", waarin de schrijver enige beschouwingen vastknoopt aan een door hem uitgevoerd onderzoek naar de nauwkeurigheid van de Oostduitse topkaart. Ing. Thum nam een zeventigtal kaartbladen onder de loep. Het artikel is te interessanter, omdat de schrijver blijkens de literatuurlijst zeer nauw te rade is gegaan bij Russische en Tsjechische onderzoekers, o.a. bij Kucera, die voor de Tsjechen nauwkeurigheidscriteria aangaf (topkaarten 1 10.000 en 1 5000) en bij de Rus Lebedew, die in 1958 de nauw keurigheid berekende van de kaarten op grote schaal der stads- en industriegebieden. Wie kennis wil nemen van de grote rede, die Prof. Marussi uit Triëst hield over de huidige plaats van de geodesie, kan in Vermessungs technik uit deze rede een uitstekende indruk krijgen van de gedachten van deze Directeur van het Landmeetkundig Instituut van Triëst. H. Richter van de Carl Zeissfabrieken te Jena schreef een uitvoerig artikel over een basis- tachymeter, die door de Oostduitse fabriek speciaal voor kadastrale detailmetingen is ontwikkeld uit de afstandmeter „Teletop". Optische lengtemeting wordt ook in Neder land uitgevoerd, doch haast uitsluitend met behulp van een in het eindpunt opgestelde horizontale afstandsbaak. In gebied met dich te bebouwing of druk verkeer kunnen even wel èn de opstelling van de tamelijk lange af- leeslat èn de aflezing erop moeilijkheden on dervinden. Zeiss Jena heeft de oplossing van deze moeilijkheden gezocht in de ontwikke ling van de „Basis-Reduktionstachymeter B R T 006", waarbij geen afstandsbaak in het eindpunt van de meetlijn behoeft te worden geplaatst. Grondslag is hier een rechthoekige driehoek met een constante parallactische hoek in combinatie met een variabele basis. Vanuit beide basiseindpunten wordt het richtpunt waargenomen, waarbij het voor waarde is, dat dit scherp gemarkeerd is. Schrijver doet zien, dat de honderden proef- waarnemingen zo goed als alle vielen binnen de grenzen van nauwkeurigheid, die gelden voor metingen in stadsgebieden in Polen, Oostenrijk, Zweden, Zwitserland en Duits land. P.S. T. Der Fluchtstab, nov./dec. 1960. De landmeter Richard Habelt verrichtte meetwerk bij de bouw van een overslaghaven in Koeweit langs de Perzische Golf, en schreef over zijn erva ringen bij het in kaart brengen van gedane peilingen. Ing. Jacobs vervolgt zijn bespre king over de nieuwe berekeningsformulieren voor polygonen en die voor onderzoek naar de nauwkeurigheid van meetlatten en meet banden. P. S.T. Radiotelefonie en landmeten. In de Neder landse landmeetkundige literatuur der laatste jaren hebben we al enige malen gelezen van het gebruik van de ,,walkie talkie" bij geode tische waarnemingen. Ik herinner mij, dat een jaar of vijf geleden een Alkmaarse landmeter van het Kadaster het voornemen had, bij hoekmetingen in de duinen tussen Callants- oog en Den Helder enige „walkie talkies" te bezigen. Een paar jaar later werden derge lijke instrumenten toegepast bij een omvang rijke waterpassing, van welke toepassing een artikel met foto's werd gepubliceerd in het Vaktechnisch Orgaan van de V.T.A.K., 15e jrg., nr. 3, blz. 105 (mei 1957). Ook al uit de illustraties bleek, dat het gebruikte instru mentarium nogal zwaar en tamelijk omvang rijk was. Een uitzending van de Nederlandse televisie (voetbaltraining met draagbare radio-ontvan- gertjes) en een bericht van Prof. Heinz Witt- ke, in de Vermessungstechnische Rundschau van december, doen ons zien dat het soort verbindingsapparaten als die der eertijds gebruikte „walkie talkie" al weer geheel ouderwets zijn geworden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1961 | | pagina 17